© Quentin Brunner
Il s'agit d'une Renault 11 TL Bleu Azur 466 de Septembre 1983, c'est la 75 645ème exemplaire et à été équipé à l'époque dans l'usine, de l'équipement pour voiture auto école:
J'ai vu l'annonce à la fin du mois de Mai 2017 de cette voiture sur internet, sa couleur ma attirer l'attention, c'était le même bleu métallisé que la R11 TXE de 1984 du film 007 : Dangereusement Votre ( A view to à kill ) sortie dans les salles en 1985. Cette couleur est assez rare sur ce modèle vu que c'est une teinte de lancement sur Renault 11 proposé au catalogue de 1983 à 1984 et encore plus rare sur un modèle ba de gamme comme ma TL . Elle était à plus 230 Km de chez moi et en discutant un ami qui habitait plus près ma proposé d'aller voir pour moi. À notre grande surprise c'était donc une ancienne voiture d'auto école. Le soir même j’achète la voiture, il va la chercher et la ramène chez lui en attendant. La voiture avait 88.234 Km au compteur. Aujourd'hui elle vient de passer les 89.000 Km Quentin Brunner Het gaat hier om een Renault 11 TL in de kleur Bleu Azur 466 van september 1983, productienummer 75.645 en af fabriek uitgerust als les-auto:
Ik zag de advertentie voor deze auto eind mei 2017 op internet. De kleur trok mijn aandacht: dezelfde metallic blauwe kleur als die van de R11 TXE uit 1984 in de James Bond film 'A view to a kill', die in 1985 in de bioscopen draaide. Het is een nogal zeldzame kleur op dit model, die bij de introductie van de Renault 11 te zien was in de catalogus van 1983/1984. De kleur is nog zeldzamer op een basismodel als mijn TL. Ze stond meer dan 230 kilometer verderop te koop en een vriend die daar dichter in de buurt woont, stelde voor haar voor mij te bekijken. Tot onze grote verrassing ging het om een oude lesauto. Ik heb de auto dezelfde avond nog gekocht en mijn vriend heeft hem voor me opgehaald. Er stond 88.234 kilometer op de teller en inmiddels is de 89.000 aangetikt. Quentin Brunner
0 Reacties
Wij kochten onze Peugeot 404 in 2004 en wisten dat er het één en ander aan moest gebeuren. Gelukkig hebben wij een vriend met en autoschadebedrijf, die onze voiture in de rustige uurtjes wilde aanpakken. Om de auto te leren kennen, moest ik hem wel zelf strippen en leeghalen. Het interieur moest gedemonteerd en al het chroomwerk verwijderd worden. Nadat zij hun werk gedaan hadden, kon ik in omgekeerde volgorde de Peugeot weer compleet maken. Op Marktplaats vonden we een originele imperiaal voor onze 404. Na alle restauratiewerkzaamheden was het tijd voor een mooie foto. Een Hollandse molen leek mij wel een leuke achtergrond. Na de nodige oldtimerritten hebben we in 2011 in Wijchen zelfs een prijs gewonnen voor de mooiste wagen in de categorie 1971 tot 1975. In hetzelfde jaar zijn we met onze dame naar haar geboorteplek in Sochaux in Frankrijk gereden. Waar eens de fabrieken stonden, is nu het Peugeotmuseum. Sinds 2006 gaan we in juli naar het oldtimerevenement in Venray. Toerritten in combinatie met een hotelarrangement. Tussendoor rijden we ook sinds 2014 elk jaar in Zwammerdam twee korte ritjes met mensen met een verstandelijke beperking. Zo heerlijk om te zien hoe zij genieten van dit uitje. Ruurd Swart & Mieke Nederend Images © Ruurd Swart
© Herman Spannenberg Om maar onmiddellijk met de deur in huis te vallen, ik mocht van mijn ouders vroeger nooit een brommer. Dat betekent niet dat ik geen brommer had, maar dat is een ander verhaal. De bossen rond Hattem waren uitgestorven genoeg om een Puch aan de ketting te leggen en vakkundig met bladeren te bedekken...
Ergens moet het gemis aan het legale bezit van een knalpot diep wortel hebben gevat want toen ik een maand geleden bij mijn favoriete klassieker en youngtimerhandelaar Jan Nijkamp in Kampen op de koffie was liet hij mij terloops een bijvangst van een door hem gedane handel zien. En daar stond ze in al haar onschuld, licht stoffig aangeslagen door de tand des tijds, een Peugeot 102 MR. Liefde op het eerste gezicht. Jan had hoefde zijn overtuigingskracht niet aan te spreken. Mijn naam stond op het Peugeootje geschreven. Ik weet niet wat het precies is. Misschien het fragiele uiterlijk, mede mogelijk gemaakt door de brandstoftank die zich achter het zadel bevindt. Kan ook zijn dat de smalle wieltjes de aantrekkingskracht versterken. Of is het de koplamp waarin ik ook de eenvoud en het cachet van een Peugeot 104 meen te herkennen. Enfin, de brommer had technisch nog een beetje aandacht nodig want stilstand is immers achteruitgang. De fietsketting een paar schakels ingekort, een paar nieuwe binnenbanden en verse peut in de tank. Om het startproces iets te bespoedigen heb ik rechtstreeks een weinig brandstof voor modelvliegtuigjes in het bougiegat gespoten waarna de Peugeot zich alras vrolijk pruttelend op de oprit tegoed ging doen aan de verse mengsmering. De eerste kilometers verliepen moeizaam. Tot een kilometer of twintig ging het gestaag maar traag om zich daarna letterlijk te verslikken in de benzine. Inmiddels kwam de overbuurjongen (Jip) die zich specialiseert in klassieke Honda brommers poolshoogte nemen. Zijn enthousiasme over de Peugeot en de schijnbaar perfecte loop na de vele jaren stilstand gaven mij ook ter plaatse hoop op een goede afloop. Rij hem eerst maar eens even flink warm en dan komt het vanzelf goed, was het deskundige advies van Jip. Zo gezegd zo gedaan en na een flinke rit waarbij ik door fietsers links en rechts werd ingehaald (lang leve de E-bike) heb ik de Peugeot op stal gezet. Nadat zij er een nachtje over heeft kunnen slapen heeft madame Peugeot eieren voor haar geld gekozen en liep ze als een Mediterraan zonnetje. Als fervent klassieke auto liefhebber had ik geen idee van de vrijheid en de ongecompliceerdheid van het rijden met een simpel brommertje. Zoveel geluk voor een betrekkelijk lage investering. Grappige bijkomstigheid is dat vrijwel iedereen plezierig op de Peugeot reageert. Weinig lawaai, geen protserig gedrag, het is een sympathiek exemplaar. Inmiddels heeft het hele gezin de Peugeot omarmd en wordt er vrolijk op los getuft. Sterker nog, mijn schoonzoon heeft inmiddels ook een 102 opgesnord op het www. Een exemplaar uit 1971 in ongerestaureerde staat. Een echte schuurvondst uitgevoerd in maagdelijk wit met een paar bruine spoortjes. Een heerlijk brommertje met whitewall banden en in een absolute crisisuitvoering. Het was blijkbaar mogelijk om een Peugeot 102 zonder speedometer te bestellen. Op de witte schuurvondst zit een verzekeringsplaatje van 1977. Het wonder op wielen doet zijn naam eer aan: Verse benzine in de tank, even een aanloopje en hop, op het zadel. Ongelofelijk maar waar, pruttel pruttel pruttel. Ook deze Peugeot is weer tot leven gewekt. Ik begon dit verhaal over het feit dat ik als jochie geen brommer mocht hebben van mijn ouders. 35 jaar later blijkt dat tijd de mensheid milder stemt. Geweldig jongen wat een leuke brommer, wat een mooi bezit... Ja ja, nu wel 😉 Herman Spannenberg © Joop Esselbrugge Na een werkbaar leven en met inmiddels een compleet gezin, begon het toch behoorlijk te kriebelen om mijn oude wens in vervulling te laten gaan. Ik wilde altijd al heel graag een oldtimer, maar door drukke werkzaamheden was ik er nooit aan toegekomen. Nu ik gepensioneerd was en de jongens inmiddels een eigen gezin hadden, wilde ik toch graag mijn wens concretiseren.
Na veel omzwervingen in verschillende showrooms, en met mijn lengte proberen de juiste zithouding aan te nemen, kwam ik toch bij mijn oude liefde uit: de Peugeot 504 Cabrio uit 1970. In de jaren zeventig was ik zelf vertegenwoordiger bij een Peugeot-dealer en die liefde is eigenlijk nooit overgegaan, ook al heb ik daarna heel veel andersoortig werk verricht. Mijn speurtocht eindigde na een tip van de zoon van mijn oude baas (ook een liefhebber van mooie auto's en vooral van Peugeots) bij een autobedrijf in Meppel dat druk bezig was een Peugeot voor eigen gebruik klaar te maken. Kosten nog moeite werden gespaard om er echt wat moois van te maken. De Peugeot bleek vroeger door de vader van de eigenaar verkocht te zijn, dus een extra nostalgisch elementje. Door mijn ervaring met Peugeots kwamen we tot een constructief gesprek, en na een redelijk bod mijnerzijds was de deal gesloten. Tussen de besprekingen door was ik even gaan kijken naar de complete fotoreportage bij restauratie- en spuitbedrijf Jacob Hooikammer. Het zag er allemaal goed en professioneel uit. Voor mij een extra stimulans om de auto in bezit te krijgen. Inmiddels is de auto al twee jaar in mijn bezit, en mijn vrouw begint het nu ook leuk te vinden, Vooral de tochten in de buurt en met de Peugeotclub vallen erg in de smaak. De auto was technisch helemaal super maar er waren nog een paar kleine schoonheidsfoutjes en die hebben wij inmiddels ook aangepakt. Zo is het dashboard vernieuwd en zijn wij nu bezig met het radioconsole. Wij gaan nu de zomer in en het begint weer aardig te kriebelen om met de auto mooie tochten te gaan maken. De restauratiefoto's geven een goede indruk hoeveel werk er verzet is door de mannen van Hooikammer. Ze hebben er echt een prachtige auto van gemaakt, waar we nog vele jaren plezier mee zullen beleven. Joop Esselbrugge © Reiner Plass We kochten onze Peugeot 203 Commerciale uit 1956 in 2005 van een redacteur van Oldtimer-Markt magazine. Hij kocht de auto in 1999 van de zoon van de eerste eigenaar in de afdeling Haute Vienne (87) en bracht hem na een zorgvuldige restauratie weer op de weg in 2000. Het interieur is nog in de oorspronkelijke staat, evenals de motor en de transmissie. De auto stond geparkeerd in de schuur van de eigenaar in 1989 met slechts 37.000 km op de teller - hij had hem alleen gebruikt voor de wekelijkse rit van zijn boerderij naar de lokale markt - alle onderhoudsbeurten werden minutieus bijgehouden en de onderhoudsboekjes zijn nog steeds bij de auto. De eigenaar stopte met rijden vanwege zijn hoge leeftijd en zijn zoon verkocht de auto na diens overlijden. De auto kwam in ons bezit via de Oldtimer-Markt redacteur, die in 5 jaar tijd 20.000 kilometer op de teller had bijgeschreven. We hebben de auto nu iets meer dan 10 jaar in ons bezit de 203 heeft inmiddels iets meer dan 91.000 kilometer op de teller taan. We hebben er vele reizen mee gemaakt, naar klassieker-meetings in onze omgeving en daarbuiten. We waren 3 keer bij de meeting bij Lac de Madine, gingen ermee op vakantie in de Vogezen met onze twee dochters - toen 15 en 12 jaar oud - reden met Peugeot Duitsland een rit door de regio Saar en de Lorraine (en door Luxemburg op eigen initiatief). Volgend jaar willen we weer naar Lac de Madine en we zullen zien wat de toekomst voor ons in petto heeft. Reiner Plass We bought our 1956 Peugeot 203 Commerciale from an editor of Oldtimer-Markt magazine in 2005. He had previously bought the car from the first owner's son in the Department Haute Vienne (87) in 1999 and put it back on the road after having it carefully restored in 2000. The interior is still in its original condition as well as the engine and transmission which have been untouched up to now. The car was parked in the owner's barn in 1989 with a mere 37,000 km on it - he had simply used it for the weekly drive from his farm to the local market - all oil changes were meticulously recorded and we still have these records. He stopped driving due to old age, his son sold the car after he had passed away and then it got into our hands via the Oldtimer-Markt editor who had put an additional 20,000 km on it in just 5 years. We have been owning it now for a bit more than ten years and the actual km amount to just under 91,000 km. We have taken the car on many trips, to classic car meetings in our vicinity and beyond. We attended the Lac de Madine meeting thrice, went on a family holiday into the Vosges area with our two daughters - back then 15 and 12 years old - we attended a meeting of Peugeot Germany which took us on a trip through the Saar region as well as into Lorraine (and Luxemburg - on our own apart from the meeting). Next year we intend on going to Lac de Madine again and we'll see what the future will have in store for us.
Reiner Plass © Ernst de Jong Ik ben aan deze 203 Camionnette gekomen via een goede vriend die er tegenaan liep. Het is een 203-U8 van 1950, maar model 1949 met alle specifieke details van dat modeljaar. De vorige eigenaar kocht de U8 nieuw in 1950 en had hem 64 jaar in zijn bezit. Hij had destijds een 202 besteld, maar die kwam er niet omdat de 202 tegen het eind van de productietijd liep. Ik ga hem niet restaureren, maar ga hem draaiend maken. Verder blijft hij 'dans sons jus'.
Ernst de Jong © Ernst de Jong Deze Peugeot 203 U8 van het bouwjaar 1953 en heb ik in 1997 uit de Ardèche gehaald. Met 56.000 kilomètres d'origine en van de eerste eigenaar! 'Dans son jus' dus. Ik heb deze 203 nooit gerestaureerd en zet hem bijna dagelijks in voor dat waarvoor hij bedoeld is: werken!
Ernst de Jong © Ernst de Jong Ik heb mijn eerste 203-A uit 1949 ontdekt in 1987. Toen mijn zus naar de Ardèche verhuisde, vond ze haar te paard in een weiland, waar ze al vanaf 1975 stond. Ik was toen 16 jaar, wist er niets vanaf en had ook de middelen nog niet. Maar na 3 jaar, in 1990, heb ik het voor elkaar gekregen om haar op te halen en te restaureren. Het heeft toch zo'n 9 jaar geduurd voor ik haar op Nederlands kenteken kon zetten. Ik heb het rustig aangedaan vanwege het feit dat ik geen ervaring had en niet over de juiste ruimte beschikte. Maar met hulp van vrienden is het toch tot een aardig resultaat gekomen.
Ik ontdekte overigens pas naderhand dat het in z'n soort een vrij zeldzaam model is. Van de eerste 203's is een aantal in 1948 gebouwd. Deze eerste uitvoering met dubbele klinken op de achterklep, stoelen met beugels, bolle koplampen, lijstjes op de voorschermen en nog enkele details, is tot oktober 1949 gemaakt en wijkt dus af van de latere 203's. Ik heb Robri's gemonteerd, die niet origineel zijn voor het bouwjaar, maar dat vond ik toen mooi. Ernst de Jong Peugeot 203-A Berline sortie l'usine 10-10-1949 © Jan de Ruiter Wat ik mij van vroeger nog goed kan herinneren, is dat wij met zijn drieën (mijn broers en ik) op de achterbank zaten van de Renault 4 van mijn pa. Gewoon los, zonder gordels en dan op zaterdagmiddag naar mijn opa en oma. Dat gevoel heeft mij nooit echt losgelaten en mijn vader waarschijnlijk ook niet, want toen hij met vervroegd pensioen kon, was het eerste wat hij deed een Renault 4 kopen (een GTL van 1985) om deze te restaureren. Nadat hij die klaar had en ik er een keer mee had rondgereden, kwam dat fijne gevoel van vroeger weer boven. Ik had dan ook direct iets van ik wil ook zo'n auto en ik wil datzelfde gevoel mijn kinderen ook meegeven.
Een paar maanden later kocht ik een hele oude witte GTL van 1985 van een collega deze hing van ellende aan elkaar maar ik kreeg hem iedere keer door de keuring en kon er zo heerlijk mee blijven rijden. Toen mijn vader ondertussen weer een Renault 4 ging restaureren één van 1963), begon dat bij mij ook te kriebelen en wilde ik dat eigenlijk ook wel . Niet veel later kocht ik de gele Renault 4TL van 1984 en ben ik begonnen deze te restaureren. Ondertussen ging de oude witte GTL kapot en viel deze niet meer te redden. Hij heeft het toch 4 jaar volgehouden. Dat kwam me wel aardig uit omdat ik hiervan een hele hoop onderdelen kon hergebruiken bij de gele Renault 4. Omdat ik tijdens de restauratie van de gele niet in een Renault 4 kon rijden, heb ik er nog één bij gekocht. Een GTL uit 1983 met linnen dak. Deze is ooit gebruikt voor de verhuur en ziet er ook niet zo heel netjes meer uit, maar voor dagelijks gebruik kan dit prima. Intussen heb ik nu de gele Renault 4 klaar en kan ik dus met vol genoegen de gevoelens van vroeger terughalen Jan de Ruiter www.facebook.com/renault4drivers © Michael Buurma In 2011 verscheen er eindelijk een nieuw boek over de CX! 'Citroen CX Road Test Portfolio' is niet echt een boek dat door een auteur geschreven is, maar een bundeling testen uit de bekende Brooklands Books Road Test Series (Citroen CX Road Test Portfolio). In dit boek is een artikel te vinden uit 1993 gepubliceerd is in het Engelse klassiekerblad 'Your Classic'. Hierin word verslag gedaan van de geschiedenis en restauratie van een linksgestuurde CX in Engeland (rechtsgestuurde CX'en waren op dat moment nog niet beschikbaar). Deze CX is extra bijzonder omdat het één van de twee CX'en is die in 1974 door Citroën Frankrijk op de Earls Court Motorshow in Engeland tentoongesteld zijn. Bovendien heeft deze CX het extreem lage chassisnummer: MAMB00MB0048, ofwel de 48e geproduceerde CX. Tijdens de Earl Court Motorshow wordt deze CX in Sable Cendré gezien door de heer Oswald Jones. Aangezien hij destijds ook de eerste DS en SM had gekocht, stond hij erop ook deze CX te kopen. Citroën Engeland stemde hiermee in. Hij moest echter wel een jaar geduld hebben alvorens hij de CX afgeleverd kreeg. Jones liet de CX bij aflevering in 1975 zilvergrijs overspuiten. De auto werd altijd keurig onderhouden en alle documentatie werd netjes bewaard.
Begin jaren '90 wordt Roger Bradford, dè Engelse CX-specialist en tevens eigenaar van het bedrijf CX Centre in St. Yves, getipt dat de CX van Oswald Jones te koop staat. De auto is echter in verregaande staat van ontbinding. Roger besluit vanwege het lage chassisnummer en de geschiedenis, de CX meteen op te halen. Hij herstelt haar in al haar glorie en besluit haar weer in de originele kleur 'Sable Cendré' te spuiten. De CX is weer als nieuw! Onderzoek wijst uit dat dit de oudst bekende productie-CX ter wereld is. Hierdoor krijgt de CX de bijnaam Old Number One. Roger geniet met volle teugen van de CX! Helaas komt Roger in september 2010 plotseling te overlijden. Het noodlot lijkt hiermee bezegeld voor Old Number One. De CX staat buiten in weer en wind en al snel is er weinig meer over van de herstelde glorie. De auto komt terecht bij een vriend van Roger, tevens DS-specialist. Na het lezen van het artikel in de Brooklands-uitgave in 2011, wilde ik meer weten over deze oer-CX. Helaas bleek er op het internet weinig over haar te vinden te zijn. Ook navraag tijdens de ICCCR in Engeland in 2012 leverde niet veel meer op. Sterker nog: verschillende bezoekers van de ICCCR vertelden mij dat Old Number One niet meer bestond. Hevig teleurgesteld legde ik me bij dit feit neer. Ik zocht niet meer actief naar deze CX, maar bleef er wel alert op... ja, zeg het maar. Heel af en toe dook er wel eens een vroeg exemplaar op, maar nooit kwam er één ook maar enigszins in de buurt van het vroege productienummer van Old Number One. In de zomer van 2014 bestond de CX 40 jaar. Dit werd gevierd in de Noordfranse badplaats Le Tréport. Ook mijn vriendin Chantal en ik waren van de partij. Tijdens dit evenement spraken we de Engelse familie Webb. Deze was in het bezit van de prachtige CX Prestige Turbo, die destijds door Jeremy Clarkson van het bekende autoprogramma Top Gear was getest. Al pratend kwamen we op de CX van Roger Bradford. Het gerucht ging dat deze nog bestond en in de Londense wijk Wembley zou staan, zij het in slechte staat. De verkoper zou er veel te veel voor willen hebben. Het kon me niet deren! Ik was blij dat er toch een kleine kans was dat Old Number One nog bestond. Ik had mail contact over #48 met verschillende Engelse Citrofielen, waaronder Jean Webb. Verder dan de geruchten kwam ik echter niet. Ook onderzoek via Google, Engelse autosites als Ebay leverde niets op. Mijn hoop was gevestigd op Jean Webb, die me tot dan toe het best geïnformeerd had. Zij zou contact opnemen met de DVLA, een overheidsinstelling, om te zien of het kenteken nog in circulatie was, of dat Old Number One onverhoopt toch gesloopt zou zijn. Hoe hard het ook zou zijn, ook nee is een antwoord. Ik geloof niet in toeval. Op woensdagavond 5 november 2014 zag ik een bericht van DS World voorbijkomen met daarin Old Number One, de CX waarnaar ik zo naarstig op zoek was! Ik herkende de auto meteen en mijn hartslag schoot omhoog van enthousiasme! Ik ging rechtop zitten, want mijn hersenen geloofden nog niet wat mijn ogen zojuist gezien hadden. Heel kort werd in de bijbehorende tekst de CX aangeboden en werd verslag gedaan van de geschiedenis, die ik inmiddels maar al te goed kende. Ik sliep die nacht erg onrustig. De volgende ochtend belde ik meteen het telefoonnummer dat levensgroot op de motorkap van Old Number One stond. Ik dacht eerst dat de verkopende partij dit gedaan had, maar het bleek het nummer van een typecursus-centrum of iets dergelijks te zijn. Nadat ik een halve ochtend verder nog geen steek was opgeschoten, realiseerde ik me dat ik stom was geweest. Bij het telefoonnummer op de motorkap stond in even grote letters 'Centre CX', het voormalige bedrijf van Roger Bradford. 'DS World', de Facebookpagina die het bericht over Old Number One had geplaatst, was geen liefhebberspagina, zoals ik aanvankelijk dacht, maar een bedrijf, gespecialiseerd in Citroën DS. Op de website vond ik de contactgegevens die ik zocht. Toen ik belde, kreeg ik ene Simon aan de lijn. Hij bleek de verkopende partij te zijn Opgelucht dat ik eindelijk de eigenaar te pakken had, vertelde ik hem over mijn zoektocht en de wens om deze specifieke CX te bezitten. We spraken elkaar ongeveer een half uur en er bleek een klik en wederzijds respect te zijn. Zijn verhaal over # 48 sloot aan op wat ik al wist. Ik verbaasde hem door te vragen of de CX in Wembley stond. Ik legde het hem uit. Het gesprek werd afgesloten met Simon's aanbod om mij eerst eens wat foto's te sturen en elkaar daarna verder te spreken. Simon verzekerde me desgevraagd dat ik de eerste keuze had en dat hij geen berichten meer op internet zou plaatsen. Ik geloofde hem op zijn woord als gentleman. Binnen een half uur stond mijn mailbox vol met foto's en historische papieren. Ik was nu helemaal van de leg. Na uitgebreid overleg met Chantal, besloot ik eerst om het niet te doen. We hadden al twee prachtige CX-en staan en Old Number One zou een flinke investering zijn. Met een dubbel gevoel bracht ik Simon van mijn keuze op de hoogte. Hij begreep het en zou de CX in de opslag doen om haar in het jaar daarop te gaan restaureren En toen begon er wat te knagen... Ik heb maar al te vaak gezien hoe mensen hun droomauto konden kopen, om er vervolgens om verschillende redenen toch van af te zien. De rest van de dag probeerde ik mezelf er tevergeefs van te overtuigen dat ik de juiste keuze had gemaakt. Ook het slapen ging die nacht niet van harte. Old Number One bleef door mijn hoofd spoken. Die zaterdag, 8 november 2014, was het landelijke Citroën Veiligheidsdag èn opening van ons nieuwe pand (EmerparkAuto) in Amersfoort. Zo goed en zo kwaad als het ging, probeerde ik niet aan de CX te denken. Aan het eind van die middag was ik onderweg naar huis om Chantal op te halen en me klaar te maken voor de grote opening die avond. Tijdens de rit naar huis dwaalden mijn gedachten opnieuw af naar de door mij zo felbegeerde CX in Engeland. Vooral in dit soort situaties denk ik in mogelijkheden en niet in beperkingen. Zo ook nu. Ik realiseerde me dat dit waarschijnlijk mijn enige kans zou zijn om deze historische CX te bemachtigen. Thuis besprak ik mijn gedachten met Chantal en haar reactie was: "Dan moet je het doen! En dan krijg je hem van mij!". Mijn dag kon niet meer stuk en een minuut later hing ik al aan de telefoon met Engeland. Simon was blij om het nieuws te horen. Hij zei me dat Old Number One geen betere plek zou kunnen krijgen dan bij ons! Een gevoel van trots vervulde me bij het horen van dit compliment. Binnenkort zou ik eigenaar zijn van de meest unieke CX ter wereld! We spraken af dat ik haar ergens in januari zou komen ophalen, na de drukke feestmaanden. Simon ging akkoord op één voorwaarde: hij wilde dolgraag een exemplaar van het door mij geschreven boek 'De Originele Citroën CX'. Dat beloofde ik hem! Na ontvangst van de beloofde aanbetaling, bevestigde Simon deze in een mailtje met de woorden: "The car is yours!" De daarop volgende maanden leken niet voorbij te gaan. Nu hadden we onze tijd ook wel nodig om alles rond overtocht en transport te regelen. Ook zorgden we voor klein materiaal als bougies, verdelerkap, rotorkap etcetera. Via Autoplaza Zwolle (een bevriend autobedrijf) kreeg ik de beschikking over een Mercedes auto-ambulance. Dat was geregeld! Nu de overtocht nog. Die regelde ik via Stena Line. Toen ik later de foto nog eens bestudeerde van de CX-en die tijdens de Raid Arctique van 1974 vanuit Lapland in Duitsland aankwamen, zag ik tot mijn verbazing dat die ook via Stena Line vervoer werden. Begin december kreeg ik nog even de schrik van mijn leven. Simon reageerde niet op een aantal mailtjes en via Facebook dook het bericht op dat hij in het ziekenhuis was opgenomen. Een behoorlijke ingreep, maar diezelfde dag mailde hij me nog. Gelukkig herstelde hij snel. Via 'Le Conservatoire du Patrimoine Citroën' had ik in december een 'attestation' opgevraagd van #48 en deze ontving ik op kerstavond. De CX blijkt op woensdag 4 september 1974 gecommercialiseerd te zijn. 'Citroën Slough Bucks' was leverend dealer. Normaal gesproken vind ik het altijd jammer als de maand december weer voorbij is. Dit jaar niet. Mijn schoonvader Peter en Chantal gingen ook mee naar Engeland. De boot zou om 22:00 uur vertrekken en we moesten uiterlijk 22:15 uur aanwezig zijn. We besloten geen risico te nemen en om 18:00 uur vertrokken we richting Hoek van Holland. Er stond een stevige wind en de weersvoorspellingen waren niet geweldig. De boot ging die nacht inderdaad aardig te keer met windkracht 8 à 9. De volgende ochtend was het nog erg donker, koud en nat, toen de veerboot in Harwich arriveerde. De eerste uren was het links rijden erg wennnen. Tegen 08:00 uur kwamen we na zo'n 160 kilometer rijden aan in Hertfordshire. We moesten bij een soort houtboerderij zijn. Er was nog geen spoor van Old Number One te bekennen. We besloten te gaan informeren. Bij één van de huizen brandde licht. Met een typisch Engelse beleefdheid legde de bewoner ons uit waar we moesten zijn. Al snel vonden we de goudkleurige CX. Simon was al bezig haar aan het lopen te krijgen. Het regende cats and dogs, ofwel pijpenstelen. Na een kort babbeltje besloten we te proberen de CX op de auto-ambulance te krijgen. We wilden graag weer voor het donker terug zijn bij de boot. Chantal schrok eerst wel van de aanblik van Old Number One: een hoop roest aan een auto die al enkele jaren buiten had gestaan. De regen deed er ook geen goed aan. Later zag ze in dat deze CX toch veel meer is dan alleen een roestige carrosserie. Na een aantal startpogingen sloeg de CX welgeteld één keer aan en hield het daarna voor gezien. Door het starten was de voorkant al wel omhoog gekomen; de achterkant bleef echter op de grond liggen. Na een aantal vergeefse pogingen besloten we de CX erop te lieren met behulp van blokjes hout voor de achterwielen om zo meer bodemvrijheid te krijgen. Na 2 uur stond ze er eindelijk op. Een last viel van me af. Na de overhandiging van een tas vol historische documenten, foto's en spullen en de betaling van onze kant, wilden we huiswaarts keren. Simon wilde ons echter nog één ding laten zien. Hij opende een loods en deze bleek vol te staan met DS'en en enkele andere auto's. Eén van die DS'en bleek de oudste in Slough gebouwde DS19 uit 1956 te zijn. Daarnaast de enige bekende DS Prestige uit 1959. Prachtig! We namen afscheid van Simon, nadat ik hem een gesigneerd exemplaar van het boek 'De Originele Citroën CX' had overhandigd. Een half uur later reden we met Old Number One op de auto-ambulance weer richting Harwich. De terugreis naar de haven verliep voorspoedig. Toen we halverwege voor een korte pauze bij een MacDonalds stopten, werd onze bijzondere lading gesignaleerd door twee Britten. Ze informeerden naar onze curiositeit en maakten foto's. Rond 13:30 uur kwamen we aan in Harwich. Onze boot zou echter pas om 23:00 uur vertrekken en er was verder niets te beleven. Er zat dus niets anders op dan tot 20:30 in de auto-ambulance te wachten, tot we de boot op mochten. Na een uitgebreide maaltijd besloten we op tijd te gaan slapen. De volgende ochtend arriveerden we om 08:00 uur Nederlandse tijd. Na 2 uur rijden, terwijl half Nederland nog sliep, was Old Number One eindelijk thuis, waar ze hoort! Michael Buurma |
ÉtalageBezoekers van Route Nationale presenteren hun eigen Franse klassieker. Index
Alles
|