© Marc Noordink Monbazillac & Fantasmes Automobiles Monbazillac is al jaren mijn favoriete wijn voor het dessert. En als we dan toch op 25 kilometer afstand kamperen, dan gaan we maar eens ter plaatse kijken. Een fraai en misschien ietwat overgerestaureerd Château de Monbazillac kijkt uit over de vallei van de Dordogne met Bergerac in de verte. Alleen druiven die hier aan 'edele rotting' onderhevig zijn geweest, mogen tot Monbazillac verwerkt worden en de beste resultaten worden op wijngaarden van het kasteel bereikt. Dus na het bezoek aan het kasteel wat soorten en jaargangen proeven en een doosje meenemen; en ter afronding een smaakvolle lunch in de vorm van een 'menu d'été' van een naburig restaurant. Maar, bij het wegrijden valt ons oog op een bordje 'Musée Auto Château Sanxtet'. Wat is dat dan? Geen idee en met laaggespannen verwachtingen volgen we de bordjes die allengs amateuristischer ogen. Het kan nooit veel zijn, denk ik nog, als we naast het bijgebouw van een eenvoudig kasteeltje de auto parkeren. Niemand te zien, tot er iemand naar buiten komt die meldt druk te zijn, maar aangeeft dat het automuseum wel te bezoeken is. Wat we nu natuurlijk doen! Meteen bij binnenstappen zie ik dat hier bijzondere dingen staan; dit is geen verzameling brave burgermansauto's, maar een collectie van 'voitures rares et de prestige'! Het betreft evenwel geen luxe museum met riant gedrapeerde auto's, eigenlijk is het een te krappe overdekte parkeerplaats, maar ik kijk de ogen uit. Een niet-limitatieve greep: Matra Djet, Lotus Elite, Jowett Jupiter, Citroën Type A 'Tank Course', Lincoln Continental, Hotchkiss Anjou, Cadillac, Cord, Rolls Royce, Ford Comète, Jaguar, Lancia, Traction Avant, OSI Ford en ga zo maar door. Zowel keurig gerestaureerd als ernstig in hun 'jus'. Toch enigszins onder de indruk van deze verrassing doet vooral de zeer aparte en zwaar doorleefde Panhard & Levassor Dynamic mij ergens aan denken, maar het spreekwoordelijke kwartje valt pas later. En om dat kwartje op zijn plaats te krijgen, moeten we precies 25 jaar terug in de tijd… September 1990, Sarlat, Dordogne. De afgelopen jaren is wereld van liefhebbers van prestigieuze klassiekers behoorlijk van slag geweest. De Duitse fotograaf Herbert W. Hesselmann brengt in 1986 een boek uit, 'Schlafende Schönheiten' of 'Sleeping Beauties', waarin hij met fraaie foto's laat zien hoe ergens op een Franse boerderij een collectie bijzondere en kostbare klassiekers staat weg te kwijnen. Daar wordt natuurlijk schande over gesproken en de eigenaar wordt voor gek verklaard, hoe fraai de foto's van bijvoorbeeld verstofte Bugatti's ook zijn. In deze tijd lang voor de komst van Internet heb ik die foto's natuurlijk ook gezien en me erover verwonderd; en als er dan in Autovisie melding wordt gemaakt van een museum in Sarlat dat auto’s uit de collectie van deze 'gekke' Fransman ten toon gaat stellen, is een combinatie met vakantieplannen snel gemaakt. En zo zie ik in september 1990 zo’n 25 'Fantasmes Automobiles' in Sarlat. Een mooi opgebouwde tentoonstelling, waarin de auto's in de meer of minder vergane staat waarin ze gevonden zijn worden getoond. Gelukkig heb ik de foto's, de folder en het ticket nog als bewijs. En ben ik de aanblik van die auto's nooit vergeten. We zijn weer bij de Panhard & Levassor Dynamic Coupé Major, de auto die mij op het spoor zet van 25 jaar geleden. Zijn zeer bijzondere 'Art Deco' vormgeving met centraal geplaatst stuur en extra ruitjes in de A-stijlen, in combinatie met zijn zwaar doorleefde toestand zijn voor mij de sleutel. Eenmaal thuis schaf ik mijzelf het boek 'Het Lot van de Slapende Schoonheden' aan. Nederlandse vader en zoon Op De Weegh en Duitser Kay Hottendorf zijn, gegrepen door het mysterieuze verhaal van deze bijzondere collectie auto's, jarenlang op zoek geweest naar de volledige geschiedenis en hebben die ook gevonden en in dit boek vastgelegd. Eigenlijk raad ik het boeiende boek aan, maar heel erg in het kort komt het er op neer dat de bewuste Fransman, vinoloog Michel Dovaz, helemaal niet gek was. Als groot autoliefhebber kocht hij na de Tweede Wereldoorlog onverkoopbare topauto's op om mee te rijden en van te genieten. Het was in die tijd eerder een probleem om er van af te komen dan om er één te kopen. Gingen ze stuk, dan bewaarde Dovaz ze en ging hij op zoek naar een andere. Dus hoewel het anders lijkt, heeft hij veel meer auto's gered dan wie dan ook. Ze stonden alleen op zijn boerderij in Villemaréchal (Seine-et-Marne) niet helemaal goed beschut. De publicatie van het boek van Hesselmann berokkent Michel Dovaz veel kwaad: handelaren, pers, gelukszoekers, dieven, dit alles bedreigt zijn collectie auto's. Hij ziet geen andere optie dan de collectie van zo’n 60 auto's verplaatsen naar een onbekende locatie in de Quercy. En hij schakelt de hulp in van zijn vriend Bertrand de Passemar, wijndomeineigenaar en eigenaar van … Château de Sanxtet. Als ook de fiscus achter hem aan zit, vanwege de vermeende waarde van zijn collectie auto's, ziet Dovaz geen andere uitweg dan het grootste deel van zijn collectie verkopen. Vooral de negen Bugatti's doen het erg goed. Ook weer kort door de bocht: in het Musée Auto du Château de Sanxtet staan nog tien auto's uit de Dovaz collectie, waarvan er twee (allebei Cord's) inmiddels eigendom zijn van Betrand de Passemar en acht nog steeds aan Michel Dovaz toebehoren. Waaronder genoemde Panhard & Levassor … Foto’s dus van eigenlijk twee collecties, die van Bertrand de Passemar en die van Michel Dovaz. Hieronder een aantal zojuist gescande negatieven uit het Sarlat van 1990. Bertrand de Passemar heeft mooie auto's staan, maar bij de collectie van Michel Dovaz wedijvert de bijzonderheid van het verhaal met succes met de bijzonderheid van de auto's zelf. Marc Noordink © Marc Noordink
0 Reacties
|
ExpositionDe Franse klassieker in musea en showrooms, tijdens shows, evenementen, ritten en rallyes. Index
Alles
Archives
Maart 2020
|