Dus is het besluit om het Matra museum in Romorantin-Lanthenay aan te doen snel genomen. Het Musée Matra (of, met leuk gevonden woordspeling, Espace Automobiles Matra) is een sympathiek museum in een historisch gebouw tegen de rand van het centrum aan. Het gebouw dat nu het museum huisvest, was ooit het onderkomen van filmcamerafabrikant Beaulieu. Er hangt zelfs nog een foto van een jonge prinses Beatrix met Beaulieu Super8 camera. Ten tijde van ons bezoek viert Matra de 40ste verjaardag van de eerste Le Mans overwinning en is daarvoor een speciale tentoonstelling ingericht. De winnende MS670 staat natuurlijk in volle glorie te pronken, net als de V12's (die draaien helaas niet). Erg leuk zijn de vitrines met miniaturen, die bijvoorbeeld het 1972 aankomstveld laten zien, of alle winnaars ooit.
Matra, fabrikant van wapengeleidesystemen, neemt in 1964 met Matra Sports het sportwagenmerkje van René Bonnet over. Diens Djet wordt tot 1967 gebouwd, waarna de volledig nieuwe en scherp gelijnde M530 het levenslicht ziet (met 1700cc V-4 Ford middenmotor). Nieuwe directeur Philippe Guédon komt van Simca af en die banden zorgen er voor dat het volgende ontwerp, de geweldig mooie Bagheera uit 1973, veel Simca techniek herbergt. De Rancho en de Murena volgen, de laatste als Bagheera opvolger.
Terugkijkend is het ongekend hoe dit kleine fabriekje, dat nog maar een paar jaar bestond, zulke autosportsuccessen heeft weten op te bouwen, met Jackie Stewart die in 1969 met een Matra wereldkampioen Formule 1 wordt en natuurlijk de drie opeenvolgende overwinningen van 1972 t/m 1974 op Le Mans. Met de huilende V12 uiteraard! Het museum besteedt terecht veel aandacht aan die autosportgeschiedenis en wij dus ook in de foto’s.
Om de historie nog even af te maken: met meer dan 20 jaar ervaring met verzinkte chassis' en kunststof carrosserieën, heeft Matra op die basis rond 1980 een revolutionaire auto ontwikkeld. Het op de rand van de afgrond staande Simca/Talbot en eigenaar PSA hebben geen interesse (geen geld) en uiteindelijk Renault wel. En zo wordt in Romorantin-Lanthenay de klapper Renault Espace geboren en in grote aantallen gebouwd. Ongekende bloei voor de fabriek en de stad, tot Renault in 2002 de Espace IV naar de eigen fabrieken haalt en bij Matra de Avantime laat bouwen. Die in commercieel opzicht niet bepaald slaagt en zo het einde van Matra inluidt, inclusief het verdwijnen van duizenden banen.
Wij gaan ook nog even op zoek naar de oude fabrieken. Er is op het moment van ons bezoek bijna niets meer over behalve de poort (die oorspronkelijk toebehoorde aan de ook ten onder gegane textielfabrikant Normant) en een nog te slopen fabriekshal, waarin helaas geen enkele verwijzing naar het verleden meer te vinden is … Maar Matra met zijn bijzondere verhaal verdwijnt nooit meer uit de geschiedenis!
Marc Noordink