© Theo van Os In zijn vakantie-album van 2002 vond Theo van Os een foto van dit schilderachtige plekje in de Drôme. Een oude loods met reclameschildering en daarin geparkeerd een Renault 8. Na enig speurwerk op Google-Earth blijkt er na al die jaren niet zoveel veranderd te zijn. Alleen de R8 is even een blokje om.
1 Comment
© Museum The Henry Ford *) De stad Le Mans, hoofdstad van het département Sarthe, dankt ondanks een fraaie Cathédrale en andere bezienswaardigheden zijn naam en faam bijna alleen aan de 24 Heures du Mans. Samen met de Grand Prix van Monaco en de Indianapolis 500 waarschijnlijk de bekendste autorace ter wereld en zeker de meest tot de verbeelding sprekende. En als dan het beroemdste deel van het circuit, de ligne droite des Hunaudières, wordt gevormd door de Route Nationale 138 naar Tours, dan mogen we op een website die Route Nationale heet natuurlijk wel aandacht aan die 24 Heures besteden. Al sinds 1923 rijdt men hier jaarlijks op racetempo rondjes op voornamelijk openbare weg, met onderbrekingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Al ver voor die oorlog vestigt de 24 Heures zijn internationale naam, niet in de laatste plaats geholpen door de nadrukkelijke Britse aanwezigheid en de zegereeks van Bentley. Ook de bijzondere Dunlop boog en de start waarbij coureurs rennend de baan naar hun auto moeten oversteken dragen bij aan de beeldvorming. De manier waarop de organiserende Automobile Club de l'Ouest de reglementen soms Frans-chauvinistisch toepast en aanpast versterkt de mythe nog verder. Er gebeurt meer goeds en slechts rondom de 24 Heures, maar vriend en vijand zijn het er over eens dat de gouden jaren bestaan uit de zestiger jaren van de vorige eeuw, gesymboliseerd door de verbeten strijd tussen Ford en Ferrari. Ik weet het, beide geen Frans merk, maar doordat fotograaf Andy Friedman het team van Shelby American (Ford) jarenlang gevolgd heeft, kunnen we nu wel beschikken over een prachtige fotoreeks van de 24 Heures du Mans van 1967. Werk van Andy Friedman is hier al terug te vinden in het artikel over het circuit van Reims-Gueux, trouwens. Ik zal straks de context van de race schilderen, maar uit de 900 foto's hebben we met name geprobeerd de sfeer van 1967 naar voren te halen. Natuurlijk was racerij toen veel gevaarlijker, maar zeker laagdrempeliger en publieksvriendelijker. En ook in zo'n internationale raceomgeving kun je moeiteloos de Franse sfeer uit de foto's halen. Enzo Ferrari, bouwer van straatauto's om raceauto's te kunnen maken, had zich in 1963 de woede van Henry Ford II op de hals gehaald. In geldnood verkerend had Ferrari lang de indruk gewekt zich aan Ford te willen verkopen, maar hij haakte op het laatste moment af. Henry Ford II nam zich voor Ferrari te verslaan daar waar het de meeste pijn zou veroorzaken: het circuit en dan vooral Le Mans. In 1964 en 1965 lukte dat nog niet, maar in 1966 lukte het overtuigend. Voor 1967 leek Ferrari met een volledig nieuw ontwerp (de 330 P4) de betere kansen te hebben, maar Ford/Shelby American won uiteindelijk toch met de eveneens nieuwe GT40 MkIV en twee Amerikaanse coureurs, de eerste en tot nu toe enige 'all-American' (auto, team en rijders) overwinning op Le Mans. Vooraf werden topcoureurs Dan Gurney en A.J. Foyt slechte kansen toegedicht, de zorg was dat ze elkaar tot schade of overbelasting van de GT40 zouden opjutten. In zijn euforie aan de finish was het hier Dan Gurney die voor het eerst de hem aangereikte Moët & Chandon Champagne opende en over iedereen, Henry Ford II en zijn vrouw inclusief, uitspoot. Een traditie werd geboren … Bekijk de foto's op details, startnummer 1 is natuurlijk de winnende Ford GT40 MkIV, maar zie ook de diverse Franse raceauto's zoals de Matra-BRM, de Alpine-Renault, de Panhard CD met Peugeot motor, enz. Nog steeds zijn de 24 Heures du Mans een aanrader, de tweejaarlijkse Le Mans Classic misschien nog meer, maar even virtueel terug kunnen naar 1967 is het mooist! Marc Noordink *) Met dank aan het museum The Henry Ford in Dearborn voor het mogen gebruiken van deze unieke zwart/wit foto's! Als gezegd volgde fotograaf Andy Friedman het team van Shelby American tijdens de topjaren met Ford. De winnende Ford GT40 MkIV bevindt zich overigens ook in het Henry Ford museum in Dearborn.
© Marc Noordink 1956, een andere tijd, een andere wereld. Optimisme en opbouw. Zo ook voor mijn jonge ouders die nog ver verwijderd waren van kinderzorgen en andere beslommeringen. Mijn vader 'voer' zoals dat toen genoemd werd en was in die tijd makkelijk een half jaar of langer van huis. Eigen autobezit was daarom nog niet aan de orde, maar tijdens een periode van 'verlof' waren er tijd en financiële armslag. En zo werd in juni 1956 een serieuze Ford Consul van toen nog degelijke Britse makelij gehuurd voor een heuse 'roadtrip' door Normandië en Bretagne. Dat was aanmerkelijk avontuurlijker dan tegenwoordig: een snelweg, om maar eens iets te noemen, was ten zuiden van Breda-Princenhage niet meer te vinden. Het ontbreken van die latere snelwegen maakt ook dat de logische routes anders liepen: in het geval van Normandië reed je over Brussel en Mons, ging je bij Quiévrain de grens over en was Cambrai een geschikte overnachtingsplaats.
In de fotoserie volgen we mijn (in 1956 nog toekomstige) ouders op hun tocht met overnachtingen in Cambrai (59), Bernay (27), Saint-Malo (35), Le Conquet (29), Port-Louis (56), Guérande (44), Louverné (53), Gacé (61), Honfleur (14) en Rue (80). Naar schatting toch wel zo'n 2200 kilometer, met een wat langer verblijf bij bekenden in Honfleur. Met de huidige toeristische inzichten zitten hier wat opvallende plaatsen tussen, maar bezien vanuit 1956, met het toerisme in Normandië en Bretagne nog in de kleinste maat kinderschoenen, is dat anders. De hotels natuurlijk allemaal even kleinschalig en door man en vrouw of gezin gedreven. Mijn moeder heeft me vaak genoeg verteld dat ze nooit meer zulke lekkere kreeft heeft gegeten als die door de 'mémé' van het hotel in Le Conquet was klaargemaakt. De foto's zijn helaas niet allemaal van even goede kwaliteit, maar wel leuk is dat er van iedere overnachting een kaart naar huis werd gestuurd. Kijk vooral ook naar de volledig lege wegen, de rust en de ruimte. Op een paar locaties kan ik het contrast met de moderne tijd al laten zien, maar in het achterhoofd zit het plan om deze trip nog eens in zijn geheel over te doen. De reden: nostalgie, al zullen we de sfeer van 1956 nooit meer terug kunnen vinden… Marc Noordink © Koen Beekmann Gingen we op vakantie, dan ging er niet een kast vol speelgoed mee maar zocht ik wat auto's bij elkaar die netjes naast elkaar pasten in een lege schoenendoos. Je was met weinig tevreden toen. Waarom de ene auto wel en de andere niet meeging? Dat hing af van hoe fijn de auto reed, want auto's waren om mee te rijden.
Op de plek in de Dordogne werd overdag één van de kussens uit de caravan voor me buiten gelegd en dat was een heerlijke ondergrond om op te spelen. Het plastic randje rondom dit bloemetjeskussen was een denkbeeldige stoeprand waar je prachtig langs kon parkeren. De Norev's trokken onder invloed van de warmte langzaam aan krommer en krommer, zoals bijvoorbeeld de motorkap van de rode Ami Break, hier helemaal links. Spelen met auto's was toen vooral nog zo leuk omdat elke auto zijn eigen bijbehorende motorgeluid had. Een 2CV klonk met z'n luchtgekoelde tweecilinder en het korte uitlaatje heel anders dan een DS, waarbij je bovendien ook altijd even moest wachten tot hij op rijhoogte was, of een Austin Seven met z’n typische jankende versnellingsbakgeluid bij het optrekken... Koen Beekmann © Wim Noorman In 1989 was mijn SIMCA 1100 Tourist 8 jaar oud, een leeftijd waar ik nu om kan glimlachen. Ik heb zojuist een ‘nieuwe’ Citroen C5 voor dagelijks gebruik gekocht, uit 2007. In niets lijkt deze C5 op de 1100, de verschillen zijn op elk gebied enorm. Zo was bij de 1100 al het geschroefde plaatwerk voor garantie al vervangen. De garantietermijn van 6 jaar op de carrosserie kon de fabrikant nauwelijks waarmaken, om het heel voorzichtig uit te drukken. Garage Nijburg in Bedum had de auto in de gekke groene kleur geleverd. En leuk geboerd dankzij de fabrieksgarantie.
Ik kocht de SIMCA omdat de door mij dagelijks gebruikte Peugeot 404 onder het gebruik begon te lijden. De in Nederland op mijn verjaardag in 1975 nieuw geleverde 404 had ook al matig plaatwerk. De stalling in een vochtige scheepsloods langs het Winschoterdiep, waar het gras onder de 404 gewoon doorgroeide, heeft de restauratie flink belemmerd. De SIMCA kwam dus op het juiste moment, met allemaal nieuw plaatwerk. Wat kon mij gebeuren? Het is wel uit die tijd dat de jaarlijkse APK een gebeurtenis werd, waarbij een tandartsbezoek met minder angst tegemoet gezien werd. Wat was het onderstel van deze SIMCA aan slijtage onderhevig. Stuurkogels, fusee’s en aandrijfassen zijn vervangen. Het aantal kilometers viel wel mee, eigenlijk. Plotseling liep ik tegen een blok uit de SIMCA Matra Rancho aan. 1500 cc en het past naadloos. Dat ging door, ten koste van de standaard 1100. Het resultaat was hilarisch. Een beetje meer vermogen, veel meer lawaai en een dubbele carburateur die constant vervuild was, waardoor ik langs de Route weer sproeiers door kon blazen. De SIMCA was zelfs ooit de trouwauto voor goede vrienden van mij. De Peugeot was immers nog lang niet klaar, en zo stond de groene Tourist legaal op de Grote Markt in Groningen. Op een gegeven moment verkocht ik de SIMCA aan een goede vriend (hij is het nog steeds) en ging ik verder met een bloedmooie Audi 80. Die had ik moeten houden, maar soit. Deze vriend had de SIMCA niet meer zo heel lang, de roestvorming ging toch gewoon verder en buiten op het scheepswerfterrein (de 404 stond nog steeds onberoerd binnen) hebben we voor hem nog eens een SIMCA Matra Rancho opgeknapt en zijn we er mee op wintersport geweest. Geweldig, zonder sneeuwkettingen lieten we de rest van het verkeer staan. En dat voor een auto zonder echte terreinkwaliteiten. Het was altijd feest in een SIMCA. Mijn opa had begin jaren zeventig een groene 1501 Special. Die laat me nooit meer los. En het merk eigenlijk ook niet. Aan de tijd bij die scheepswerf heb ik leuke herinneringen. En onbedoeld woon ik er sinds twee jaar 300 meter bij vandaan. Met een grote schuur, ik heb geen scheepswerf meer nodig. Een SIMCA misschien wel. Wim Noorman © Theo van Os Na een geslaagde vakantie in 1953 op de motor naar de Franse Rivièra, waren mijn oom en tante (de zus van mijn vader) ook enthousiast geraakt. En zoals dat ging, besloten ze het jaar daarop met z'n vieren op vakantie te gaan. Allebei op de motor met complete kampeeruitrusting. M'n ouders op een JAWA en m'n oom en tante op een Sparta. Ook weer via de Route Napoléon naar de Franse Zuidkust.
En appen of internetten was er niet bij, dus stuurde mijn tante onderweg kaarten naar het thuisfront om te laten weten waar ze waren en hoe de reis ging. De eerst kaart was geschreven vanaf de camping in Grenoble, de tweede kaart - net als het jaar ervoor - vanuit Nice. De heenreis ging niet zo vlot als gedacht, het weer zat kennelijk niet zo mee! Een vermakelijk verhaal herinner ik me nog steeds van mijn vader. Mijn oom had nooit eerder in de bergen gereden en moest dat op een gegeven moment bekopen met verbrande remvoeringen: "De helling af stoof hij voor ons uit en zag de hele afdaling z'n remlichtje opgloeien. Beneden aangekomen stonden ze langs de kant van de weg met een grote grijns. "Zo, dat ging lekker", zei m'n oom, "alleen hij (de motor) stinkt wel een beetje..." Theo van Os Grenoble 11 juni '54 Lieve Pa en Moe, Even een kaartje uit Grenoble. We zijn hier gisteravond aangekomen na een lange vermoeiende rit. Lekker gegeten en koffie gedronken. Het is hier een mooi kamp. We hebben met onze tenten vlak naast de ingang gestaan, waar u op deze kaart ook tenten ziet staan. Dit is een foto van het kamp. Het weer heeft ons de laatste 2 dagen in de steek gelaten, zodoende zijn we een paar dagen later in Nice. We gaan nu direct weg, onze laatste rit naar Nice en hopen daar 9 dagen te kunnen blijven. Ik ben al knap rood gebrand en Bert ziet al bruin. Luidjes, vanuit Nice schrijven we weer. Hart. groeten van uw Bep, Bert, Jeantje, Kees. Dag tot ziens hoor. (Er zijn hier al heel hoge bergen) 2 Dagen laten schreef mijn tante een kaartje aan haar ouders in Rotterdam, vanuit het zonnige Nice. Kennelijk werkte de post in die tijd best snel, de brieven uit Nederland lagen al op hun te wachten. En goedkoop was het er ook: Nice, zondag 13-6-'54 Lieve Pa en Moe, Zoals U ziet zitten we nu aan de Rivièra. Zaterdagmiddag om 3 u. waren we op het kamp. Onze tent staat onder een vijgenboom, wat idyllisch he? Ook staan hier citroenbomen met citroenen er aan. Voor ons Hollanders erg fantastisch. De tuin hier staat ook vol met palmbomen. Toen we hier aankwamen kregen we meteen uw brief en Jeantje de brief van haar moeder en van Sonja, + briefje van Hansje zelf geschreven met een tekening erbij. Wat leuk he? We genieten hier echt van het buitenleven. Alleen is het weer hier ook nog verre van mooi, we hebben er zelfs ons oponthoud aan te danken. Maar ondanks alles is de temperatuur hier heerlijk. We zijn al flink verbrand. Bert z'n neus is al één en al vel en de mijn lijkt wel een aardbei. We zijn vanmorgen in Nice naar de markt geweest. Hadden 25 overrijpe bananen voor 50 ct., een pond peentjes voor 15 ct. een pond kersen voor 80ct. Nieuwe aardappelen 40 ct. per kilo. Een pakje margarine kost in Fr. 76 ct. een stokbroodje 26 ct. Dus dat is allemaal wel om te doen. Onze tenten staan tegenover elkaar, dus we kijken bij elkaar in huis. We denken hier te blijven. Tot volgende week zondag. Schrijft u nog eens Moe? Hart. groeten van ons viertjes. Kees zal volgende week ook eens schrijven. Hart. groeten van Bep, Bert, Jeantje en Kees © Henk-Jan Schagen Op deze dia's ziet u de Panhards van mijn opa en oma, het echtpaar Van der Smissen. Zij hadden een pension in Bergen aan Zee. Elk jaar, na het seizoen, gingen zij een paar maanden naar Spanje.
Henk-Jan Schagen © Theo van Os Een vakantiegroet uit Nice aan de Côte d'Azur van mijn ouders aan mijn opa en oma in Rotterdam. Na een lange en kennelijk koude rit door de Alpen (waarschijnlijk de Route Napoléon) kwamen ze uit in het zonovergoten Cannes. Een reis en beleving die wij later nog menig keren zouden meemaken, als gezin, als puber, als pas getrouwd stel en later met het eigen gezin.
Theo van Os 8-7-53 Lieve Moe en Bep, We hebben een prachtig mooie reis gehad. De bergen waren 1175 m hoog en erg koud. De wolken hingen laag er omheen. Het heeft erg veel indruk op ons gemaakt. Ik heb het erg angstig gevonden op die verschrikkelijke hoogte en zo uit de kou in het stralende Cannes. Je kunt je niet voorstellen wat dat betekent. Wij hebben direct Jo en Bep bezocht en gezellig 's avonds in het kamp in de Bar gezeten. Vanmorgen zijn we in het kamp in Nice aangekomen. Onder palmbomen en mimosa bomen staat de tent. Morgen gaan we terug naar Antibes, naar Jo en Bep en gaan we gezamelijk uit. We rijden in korte broek op de motor, mieters hè. Schrijven jullie vlug eens naar Idéal Camping, 2 Route de Marseille, Nice. P.S. Een week blijven we hier ongeveer. Dag, de groeten voor jullie allemaal © Marcel Boyer Eerder haalde ik al herinneringen op aan mijn oude witte eend, gekentekend 68-24-MX, en aan mijn rode en eerste Méhari gekentekend BF-22-62 (klik hier voor mijn album). Bij de allerlaatste zolderopruiming vorige week stuitte ik op wat dia's - diep verborgen achter een knieschot - waarop nog een foto van mijn eend in Noorwegen te zien is en, HOERA, HOERA, ook twee dia's van de opvolger van mijn rode Méhari: een groene, gekentekend MB-21-48. Deze laatste was veel moderner (we schrijven het jaar 1975, maar hij zal vervaardigd zijn in ’73 of ’74), want hij had plastic deurtjes en een startknop. De rode had nog canvasdeurtjes en daar moest je het sleuteltje nog 'ouderwets' omdraaien om de startmotor aan het werk te zetten. Die groene Méhari heb ik maar enkele maanden gehad, want ik vond een Volvo Amazon toen nog aantrekkelijker. Het is daarom, dat ik maar 2 dia's heb kunnen achterhalen waar die groene op staat. En waar die dia's genomen zijn? In Zuid-Frankrijk, waar ik met mijn toenmalige vriendin van camping naar camping trok. Het was niet alleen met die Méhari van korte duur, maar ook de relatie met die vriendin was geen lang leven beschoren.
Marcel Boyer © Theo van Os De boulevard bij Saint-Raphaël in 1966 en 1974. Door de jaren heen zóóó veranderd, en toch ook weer niet!
Theo van Os |
AlbumFranse voitures uit het familie-album. Auto's die u ooit zelf bezat, die een bijzondere rol speelden in uw familiegeschiedenis of die anderszins indruk hebben gemaakt. Index
All
Archives
June 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|