Een aantal jaren geleden had ik een Peugeot 403 Break uit 1958 gekocht. Het was de bedoeling deze helemaal de restaureren. Met volle moed eraan begonnen en heel veel aangepakt eraan (zie mijn eerdere verhalen in de blog 'Mijne Oldie'). Toen ik promotie kreeg op mijn werk, kwam ik tijd tekort om nog aan de 403 te werken waardoor deze prachtige wagen ietwat in de vergeethoek kwam te staan. En eigenlijk verdiende deze dit niet. Ik heb haar te koop gezet en ze is in de handen gekomen van een Peugeotliefhebber net als ik en staat nu broederlijk naast een Peugeot 203 Break. Maar ik wilde toch een Peugeot oldtimer hebben en rijden. Mijn droom was al altijd een Peugeot 404 te hebben. Dit komt door mijn kindertijd: er reed een oudere dame vroeger in het dorp waar ik woonde met een groene Peugeot 404. Ik keek altijd vol bewondering naar deze wagen als die passeerde langs ons huis. De dame in kwestie was ook een sierlijke dame die met heel veel trots met haar groene 404 reed. Een aantal jaar later zag ik de wagen niet meer passeren langs ons huis en hoorde dat de dame er niet meer was. De wagen heb ik nooit meer gezien en weet ook niet wat ermee gebeurd is. Maar tot op vandaag kan ik dit beeld nog voor me brengen. Dus ik ben op zoek gegaan naar een Peugeot 404, waar ik kon mee rijden en er mocht nog wat werk aan zijn. Ik ben naar een aantal 404's gaan kijken. Sommige waren echt over van de prijs, andere waren zogezegd in goede staat maar waren eigenlijk door en door rot. Tot ik op een bepaald moment deze blauwe 404 tegenkwam op een verkoopsite. Een afspraak gemaakt met de verkoper om deze te komen bekijken. Een rit van tweeënhalf uur later stond deze voor mij. Ik zag dat ze niet in perfecte staat was, maar ze sprak me aan. Het technische gedeelte was helemaal vernieuwd, de remmen waren nieuw alsook de uitlaat. Alles werkte en de motor draaide als een horloge. Het interieur heeft wat aandacht nodig zei de verkoper, zoals de zetels en het vloertapijt, maar de deurpanelen zijn helemaal nieuw. Ik kreeg een nieuwe rol vloertapijt erbij. Het chassis is behandeld en keihard. Ik was eigenlijk verkocht aan de wagen, maar wilde niets laten merken aan de verkoper. We zijn rond de tafel gaan zitten en ik vroeg ook of er bewijzen waren van al de werken die zijn uitgevoerd. Meer dan 800 foto's zijn er gemaakt van de werken en alle facturen waren ook aanwezig. Oef dat was voor mij toch een geruststelling. Dan kwam de belangrijkste vraag en dat was de prijs. Hij noemde zijn prijs en ik noemde mijn prijs en na een half uur zijn we eruit gekomen. En zo ben ik fiere eigenaar geworden van een blauwe Peugeot 404 uit 1964. Nu rij ik met een 404 waar ik als kind altijd met heel veel bewondering naar keek; naar die groene van de dame uit mijn dorp.
De komende tijd zullen het vloertapijt en de zetels aangepakt worden en met een tweetal jaren zal de carroserie voorzien worden van een nieuwe laklaag, zodat deze wagen nog vele jaren kan mee gaan. Wendy Vuylsteke
4 Comments
Na een ijzige kerstvakantie vervolg ik mijn reis terug naar Milaan. De dag van vertrek stel ik uit door hevige ijzel. Maar goed ook, want er gebeuren veel ongelukken die ochtend. Mijn lifter vindt het uitstellen geen probleem en we rijden samen richting Épinal, waar ik haar afzet. Ik ga weer naar het huis in de Vogezen, waar ik op de weg naar Nederland kerstavond vierde. Er kan daar veel sneeuw liggen! Ik heb wel terrein/sneeuwbanden en mijn eigenwijze karakter zegt me dat het niet nodig is om sneeuwkettingen mee te nemen. Met achterwielaandrijving kom je nooit vast te zitten. Ook heb ik een mobiele telefoon die alleen in Italië werkt. Als er iets gebeurt, sta ik er alleen voor. Bij Épinal ligt er al een aardig pak sneeuw. Nu wil ik echt voor het donker de bergpas op. Dit gaat serieus worden. Bij een MacDonalds langs de Autoroute log ik in op de WiFi om mensen te laten weten wat ik ga doen en dat ik de volgende dag van me laat horen als alles goed is gegaan. In het bergdorpje aangekomen, houden de vlakke gestrooide wegen op en negeer ik de bordjes die aangeven dat het verplicht is sneeuwkettingen te hebben. De eerste kilometer gaat het goed de bergpas op; de vaart erin! Met een loeiende motor vlieg ik in de schemering de pas op. Soms glijdt de wagen wat, maar ik houd tractie met de achterwielen. Het wordt steiler en steiler. Om niet te slippen, moet ik iets gas terug nemen. Dit leidt tot een spiraal naar beneden. Figuurlijk dan! Terug naar zijn één, maar ik weet al dat ik vast kom te zitten. Daar sta ik dan. Doodstil is het in het bos. Soms hoor je wat sneeuw van takken vallen, dat is het enige. Een stuk achteruit de pas af en weer een aanloop. Nog harder omhoog, maar nee... Ik kom weer vast te zitten. Licht vloekend probeer ik het nog een paar keer, tot het echt donker is. Het is nu te gevaarlijk. Eén keer verkeerd kijken en ik lig onder aan de berghelling. Dat wil je niet. Al helemaal niet zonder telefoon op deze plek. Nog een keer rijd ik voorzichtig een deel van de pas achteruit naar beneden. Bij een wegverbreding laat ik de wagen achter. Ik moet te voet het huis bereiken waar ik 'warm' kan overnachten. Van de meegenomen houtblokken en een sleepkabel improviseer ik een slee. Alle spullen meesleuren op m'n schouder is niet te doen in de dikke sneeuw. Bij het huis aangekomen ga ik eerst hout zoeken in het bos. Zo blijf ik goed warm voordat de kachel zijn werk doet. Ik installeer me en maak de kachel loeiend heet. Als ik even buiten sta, zie ik koplampen door het besneeuwde bos dwalen. Even later komt er een hond voorbij rennen, gevolgd door een 4x4. De bestuurder heeft de ramen open en er schalt klassieke muziek uit zijn wagen. Een betoverend mooi tafereel. Het zijn jagers. Ik wikkel me in een extra slaapzak en heb best een frisse nacht. Ik zet twee wekkers om de kachel aan te vullen. De ochtend maakt alles goed! Na een kop goede koffie (de kachel is nog warm) loop ik naar buiten. Er is nog meer sneeuw gevallen. Het is adembenemend mooi. Ik begeef me op een pad, waar alleen een hert me voor is geweest. Geen sporen van mensen zijn er te bekennen. Na een middag wat rondgereden te hebben in de omgeving, rijd ik verder naar Basel. Hiervandaan slechts twee uur rijden. In Basel kan ik bij vrienden slapen, om de volgende dag twee lifters mee te nemen naar Milaan. Het is al vroeg donker en ik volg blindelings de TomTom. De bergpas die ik nu over moet, is gesloten. Ik kom daar later pas achter. Ik zit lekker met een muziekje aan achter het stuur en niks valt me op. Tot ik zie dat er geen bandensporen vóór me in de sneeuw te zien zijn. Het laatste dorpje of huis wat ik zag, is 20 minuten rijden terug. Dom van me! Dan maar het gas erop. Als een rally-auto uit de jaren '60 stuif ik de berg op. Deze weg is rechter en breder, dus wat meer uitbreken van de wagen is geen probleem. Ik heb op mijn 14e leren rijden in een Peugeot 404. Ik weet precies hoever ik kan gaan met deze machine. En je kan er ver mee gaan, met een goede match tussen man en machine. Ik kom ver, maar toch kom ik vast te zitten. Met slippende wielen sta ik daar dan. Voor- noch achteruit. Geen centimeter. Als ik niet loskom, steek ik waxinekaarsen aan in de auto voor genoeg warmte. Ik heb water en wat eten mee, dus een nacht hier wachten en morgen te voet hulp halen is een optie. Liever zou ik toch verder willen. Het met de handen uitgraven van de wielen mag niet baten. Ik verzamel nog meer dennentakken en maak een bed onder de auto. Stukje bij beetje komt de auto los! Ik schreeuw uit volle borst van blijheid, er is toch niemand die het hoort. Een kilometer of 4 rijd ik achteruit de pas af. Ik ga niet proberen te keren. Je weet nooit wat je aantreft in een ondergesneeuwde berm. Als de weg het toelaat, keer ik de wagen en vervolg ik de weg naar Basel.
De laatste etappe naar Milaan is er een heftige sneeuwstorm op de Zwitserse snelwegen. Je kunt beslist niet harder dan 80 kilometer per uur rijden. De wegen zijn ondergesneeuwd. De reis duurt wat langer dan gepland, maar ik kom veilig in Milaan aan. Hendrik Helweg Binnenkort de 6e en laatste episode uit 'Voyage en Maroc', maar speciaal in deze Kerstperiode een verhaal van Kerst 2016. Na een paar maanden in Milaan te hebben verbleven, keer ik terug naar Nederland voor drie weken, om de kerst met familie te kunnen vieren en even die gekte en drukte van Milaan te kunnen ontvluchten. Het is een geweldige stad, maar soms is het wel even genoeg chaos geweest. Ik had mijn rit op BlaBlaCar aangeboden, zodat ik met de Pendel Peugeot weer interessante mensen zou kunnen meenemen. Of hele saaie mensen, dat gebeurt soms ook, maar meestal het tegenovergestelde. Saaie lui gaan niet liften. Vaak hebben ze genoeg te vertellen van de vorige lift-avonturen! In eerste instantie lijkt het of er niemand meegaat met me richting Basel-Mulhouse. Daar wil ik in de buurt van Épinal mijn nacht gaan doorbrengen. Ik had wel verwacht dat er mensen die kant op zouden gaan, maar het blijft stil. Op de avond voor vertrek meldt iemand zich aan voor Milaan-Mulhouse, een half uur later nog iemand. Prima! ik heb mijn auto al een beetje vol, dus twee man kan net. Aangekomen op Cascina Gobba-Stazione Metropolitano staat de eerste meerijder al te wachten. Een Sénégalais, gehuld in een prachtig traditioneel gewaad. Op één of andere manier begin ik toch in het Italiaans, terwijl ik al bijna zeker weet dat hij Frans spreekt. Het is nou eenmaal omdat hij in het Italiaans begint en we natuurlijk in Italië zijn. Binnen een minuut schakelen we over naar Frans. Fijn, mijn Italiaans is belabberd en in het Frans droom ik soms. Hij begint over de Peugeot. "Très très solide ce quatre cent quatre, il fait beaucoup à Dakar et Senegal, c'est la voiture d’Afrique!" Helaas werden het er wel minder de afgelopen jaren. Na 50 jaar dienst worden de vier nul vieren langzaam te oud en te versleten. Maar de Peugeot 504 en 505, Mercedessen en oude Toyota's zijn nog volop aanwezig. Enfin, er komt nog een meerijder. Ik krijg een belletje. Hij kan me niet vinden. Ik loop het station in. Daar is een groepje Afrikanen, er is een moment van vragende blikken van hun en mijn kant. "Ben jij de chauffeur?" "Rijden jullie allemaal mee?" Twee van de drie jongens wilden mee. Ik zeg dat het lastig gaat worden omdat ik al veel bagage op de achterbank heb, maar dat snappen ze totaal niet. Er kan van alles op het dak zeggen ze, en met 4 man op een achterbank vinden ze zelfs geen probleem. Toch lijkt een overvolle auto me niet heel slim, aangezien ik de Zwitserse douane moet passeren en ik geen zin heb in gedoe met de bromsnorren die een denkbeeldige lijn bewaken. Ik sta toe dat degene die de rit heeft geboekt mee kan en we vertrekken. Nog even voor vertrek vraag ik of ze hun paspoorten hebben. Handig voor een grensoversteek. De Senegalees heeft alles mee, maar de jongen uit Mali heeft niks. Hij zegt me dat hij een migrant is en niks bij zich heeft, op een smartphone en een rugzak na. Ik schat hem rond de twintig jaar. Twintig jaar en zonder iemand die hij kent zo ver van huis, gevlucht voor een berg ellende en dan een ellendige reis om Europa in te komen. In Italië heb je geen toekomst als migrant. Velen proberen door te reizen naar andere Europese landen zoals bijvoorbeeld Duitsland, Engeland en Nederland. Eerst wil ik hem niet meenemen, omdat ik weet wat voor problemen ik er mee kan krijgen, een illegale immigrant over meerder landgrenzen te loodsen. Echter het besef wat voor een reis hij achter de rug heeft en in wat voor vreemde wereld hij is beland, kan ik hem niet laten staan. Zo ver gekomen en dan durft iemand je niet mee te nemen, hij zou het denk ik niet kunnen begrijpen. Ik neem hem maar mee. Of zijn toekomst nou beter gaat worden in Frankrijk of Duitsland vraag ik me af, maar als hij er heen wil om het een kans te geven, ben ik niet degene om te oordelen. Mee dus! Bij ieder tolstation verschuilt hij zich onder zijn capuchon. Dit moeten we niet hebben, als je wilt worden aangehouden moet je het niet zo doen. Ik vertel hem dat het slechts tolpoortjes zijn en hij zit er gelukkig weer ontspannen bij. Het verschil tussen een tolstation en een grensovergang merkt hij zo ook niet hoop ik. En ja hoor, hij zit in alle rust naar de Zwitserse douane te kijken die zo geen enkele argwaan hebben. Eenmaal de grens over vertel ik hem dat we in Zwitserland zijn. Hij gelooft me niet. Ik vertel het hem drie keer en hij controleert het nog even op zijn telefoon. Ik vermoed dat het zijn makkelijkste grensoversteek was tot nu toe. Zo blij is de jongen. Er lijkt wat minder bezorgdheid uit zijn ogen te stralen. We vervolgen onze weg door Zwitserland. Ook de Franse grens gaat geolied. Voor de jongen uit Mali het weet, is hij in Frankrijk. Nu wil hij door naar Duitsland. Die grens zal hij zelf moeten oversteken door de trein pakken. Ik heb diep ontzag voor de jongen. Ik bedenk me dat ik het al wat vind om als Nederlander een half jaar in Milaan te gaan wonen. Een vreemde taal, cultuurverschil. Voor hèm is het pas een prestatie! Familie en vrienden duizenden kilometers ver weg, met een trauma als bagage, hopend een goed leven te vinden waarvoor hij zijn leven op het spel heeft gezet. En dan is het nog maar de vraag of hij in Europa iets van verbetering kan boeken. Deze rit en mijn ervaring met het wonen in een vreemd land hebben me de feiten wel even onder de neus gedrukt. Enfin, de man uit Senegal gaat naar vrienden in Mulhouse en is er bijna. Ik vervolg mijn laatste etappe naar de Vogezen alleen. De zon staat al laag en ik wil het liefst voor het donker op mijn overnachtingsplaats zijn. Het is een onverharde bergpas met steile weggetjes en om hout te zoeken is het ook handig wat natuurlijk licht te hebben. Nog snel boodschappen doen, het blijft een feest om in Frankrijk eten in te slaan. Italie is geweldig maar kan niet tegen Frankrijk op! Aangekomen is het al donker. Ik kon de weg niet vinden. Je moet namelijk in een klein bergdorpje één van de weggetjes de berg op zien te vinden die je uiteindelijk naar de bergpas leiden. Boven op de pas staat een verlaten huis, keurig opgeruimd en uitgerust met een fornuis op houtvuur. Het eerste wat ik doe is het bos in om dode boompjes omver te trekken. Heel veel haal ik er om, ik wil het liefst de hele nacht door stoken. Het is tegen het vriespunt. Al is mijn slaapzak goed, toch is het fijn een beetje warmte te hebben. En wat dacht je van koffie in de morgen! De kachel loeit en ik maak een lekker maal, vergezeld met een Côtes du Rhone. Faux filet, zuurkool en rode kool met appels liggen op mijn 'bord'. Het is over twee dagen kerst dus ik moet in de stemming komen. Ik luister wat muziek en ga om een uur of tien al slapen. Heerlijk om er vroeg uit te gaan en de zon over de berg te zien opkomen! Ik gooi de kachel nokvol met hout en ga op de picknicktafel liggen. Hoog slapen is warmer en veiliger, mocht de lekkende schoorsteen iets te veel CO2 uitstoten in de ruimte. Ik val in ieder geval heel goed in slaap. In de nacht word ik nog een keer wakker van een dier dat in de buurt van het huis scharrelt. Grappig dat je veel alerter slaapt als je alleen in een bos ligt. Dat doet je lichaam automatisch, handig! De volgende dag pak ik mijn spullen in en maak ik een korte wandeling naar de bron. Ik vul de flessen en was me in het ijskoude heldere water. Heerlijk deze rust. Ik kan me niet voorstellen dat ik gisteren nog in Milaan zat. Het idee daar te moeten zijn benauwt me. Als ik in de stad ben is het geweldig, maar ben je hier, dan wil je niet weg. Ik vervolg de bergpas en draai om naar het dorp. Beneden tref ik een Peugeot 203 Break aan die er al een jaar of 40 moet staan. Het is bijna geen auto meer maar een deel van de natuur. Als een kameleon aangepast aan haar omgeving. Ik haal nog een pot Bénédicta mayonnaise en vul de tank af met G.P.L. Voorbij Nancy beginnen de wegen saaier te worden, tot het zo saai is dat je in Nederland belandt!
Hendrik Helweg De smalle zeestraat over Marokko zit er op voor ons. We zouden langer kunnen blijven, maar dat betekent dat de terugweg gehaast zou worden. We willen wat vrienden zien in Spanje en Zuid-Frankrijk. De reis is pas op de helft. Voor we naar Tanger rijden, waar de boot vertrekt, zuigen we de auto aandachtig uit, alle matten gaan weg en we kloppen ze uit. We willen elk risico vermijden bij de grenscontrole. Ook kijk ik met een zaklamp onder de auto. Ze willen nog wel eens een kilo 'chocolat' stiekem onder je auto plakken om het er in Spanje weer af te halen. Of niet, en dan zijn wij het haasje. We zijn er meerdere malen voor gewaarschuwd dit zeer goed in de gaten te houden. Ook voor je de boot op gaat nooit je auto uit het oog verliezen! Enfin, voor we bij die boot zijn passeren we 5 controleposten waar steeds dezelfde vraag gesteld wordt. Zijn jullie met vier? Wat hebben jullie in Marokko gedaan? Zonder slag of stoot komen we door de Marokkaanse douane. De laatste stap is een röntgenscan van de gehele auto. We moeten buiten wachten en zien hoe de auto doorgelicht wordt. Net op tijd trek ik mijn analoge camera's mee. Grote kans dat je foto's wazig zijn na deze dosis straling. Onze boot, je ziet Europa liggen links van het schip. Mijn schoenen ben ik verloren in Marokko, op blote voeten loop ik over het snoeihete dek. Het was me een avontuur. Tot ziens Marokko! In Spanje aangekomen worden we warm onthaald door de antidrugs-brigade. Zelfs de DEA uit de V.S. is van de partij. De snuffelhond loopt slechts langs de auto's en men kan zo doorrijden. Op het moment dat de Peugeot, met ons erin in het blikveld valt van een van de agenten, krijgen we het V.I.P. pakket. De motor- en achterklep moet open en de hond snuffelt er lustig op los. Hij loopt over de stoelen heen en zit op onze bagage. Daan wordt aan de tand gevoeld door de DEA. Ze vragen of hij wel eens wat rookt. Met een lieve onschuldige lach verteld Daan dat dat niks is voor Hollanders. Ik weet dat we niks verkeerd doen maar toch ben ik ietwat zenuwachtig; er zal toch een stuk hasj onder de auto geplakt zijn! De hond komt steeds weer terug bij het rechter voorwiel, zou het? Gelukkig zit er niks, nu ontspan ik en de agenten volgens mij ook. Ik heb een leuk gesprek met de Spaanse en Belgische politie. Ze zijn erg benieuwd naar de auto en vinden het geweldig dat we deze reis maken. Wat begon met ernst, eindigt met lachende agenten met ons erbij. De DEA-man maakt nog even een foto voor thuis. Great guys! Op z'n Amerikaans. Met een cleane auto rijden we de Spaanse nacht in. Een aanrader: in de middag door Spanje rijden is een kwelling door de hitte. We rijden tot een uur of vijf om een plek te zoeken langs de snelweg. Het zou mooi zijn als we slapen voor het licht is. Het leuke is om ergens te gaan liggen in het donker en geen idee te hebben waar je wakker gaat worden. Het is prachtig. Doodstil is het, met geen enkele weg of bebouwing te zien in de wijde omtrek. Er staat een fris windje dat de geur van wilde tijm verspreidt. We rijden door naar Zaragoza. We zijn de vorige nacht een eind gekomen. Al ver ten noorden van Madrid! In Zaragoza spreken we af met vrienden uit Nederland, ze maken ook een roadtrip en zijn onderweg naar Porto. Net voor de camping staat de Guardia Civil, weer met honden. En weer denkt de agent de vangst van de week te maken. Deze keer zijn het vreselijk onsympathieke gasten, precies het beeld dat men heeft bij Spaanse politie. We laten ons door zo'n nors klein ventje niet bang maken, we hebben toch niks! Dat hebben hun collega's de dag er voor wel bewezen. In plaats van angstig naar de agent te luisteren, kijken we lachend naar mooie vrouwen aan de overkant van de weg. Het mannetje weet niet hoe hij er mee om moet gaan en wil mijn portier opentrekken. Het mannetje is niet bekwaam genoeg om te snappen hoe de deur werkt van een oude auto. Zenuwachtig begint hij tevergeefs aan mijn slot te trekken. Lachend open ik zelf de deur en vraag of dat zijn bedoeling was. Pierre wordt door hem de auto uitgesleurd, de agent wordt wat zenuwachtig. We proberen de snuffelhond te knuffelen en te aaien. De agenten zijn ons spuugzat, vooral die kleine. Hij staat steeds weer voor lul. Zodra de hond klaar is moeten we zo snel mogelijk weg. Luid lachend rijden we weg naar de camping. Gelukkig is daar de sfeer tegenovergesteld, een festival met leuke Spanjaarden. Bizar dat we hier weer per toeval belanden. Drie dagen later trekken we door naar La France, we slapen in de buurt van Narbonne. Ik ben blij om weer in Frankrijk te zijn. Van alle landen, waaronder Nederland, voel ik me het meest thuis in Frankrijk. De volgende dag rijden we naar Vallons pont d'Arc waar ons een nieuw avontuur te wachten staat.
Hendrik Helweg De hitte eist zijn tol Naar Meknes. We hebben de taxichauffeur geïnstrueerd voor ons de autosloop te vinden in de stad. Bij een sloop verwacht ik een groot veld vol afgetrapte auto's die zelfs hier niet meer op te lappen zijn. Ik sla dicht van verbazing als we een straat inrijden die spontaan verandert in de autowijk van Meknes. Overvolle straatjes met aan weerszijden doormiddengeslepen auto's, motorblokken die uitlekken op de zandweg, opgekrikte auto's, honden, ezels. Geen vrouw te zien in deze wijk; in deze openluchtgarage regeren mannen, van top tot teen in het smeer gedoopt. Ieder pand heeft zijn eigen specialiteit; het ene pand is gevuld met uitlaten, het andere heeft alleen stoelen en een ander weer aandrijfassen. Zo langzamerhand beginnen we te ontdekken dat er een hele slimme verdeling is. Als je hier bekend bent, kun je zo je boodschappenmandje vullen. Onze chauffeur zwaait met de kapotte koelslang vanachter zijn stuur. Niemand heeft wat tot nu toe. Ik begin het spannend te vinden. We moeten er fatsoenlijk weer mee naar Europa kunnen. We zijn pas op de helft van de reis! De openluchtgarage bestaat niet uit een paar straten, maar is een compleet dorp. Met die gedachte krijg ik volle hoop. En daar is Mustafa; toevallig lopen Chris en ik zijn 'zaak' binnen en zien een motorblok staan van een Peugeot 504. Met een identieke slang. Overenthousiast vraag ik wat de slang kost. Dat moet je dus niet doen in Marokko... Na een lange onderhandeling zijn we wat minder afgezet. We gaan terug naar mijn oom en tante en de maken de auto gereed voor de tweede etappe. We eten samen met mijn oom en tante een Marokkaanse tajine. Ze zijn zo ontzettend aardig! Ze hebben ons het echte Marokko laten zien, het platteland in Noord Afrika met haar rijke cultuur en tradities. We hebben ons aangepast in Marokkaanse kledij, ideaal tegen de hitte als het buiten een graadje of 47 is met een harde wind uit de Sahara. Je kunt beter je lichaam bedekken tegen de hitte dan met een korte broek te gaan lopen. Onderweg naar de zee raken we en panne. De niet originele brandstofpomp trekt de hitte niet en de motor krijgt geen benzine. Als we langs de snelweg staan stopt Hamid. Hij zag ons hortend en stotend over de vluchtstrook rijden en komt ons helpen. Zou het komen omdat we een paar uur eerder die man met zijn kapotte auto hielpen? Enfin, we prutsen wat en de benzine begint weer te stromen. Ondertussen stoppen er tal van Marokkanen om ons water te geven, zelfs vrachtwagens stoppen. Een uur later gaat de condensator kapot, die ben ik vergeten als reserve mee te nemen. We doen weer een beroep op Hamid, nadat hij uren in de file heeft gestaan is hij er. Hij regelt een autotransport naar de dichtstbijzijnde camping. Toch lachwekkend als je auto op je staplaats wordt afgeleverd. Zoals overal in Marokko treffen we weer ontzettend lieve mensen die om middernacht voor ons gaan koken. In de morgen komt Hamid het onderdeel brengen, de auto loopt als een zonnetje. Toch nog even wat reserveonderdelen halen voor de tweede etappe, Europa in. Onze laatste dagen in Marokko zijn rustig. We zitten aan de oceaan op een camping. Hoe er in Marokko gekampeerd wordt is prachtig, iedereen bouwt van stokken en doeken hun kamp. In de avond steekt iedereen enorme vuren aan om de muggen uit te roken. Hele gezinnen zitten tot een uur of vier buiten met Arabische muziek. Niemand klaagt; op vakantie doe je waar je zin in hebt zeggen ze.
We zitten hier nog een paar dagen en dan is het tijd om de boot te pakken naar Europa. Ik ben benieuwd hoe de grenscontrole gaat zijn. Vier gasten met lang haar in een oude auto. Hippies met hasj in het luchtfilter. Dat hebben we uiteraard niet, maar ze kunnen wel eens lastig doen. We gaan het zien Hendrik Helweg Naar Afrika zonder kaart We vertrekken uit het Spaanse dorpje richting Marokko. Het is vanaf hier nog een slordige 800 kilometer rijden voor we de boot kunnen zien. Het is vroeg in de morgen al warm, dat gaat heet worden vandaag. Het landschap verandert langzaam van eindeloos plat naar kurkdroge heuvels. De temperatuur loopt op met iedere kilometer dat we zuidelijker komen. De koeling van de motor doet het geweldig, ondanks dat het inmiddels 45 graden is buiten. Het is zo heet dat ik het stuur niet meer vast kan houden zonder een handdoek tussen mijn hand en het stuur te houden. Op het geopende raam leunen zit er ook niet meer bij, het went! Na een paar uur zweten en puffen geef je jezelf over aan de hitte en vergeet je het bijna. Steeds meer volgeladen Marokkaanse gezinsauto's komen langs, toeterend en zwaaiend halen ze ons in. Ook komen we een Marokkaan tegen die onderweg is met zijn 2CV. We rusten met hem uit bij het tankstation. Handig dat we toch nog wat tips krijgen voor de boottocht. We wisten er te weinig van. Na een dag rijden komen we aan in Algeciras. De haven is een gekke ervaring; lui die wat van je willen, haastende mensen en knappe verkeersleidsters. We tuinen er bijna in een ticket te kopen bij een handelaartje. De Spaanse douanier lacht zich rot als we langs komen rijden voor we de boot op gaan. Hij adviseert ons om een honkbalknuppel te kopen omdat Marokko niet veilig is. Niet rustgevend als je in de nacht aankomt in Marokko. Pierre leest af en toe voor uit de Trotter; in de nacht rijden in Marokko is pure zelfmoord, stop nooit voor vreemden en vertrouw niemand. Met die wijze lessen rijden we rond middernacht weg uit Tanger. Met een kaartje dat we bij ons ticket kregen waar alleen de snelwegen op staan en een routebeschrijving van mijn tante in Marokko. Het is nog een slordige vier uur rijden naar mijn tante en oom, in de buurt van Meknes. Ook internet hebben we niet dus de reis is een klassieke puzzelrit. Spannend als je voor het eerst in Afrika bent. Het gaat allemaal voorspoedig, het verkeer is even wennen. Er lopen langs de snelweg mensen en vrachtwagens staan zomaar stil, half op de rechter rijbaan. Voor de rest vind ik de wegen verbazingwekkend goed En dan word je wakker in Marokko, voor het eerst zie ik het land bij daglicht. Het is al verschrikkelijk heet, we treffen het land in de heetste week van het jaar. Als we door het nabijliggende dorpje Moulay Idriss rijden, valt het op hoe het leven is op het platteland. Oude Peugeots, Mercedes taxi's en bepakte ezels vormen het straatbeeld. Een rolletje kopen voor mijn camera is een fluitje van een cent. Terug in de tijd! De Peugeot 404 zie je helaas bijna niet meer, ze zijn veranderd in liefhebbersauto's en staan netjes binnen. Fijn om te weten dat ze niet gesloopt zijn, maar toch. Iedereen kijkt ons na en begint te lachen als we met de Peu door de enorme drukte rijden van het dorpje. Ik heb nog nooit zo veel positieve reacties gehad als op deze plek. Hier kunnen de Fransen niet tegenop. Ik zal na mijn reis het videomateriaal en ontwikkelde foto's laten zien. Stay tuned! Onderweg naar het huis van mijn oom en tante knalt de radiateurslang uit elkaar. De koelventilator sloeg om een gekke reden niet aan en de motor raakt aan de kook. De slang is van slecht rubber en kon de druk niet aan. Mijn oom begint meteen te bellen en binnen 10 minuten is er een man die ons gaat helpen. Mijn oom en de man gaan er vandoor met de slang. Wij staan in de berm te wachten. Oude bakken tuffen langzaam langs op het landweggetje, verder is het rustig. Het is inmiddels 22:30 uur, blijkbaar geen probleem om nog wat te regelen. Mijn oom is samen met de man alle winkels en huizen afgegaan met de vraag of iemand iets weet. De slang word op z'n Afrikaans gerepareerd met een stuk pvc buis, slangklemmen, binnenband en ijzerdraad. Nieuw kennen ze hier bijna niet, alles wordt hergebruikt of gerepareerd tot het letterlijk uit elkaar valt. Dat het niet lang meegaat maakt niet uit. Zorg dat je een stuk binnenband bij je hebt, mocht de boel weer gaan lekken. En dat deed het na een dag. Iedere garagist wil de slang opnieuw repareren met zijn eigen skills. Met heel veel moeite kan ik ze overtuigen van de slang af te blijven en me te helpen een sloop te vinden. Dat zijn we de volgende dag gaan doen. We sluiten een deal met een taxichauffeur dat hij ons heen en weer gaat rijden en ons meehelpt het onderdeel te zoeken. Als westerling word je aan alle kanten belazerd qua prijs, dus het is essentieel om te onderhandelen, mochten we wat vinden. We gaan naar Meknes, de grote test. Zijn er nog onderdelen te vinden voor een oeroude Peugeot? Photos © Équipe Hendrik Helweg
Van smeltwater naar woestijn Vanuit de Pyreneeën vertrekken we zuidwaarts. Nog een duik in het riviertje waar we de nacht door hebben gebracht. Het water is een graadje of 8. Snakkend naar adem reageert je lichaam als je in het ijswater springt. Als je weet waar je over een paar uur bent is er niks fijner dan dit water! We bedanken de boer waar we ongevraagd hebben gekampeerd met een fles Bretonse cider. De eerste paar uur valt de hitte nog wel mee. De koelventilator van de motor blijft nog uit. Stilte voor de storm dus! Als de motor het niet warm heeft, mogen we niet klagen. Het Spaanse binnenland is verschrikkelijk uitgestrekt. Uren lang rijden we zonder enig verschil te zien, behalve het landschap dat beetje bij beetje droger aan het worden is. De tijd gaat langzaam, 20 minuten voelen als een uur. We stoppen een keer om te tanken en proberen zo veel mogelijk kilometers af te leggen, zodat we snel een koud pilsje kunnen drinken bij onze stopplek. Die stop: geweldig! Het is een klein dorpje temidden van het eindeloze platte binnenland. Ver aan de horizon doemt een graansilo op, meer zien we niet. Vorig jaar zijn we hier stomtoevallig beland onderweg naar Portugal. Sinds 30 jaar is er geen buitenlander in het dorpje geweest. Nu we binnenrijden worden we onthaald als helden. Wie zou zoiets verwachten in Europa! We vallen met de neus in de boter, het is dorpsfeest. Binnen een uur weet iedereen van onze komst en worden we omringd door nieuwsgierige dorpelingen. Na dagen rijden lopen we er bij als zwervers, blote voeten en wild haar. Mensen slaan ons minutenlang gade en komen aarzelend naar ons toe om vervolgens helemaal los te gaan met een vragenzee. Het dorp lijkt overdag verlaten, tot de zon onder is en de vele terrasjes volstromen. Spaanse señoritas vragen frequent of ik getrouwd ben of een vriendin heb. Blijkbaar valt onze verwilderde stijl in de smaak. Pasquale, de eigenaar van de vijf kroegen in het dorp, is onze vriend. Hij heeft voor ons gekookt en voor de biertjes hoeft uiteraard niet betaald te worden. Iedereen geeft ons eten, drinken en gezelligheid. Ik heb nog nooit zulke aardige mensen ontmoet als in dit dorpje, onaangetast door hebzucht of stress. Genietend van wat ze hebben en wat ze hebben met elkaar als gemeenschap. De volgende dag besluiten mijn vrienden en ik om op zoek te gaan naar een expansievat. Door het uitzettende koelwater in de motor en de modernere radiateur verliezen we koelvloeistof. Ik zie de hele trip als een proefrit; als er wat gedaan moet worden kan dat net zo goed onderweg. Meteen rijden de jongens uit het dorp mee om het onderdeel te gaan zoeken. We hebben zoveel hitte te trotseren als we morgen dwars door Spanje de doorsteek naar de haven maken. Er is net een hittegolf begonnen. Wordt vervolgd! Hendrik Helweg Photos © Équipe Hendrik Helweg
Nieuw avontuur We willen eens wat nieuws: Europa uit, of via Oost-Europa naar Griekenland. We hebben eindelijk de knoop doorgehakt om naar Marokko te touren. Met vier vrienden gaan we het avontuur aan. Vorig jaar droomden we er van, toen bleven we net boven Lissabon hangen. De reis van 12.000 kilometer kriskras door Europa verliep zo vlekkeloos dat we wel wat meer uitdaging kunnen gebruiken dit jaar! Dan is Marokko, aan de andere kant van de zee, met enorme hitte èn heel veel Peugeots uit de oude tijd, perfect. Enfin, we vertrekken op de dag van de APK. Het plan was om in de morgen de Peugeot te laten keuren en dan rond een uur of 11 te vertrekken. Maar het was te druk in de garage en we konden om half 5 terugkomen. Nou, dan maar in de avond weg rijden. Aan haast heb je niks op zon lange reis. De auto staat bepakt bij de APK. Een klein beetje haast dan, om Maastricht maar te passeren voor de zon onder gaat. Met nieuwe wiellagers voor, een nieuw kentekenlampje en een koelsysteem aangepast voor de Sahara, vertrekken we richting het zuiden. Nog even in Andelst een brandstofpomp kopen, zodat de wagen ook op benzine kan rijden (LPG is verboden in Marokko). Bij Nijmegen gaat het al mis. Ik schakel om van gas naar benzine en de carburateur stroomt over. Een snelle revisie laat de auto weer als een zonnetje lopen op twee brandstoffen. Rond een uur of 10 gaan we van de snelweg af om ergens in de Ardennen in het wild te slapen. 's Morgens krijgen we een bericht van een vriend van ons die bij de Dordogne zit. De hele dag zitten we in de auto. Het Franse binnenland bestaat voornamelijk uit graansilo's en velden. Goed dat we in een keer doortrekken, het weer is ook niet al te best. Snel naar het zuiden! Aangekomen zitten we op een prachtig plekje pal aan de rivier de Dordogne. Geweldig om midden in de natuur wakker te worden, pal aan de Dordogne! Een camping heb je helemaal niet nodig om de ultieme vrijheid te ervaren. Een oude Marrokaan in Souillac grapte of onze reis naar Marokko ging. Een 404 bepakt op het dak was vroeger natuurlijk de auto die vanuit Frankrijk de reis maakte naar Marokko. Hij sloeg de spijker op z'n kop. Lachend gaf hij ons tips om goedkoop met de boot naar Tanger te komen. Vandaag rijden we naar de Spaanse Pyreneeën om onze reis voort te zetten naar Zuid- Spanje. In Auch treffen we een verstofte maar rijdende 403 aan in één van de vele smalle straatjes. Prachtig dat je dit nog tegenkomt! Onderweg zie we een sloop met een paar DS'en, GS'en, BX'en, een Peu 305 en wat Lada's. Aan de ene kant treurig om die prachtige Citroëns zo te zien wegkwijnen. Maar aan de andere kant schitterend dat je dit nog tegenkomt in Frankrijk! Het herinnert me aan een jaar of tien geleden, toen je dit tafereel in ieder dorpje aantrof. Morgen vervolgen we onze reis richting Marokko: à suivre! Hendrik Helweg Photos © Ëquipe Hendrik Helweg
Na een prachtige road trip door Frankrijk, Spanje en Portugal, waar de verhalen nog van op papier gaan komen, ben ik heen en weer aan het pendelen tussen Milaan en Nederland. Dit halve jaar studeer ik in Milaan, een uitwisseling tussen twee universiteiten. Natuurlijk kan je in iets meer dan een uurtje vliegen, vliegen voor nog minder geld dan een treinkaartje Arnhem-Utrecht. Maar ja, wat ervaar je van een reis? Het is alsof je in een metro stapt, boven de wolken of onder de grond, het komt neer op het zelfde. Instappen, zitten en flink gedesoriënteerd uitstappen op een vreemde plaats. Ook in Milaan wilde ik zo goed mogelijk integreren, je moet de stad op je duimpje kennen en je voortbewegen als iedere Italiaan het liefst doet. Op twee wielen, smal, wendbaar, snel en vooral niet te groot, niet met de metro dus! Met dat idee heb ik besloten niet te vliegen maar met mijn Peugeot 404 op stap te gaan en met een Honda SS50 op het Portex imperiaal. Zo heb ik een mooie reis van een paar dagen naar Milaan. Daarbij kan ik de stad optimaal verkennen en voel ik me ook nog eens Italiaans, rond brommen op een “Motorino” . Zo gezegd zo gedaan! De voiture had zich goed bewezen, in de zomer heeft ze probleemloos 13000 kilometer afgelegd door zuid europa. Met een nieuwe schokdemper en een onderhoudsbeurt ben ik vol goede moet vertrokken. De auto was helemaal volgeladen. Een brommer frame op het dak, de rest van de brommer verspreid door de auto én natuurlijk mijn gehele inboedel om een appartement in Milaan te kunnen inrichten. Oh ja, en nog twee lifters! Ze boden me in ruil voor de brandstofkosten een slaapplek aan, in de omgeving van Epinal en Vittel. Een geweldige deal, twee aardige mensen die me naar een prachtige plek zouden brengen. Na een zes uur durende rit, begeleid met gitaarmuziek van 'Mau', de lifter, komen we door dichte bossen, over oude Romeinse wegen, aan in een sluimerend boerendorpje. Sommige huizen staan leeg en ik voel de verhalen die hier rondhangen. Het is of je terug in de tijd gaat. De gele koplampen glijden langs de oude schuurdeuren, van een hooibaal springt een kat. Daar is dan het huis, eveneens eeuwenoud. Ik ontferm me over de open haard terwijl Mau en Inge met een heerlijke maaltijd beginnen. De rust omarmt me, de omgeving, het dorp, het met muffe lucht gevulde huis, de lucht van een oud onbewoond huis. Het knapperende vuur verwarmt de ruimte en drijft de mufheid weg. Dit is stilte voor de storm realiseer ik me. Over twee of drie dagen zit ik in een miljoenenstad en zal ik in de verkeerschaos mijn Peugeot heel moeten houden. De volgende dag is mijn ontwaken of ik in een droom ben, het gekraai van een haan, dauw op de vensterbank en een nazomerzonnetje dat over de nok komt kijken. In het eerstvolgende dorpje gaan we wat boodschappen doen, ik zie een oude 'Plomberie' en kijk even door het raam. Wat een prachtige werkplaats! Ik zie het al helemaal voor me, hoe ik hier een hydrovac of cilinderkop sta te reviseren. Een oude plaat op, het kacheltje aan met de wind die door de oude kozijnen giert. Mijn reis vervolgt zich, nu richting de Alpen. Met een licht verdriet rij ik weg uit dit prachtige gebied. Al zijn de Alpen mooi, toch voel ik me het meest thuis in Frankrijk. In dit filmpje zweef je mee over de plattelandswegen. Hier hoort mijn Peugeot thuis. Het is toch een genot, door de Alpen heen te touren. Als hij niet gesloten is, neem ik graag de Gotthardpas. Ook wil ik nog een nachtje op een bijzondere plek slapen. Is er iets beters dan in je auto slapen op het dak van Europa? In de vallende duisternis zigzag ik omhoog de berg op. Richting de 2500 meter hoogte merk je dat de motor iets minder zuurstof krijgt, ze heeft het benauwd. Het gaspedaal druk ik steeds verder in om te proberen hetzelfde vermogen te krijgen. Je wilt niet terug naar de eerste versnelling in een haarspeld. Dan moet je bijna stilstaan. Dus een gezonde vaart erin en hopen dat mijn brommer vast blijft zitten tijdens het bochtenwerk. Wat heeft de auto toch een goede wegligging! Boven aangekomen zoek ik een plek om de nacht door te brengen. De kou slaat me om de oren als ik uitstap. Het waait hier bijna altijd, boven de wolken. Vorig jaar juli sliep ik hier ook en had ik koud bier door de sneeuw die er toen nog lag! Nu, eind september, is de sneeuw allemaal weg. Het zal niet lang duren voor de pas onbegaanbaar is, over een maand of anderhalf is het hier dichtgesneeuwd. De nacht is koud; op de bestuurdersstoel naar achter geklapt probeer ik een goede lighouding te vinden. Nu baal ik er van dat ik zo'n lange Hollander ben, anders zou het prima liggen. Het ontwaken is de mooiste reveille die ik ooit heb meegemaakt. De zon zit nog net achter een bergkam en maakt hele grimmige schaduwen. Alsof je op een andere planeet bent; kale rotsen zover het oog reikt. Een onherbergzame plek waar bijna geen leven is. Alleen bergmarmotten en vetplantjes gedijen hier. Die twee en de aanwezigheid van water zijn de enige tekens dat ik op onze planeet ben. Als je goed kijkt, zie je de Peugeot staan. De zon komt om de hoek kijken... Als je ooit je kampeer-gasstel vergeet… Blikje, watten en benzine. En het smaakt niet naar benzine! Na een kop koffie die ik heb gezet met behulp van een leeg blikje en benzine (survival benzinebrander) ga ik naar beneden. De brommer zit nog goed vast, nu is de laatste etappe aangebroken. Nog een filmpje van de afdaling. In Italië begint de eindeloze vlakte van Lombardije, tot ik de bebouwing van Milaan begin te zien. Aangekomen heeft de Peugeot haar plicht voldaan. Nu zet ik de brommer in elkaar en ga de stad in. Hendrik Helweg Als er geen smog is kan je vanuit mijn straat de berg zien waar ik die nacht sliep.
© Wim Noorman Juni 2016. We zijn onderweg naar het internationale Peugeot-evenement in Oosterbeek. Het gevoel een opwindend weekend te zullen hebben overheerst in de cocon van de Peugeot 504. Leuke nieuwe contacten, oude bekenden, bekende en nieuwe oude Peugeots. Het is ook een beetje de eerste officiële coming out van ons in de Peugeot 504. Al een tijd geleden aangeschaft, maar voornamelijk stilgestaan met problemen van uiteenlopende aard. Dankzij uitgebreide verbouwingen aan het huis zijn de reparaties schromelijk op de lange baan geschoven. Maar nu is het dan toch zover. Ik denk de eerste 150 kilometer aan één stuk gereden, om vervolgens toch ook een beetje opgelucht het gazon op te draaien naar de tijdelijke parkeerplek. Het ziet er geweldig gezellig uit. De opwinding is terecht. Eerst maar eens in het hotel installeren, maar de sleutelbos is nog steeds onwennig. Thuis sluit ik nooit af en blijven de sleutels in het contact, wel in de schuur uiteraard. En verder eigenlijk nog nooit in den vreemde geparkeerd. Dus toch maar een rondje om de 504. De sloten reageren voor mijn gevoel allemaal anders. Het beeld van de 504 klopt, ze heeft een langdurig leven gehad vol van zware beproevingen en is met minimale financiële middelen aan de praat gehouden. Het type auto waar ik als een moeder Theresa vaak voor val, wat onhandig uit kan pakken. Maar soit, afsluiten maar. Er ligt niet veel in wat een ander nodig kan hebben, maar je weet het maar nooit. Bij de kofferbak twijfel ik. In de Peugeot 404 coupé gebruik ik een identieke sleutel als de contactsleutel. Dus daar ging ik, met mijn contactsleutel in het slotje. Ik wist meteen dat ik fout zat, er was alleen geen weg meer terug. Letterlijk. De sleutel stak er halverwege uit en bleef zitten waar die zat. Het is wel mijn enige contactsleutel. Een zwaar gevoel zakt mijn benen in, het gevoel dat het weekend meteen voorbij is. Ik probeer wat steviger te trekken. Niets gebeurt er. ‘Verzin een list’: denk ik nog, maar ik weet het even niet meer. Als een volleerd kluizenkraker even duwen, een tikkie naar links of naar rechts en dan, voordat de sleutel het door heeft, plotseling trekken. Niets. Geen millimeter. De sleutel gaat alleen wat op en neer, verder is er geen beweging in te krijgen. Gebogen sta ik daar, met de neus op de kofferbak, gelukkig heb ik het idee dat niemand om me heen iets in de gaten heeft. Behalve Mirte, die zich afvraagt wat ik aan het doen ben? Los van het chagrijn dat zich meester van me maakt, moet ik het probleem wel oplossen. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan. Toch maar wat meer kracht uitoefenen. De sleutel kan stukgaan, maar ik moet hier toch een keer vandaan. Niets. Weer niets. Meer kracht, en hij schiet los. Maar wel met een beschadiging. Niet aan de baard gelukkig, maar bovenop ontbreekt een ronding. Die zit in het nu nog onafsluitbare slot. Belangrijker, kunnen we morgen rijden? Eerst inchecken (uitstelgedrag, ik weet het) en bier drinken. Naast een lekker biertje buig ik de sleutel zo recht mogelijk op de terrastafel en hoop er het beste van. De sleutel is in mijn broekzak een berucht scherp wapen geworden. Maar, werkt het nog? Gesterkt en aangemoedigd door enkele toevallige vertrouwelingen aan de biertafel die ik op de hoogte heb gebracht, start de 504 meteen. Mooi. Dat is dat. Het weekend kan beginnen... Thuis gekomen hebben we echt een paar dagen heimwee naar de geweldige sfeer. Maar er wordt weer gewerkt en de 504 staat op haar vertrouwde plek. Toch maar eens zoeken naar een sleutelservice in de buurt, het is immers een ouderwetse sleutel. De HUBO in Haren is het dichtstbijzijnde. Op een zaterdagochtend, het zonnetje schijnt, wat kan me gebeuren, ga ik per 504 de paar kilometer overbruggen. Vlakbij de HUBO parkeer ik, en word ik uiterst vriendelijk geholpen. Maar het model sleutel, dat is er niet meer. Hoewel… Een oud bakje komt ergens van achter onder de toonbank vandaan en een zakje met PEUGEOT gaat open. Het moedermodel komt na enig zoeken tevoorschijn. Verguld bestel ik er meteen twee. Na wat freeswerk wordt het tijd om te passen, de nabij staande 504 slaat meteen aan, maar nu met een nieuwe sleutel. Bijna juichend betaal ik € 7,50 voor de twee nieuwe sleutels. Hiep hoi HUBO houwen zo. Moeder Theresa kan tevreden zijn, het gaat steeds beter met een van haar kinderen. Wim Noorman Pastis - In Frankrijk kent men nog een nuancering op de bij ons bekende uitspraak over een glas dat half vol of half leeg is. Het slaat op de mengverhouding water en Pastis. Het zal geen ophef veroorzaken te weten dat de verhouding het best is met meer Pastis. Daarom heet deze column Pastis, en niet: Water.
|
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|