© Edward van Zanten | Peugeauto In de zomer van 2015 maakten Edward en Mirjam van Zanten een tourtocht naar Parijs en bezochten en passant ook steden als Lille, Rouen, Reims, Sochaux en Metz. Hier een korte impressie. Zie voor het hele verhaal en alle foto's het blog Passion Peugeauto.
0 Comments
© Barbara de Bruin Half augustus zijn we een weekje met Seize naar Frankrijk geweest. We hebben onderweg verschillende plaatsen bezocht en we hebben in deze week heel veel gezien. De uiteindelijke bestemming was Sarlat-la Caneda in de Dordogne.
Ons eerste reisdoel was Blois, we hebben daar een nacht doorgebracht in een prachtig oud 'echt Frans' hotel, toepasselijk Hotel de France genaamd. In dit hotel is nog veel van de luxueuze detaillering uit het bouwjaar 1891 aanwezig. De volgende dag zijn we met verschillende tussenstops doorgereden naar Sarlat. Als eerste stond Chatellerault op het programma. Hier bevindt zich een heel leuk museum: het Musée Auto Moto Velo. Dit museum is, zoals de naam al aangeeft, gewijd aan verschillende vervoermiddelen, maar het bleek ook nog een ander thema te hebben: de Route Nationale 10! We gingen hier terug naar de jaren '50 en '60, de hoogtijdagen van de Routes Nationales. Ook Seize hoefde zich niet te vervelen: terwijl wij genoten van de leuke diorama-opstellingen in het museum, werd zij op de parkeerplaats gezelschap gehouden door een klassieke Peugeot. Na een picknick langs de weg ging de reis door naar Angoulème. Natuurlijk gingen we hierheen over de oude weg, de Route Nationale 10, zodat we deze ook met onze eigen ogen konden bekijken. We werden niet teleurgesteld, we kwamen hier enkele mooie (reclame) muurschilderingen tegen. Goed opletten om er geen te missen! Het doel in Angoulème was de Renault-showroom waar Seize 46 jaar eerder nieuw was verkocht. Wij wisten dit omdat achterop Seize nog altijd het stickertje zit met daarop het adres van deze garage/ showroom. Wel is de showroom inmiddels verhuisd naar de overkant van de straat. Daar aangekomen hebben we Seize voor de deur geparkeerd en zijn we naar binnen gelopen. De man in de showroom keek me meewarig aan toen ik het doel van ons bezoek uit had gelegd. "Waarom doen jullie deze moeite, zo'n eind rijden.. waarom?". Ik antwoordde "Om een foto te maken". "Ga je gang", was het antwoord. Hij keurde Seize geen blik waardig. Grappig genoeg kreeg Seize onderweg juist veel aandacht van de Fransen. Dit soort auto's wordt volgens mij steeds meer gezien als nationaal erfgoed. We werden dan ook regelmatig gevraagd of er een foto van Seize gemaakt mocht worden. Ook toen ik voor de deur van de showroom wat foto's van Seize nam, kwamen er mensen langs die een praatje met ons wilden maken. Hierna zij we doorgereden naar het centrum van Angoulème, waar Seize de eerste 25 jaar van z'n leven gewoond heeft. Ook dat weten we van stickers, die op de voorruit geplakt zitten. Grappig detail is dat het departement Charente, waar Angoulème onder valt, nummer 16 draagt. Angoulème bleek een mooie stad te zijn, maar we moesten door. We besloten in Perigueux te stoppen voor het avondeten om daarna door te rijden naar ons hotel in Sarlat. Om 21.30 uur bereikten we daar ons einddoel van deze dag. Vrijdag en zaterdag stonden er wat uitstapjes in de omgeving van Sarlat op het programma: het automatenmuseum in Souillac, een ritje door de bergen met de trein in Martel, de historische stadjes Beinac en Domme die in de bergen zijn gebouwd en de grot van Padillac met z'n ondergrondse rivier. Dit gecombineerd met een paar brocantes die we toevallig tegenkwamen en natuurlijk regelmatig een picknick langs de weg. Zondag hebben we een bezoek gebracht aan het Museé Agricole et Automobile in Salviac. Op weg hierheen kwamen we naast nog een brocante een garage tegen waar de tijd sinds 1970 leek te hebben stilgestaan: Garage Lagarde. We hebben Seize voor de garage gezet om wat foto's te nemen. De garage leek verlaten, dus we voelden ons vrij om alles een goed te bekijken, Maar op een gegeven moment hoorden we een spookachtig geklapper, alsof iemand met kracht probeerde een deur open te duwen… Was deze garage wel verlaten? We hebben het niet afgewacht en zijn maar weer verder gereden. Op de terugweg passeerden we deze garage opnieuw, er stonden toen wat auto's en mensen op het terrein. Het museum, voluit 'Musée de Machinisme Agricole et Automobile de Salviac' is naast heel leuk en afwisselend ook behoorlijk groot. Het biedt voor elk wat wils. Een grote collectie tractoren, motoren, fietsen, spullen van in en om het huis en natuurlijk auto's. Alles in originele staat, de meeste 'echt gebruikt', maar een enkele ook heel netjes. Ze staan opgesteld in het stenen gebouw van het museum, maar ook in grote tenten en achter het museum staan er nog meer. Deze zien eruit alsof ze voor de sloop zijn, misschien voor onderdelen of om te restaureren? Ik heb het niet gevraagd. De volgende dag hebben we uitgecheckt bij ons hotel in Sarlat en zijn we weer gaan rijden, nu richting het noorden. Via Perigueux over de D911 naar Limoges, waar zich een mooi treinstation bevindt en daarna naar ons overnachtingsadres in Orléans, een B&B thuis bij een oudere Franse dame in een prachtig nostalgisch herenhuis. Je krijgt hier geen sleutel van de voordeur, maar mevrouw blijft 's avonds op tot alle gasten weer thuis zijn en 's ochtends maakt ze persoonlijk voor elke gast een ontbijt klaar. Met vier kamers een klein en zeer persoonlijk logeeradres. Na het ontbijt zijn we verder gereden richting het noorden. Onderweg hadden we nog een ontmoeting met een Nederlands gezin in een Citroën Ami dat ook terugkwam uit Frankrijk en tegen etenstijd waren we terug in Amsterdam. Barbara de Bruin © Marcel Boyer Marcel Boyer vierde de kerstvakantie in zijn vakantiehuis in de Charente. Een omgeving waar ook voor de liefhebber van klassieke voitures genoeg te beleven valt. Een mooie winter-oogst.
© Jan Jansen | www.hanzeduck.nl Frankrijk, daar ontkom je niet aan als je 2CV liefhebber bent. En, er is natuurlijk nog meer moois te beleven in Frankrijk, dat heerlijke Franse leven en het weer.
Al vele jaren bezoeken we met liefde Zuid-Frankrijk. Het ene jaar zie je geen 'Eend', het andere jaar struikel je erover. Wat zijn er nog steeds veel 2CV's en afgeleiden daarvan op de weg, in de schuur, achter het huis, noem maar op. Van het echte 'barrel' tot de werkelijk in nieuwstaat verkerende auto. Soms te koop en soms niet los te peuteren. Zo kwam ik met een oud 'carrossier' in contact en die bood me in één koop aan: een Dyane, AK250, een Ribbelkap 2CV en één zonder derde ruit èn één met derde ruit, harde chassis', compleet met papieren! Bonus: twee kale koetsen op harde chassis maar...zonder papieren. Tja, de eerste handel die je moet voeren is dan met je vrouw natuurlijk....en daarvan krijg je de nuchtere opmerking: "Hòe krijg je ze naar Nederland èn wáár laat je ze". Oké, voorlopig dus maar even verder dromen... En volgend jaar wéér naar Frankrijk. Jan Jansen | www.hanzeduck.nl © Henri en Linda Vermeer | Route Nationale De Morvan is een prachtige streek voor wandel- en natuurliefhebbers. Uitgestrekte bosgebieden en kleine stadjes of dorpjes wisselen elkaar af. Ook op klassiekergebied viel er genoeg te beleven afgelopen zomer. Ook de aloude Route Nationale 6 doorkruist dit gebied. Ambiance Morvan, midden in het dorpje Ouroux-en-Morvan, bleek een prima uitvalsbasis om de streek te verkennen.
Henri en Linda Vermeer © Mario Looijer Begin dit jaar hoorde ik van een vriend dat hij de N7 wilde gaan rijden met zijn Citroën DS. Hij vroeg of ik mee wilde en in eerste instantie heb ik ja gezegd. We zouden met een paar mensen gaan in twee of drie klassieke Citroëns.
Ik ben toen uit gaan zoeken hoe de route loopt en wat er te zien is. Je kunt er veel over vinden, maar Thierry Dubois steekt er met kop en schouders bovenuit. Hij zet zich in voor het behoud van de nostalgie van de N7 en doet dit met leuke en mooie cartoons van dorpjes en auto's. Op mijn speurtocht naar informatie kwam ik ook al snel uit op 'Langzaam door Frankrijk', een onlangs opnieuw uitgegeven boek van Peter Jacobs en Erwin de Decker. Dit bleek voor mij de 'heilige graal'; zonder dit boek mis je te veel en dat wil je niet! Uiteindelijk werd ik zo enthousiast dat ik besloot om de route met alleen mijn vrouw te rijden, om zo min mogelijk te missen en in ons eigen tempo te kunnen rijden. En om echt het oude vakantiegevoel van vroeger te krijgen, plakten we er meteen een vakantie in Toscane aan vast. We hebben 5 dagen uitgetrokken voor de route. Dat bleek soms toch nog iets te krap als je alles wilt zien. Officieel beginnen alle Route Nationales voor de Notre Dame in Parijs. Maar vanwege de drukte en omdat we met een oude auto reizen, beginnen we bij het echte begin van de N7: de Porte d'Italie. Een geweldige naam voor het begin en voor ons zeer toepasselijk. Bij de reis ernaar toe, kiezen we ervoor om niet over de snelweg naar Parijs te jakkeren, maar via Brussel over de N2 te rijden. Geen péage, maar van dorpje naar dorpje, om alvast in de stemming te komen en te wennen aan het kaartlezen. De TomTom kan in het dashboardkastje. Na de N2 beginnen we dan eindelijk aan onze tocht naar het zuiden, de mooie zee en het betere klimaat. Zoals gezegd vanaf de Porte d'Italie, richting Evry. In het begin is het verkeer nogal druk; na het vliegveld van Orly komen we langs een vroege Concorde die daar langs de weg staat en wordt het wat rustiger. Bij Evry komen we het eerste mooie object tegen: een Pagode in een opvallende kleur. We gaan door naar Fontainebleau; het kasteel van Napoleon dat daar staat, is de moeite van het bekijken waard. De volgende dag vertrekken we via de obelisk die in Fontainbleau staat, vlak voordat je het stadje uitgaat. In Fontenay-sur-Loing stoppen we bij de Notre-Dame de la Route, een kapelletje dat mensen vroeger eerst bezochten om te bidden voor een veilige reis. Het heeft mooie glas in lood ramen met daarin verwerkt de blauwe route. Nu kunnen we op weg naar Montargis. Een leuk en mooi stadje; er zullen er nog vele volgen op de route. Stuk voor stuk het bezoeken waard. Ontdek Frankrijk zoals het eigenlijk is: vriendelijk, nostalgisch en mooi. Iets wat je niet ziet op de snelweg bij 130 kilometer per uur. Vlak na Montargis, bij Les Bézards, vinden we op een kruispunt het eerste minpuntje van de N7. Een monument voor de omgekomen leden van de familie Michelin. Op verschillende momenten in de geschiedenis zijn hier leden van de Michelinfamilie bij een ongeluk om het leven gekomen op vrijwel dezelfde locatie. Vroeger was de N7, evenals veel andere Franse wegen, levensgevaarlijk. Er is veel verbeterd, maar tijdens onze reis las ik dat er nog steeds (te)veel doden vallen op de Franse wegen. Ook tijdens onze reis wordt de DS meerdere keren onverantwoord ingehaald. Het volgende plaatsje dat we aandoen is Briare, aangekondigd door de mooie straatverlichting. Om het te bezoeken moet je wel iets van de route af. Briare heeft één van de langste water-over-water kanalen van Europa. Het is een brug met water, een fraai ontwerp van niemand minder dan Gustave Eiffel, de ontwerper van de Eiffeltoren. Loop er gerust overheen en geniet van het uitzicht en de rust. Na het mooie Cosne-sur-Loire en Maltaverne komen we aan bij een heel nostalgisch punt op de route: hotel, restaurant en tankstation 'Les 200 Bornes'. Het ligt op 200 kilometer van Parijs, vandaar de naam. Het is er nog steeds zoals het was in de jaren '50-'60. We drinken er wat en bekijken de oude foto's binnen. Als je er voor de deur staat zie je rondom het tankstation nog het originele wegdek. Tegenwoordig loopt de N7 er flauw weg. De N7 zelf is nog goed te vinden, zeker als je oude kaarten gebruikt en een gedetailleerde Michelin wegengids. Een vuistregel voor de N7 is dat er bijna overal een 7 in het wegnummer zit (DN7, D6007 etc.). Langs de route vind je op oudere gebouwen regelmatig muurschilderingen met oude reclames erop. Vaak zijn deze bijna vergaan of door een boom deels aan het zicht onttrokken. We gaan verder naar Nevers, bekend van het Formule 1 circuit van Magny Cours. Het is een zeer mooie stad, waar veel te zien is. In de stad is een parcours uitgezet met een blauwe lijn over de grond, die je langs alle mooie plekken voert. Kijk vooral ook omhoog naar de mooie gebouwen en de kathedraal. Vlakbij Moulins hebben we een chambre d'hôtes besproken. Oubollig, klein en zeker niet modern, maar perfect voor een nostalgische vakantie! De volgende dag rijden we naar Moulins. Een mooie stad. 'Le Grand Café' is een aanrader. Het heeft onder andere een glas in lood plafond, mooie spiegels en een plafondschildering uit 1890. We verlaten Moulins weer en rijden door het plaatsje Bessay-sur-Allier. Voor een origineel oud Michelin-bord ga ik met mijn DS op de foto. Maar pas wel op want het verkeer en de vele vrachtwagens razen hier net zoals vroeger doorheen. De Bar de la Route, die hier ook te vinden is, is volgens mij niet meer open. Deze bar langs de Route Bleue is niet blauw, maar roze. Verder naar Lapalisse, een mooi klein dorpje met een groot château op de berg. Hier vind je middenin het dorpje één van de weinige, zo niet het enige originele 'Route Bleue'-bord. Het bord zit hoog tegen een pand, tegenover een winkeltje waar je blauw snoep kan kopen (echt een aanrader). We beginnen nu aan de eerste serieuze beklimming. De Col du Pin Bouchain op 760 meter is het hoogste punt van de N7. De route loopt nu naar het mooie Tarare, richting Lyon. In één van de voorsteden vinden we een Art Déco garage in goede staat. Wat de huidige functie van het gebouw is weet ik niet maar het ziet er erg leuk uit. Voordat we Lyon binnenrijden, zien we op een kruispunt een met bladgoud belegde grote klok. Het verhaal gaat dat een burgemeester ooit een hogere en mooiere klok wilde dan die op de kerk in het dorp. Dat is zeker gelukt! Lyon is een leuke, maar ook erg drukke stad. We zijn er met de DS vluchtig doorheen gereden. Beter is Vienne, een kleiner stadje net onder Lyon. Met bijzonder goed bewaard gebleven Romeinse bouwwerken. De moeite van het bekijken waard! Tip: neem de eerste parkeergarage, want in het oude gedeelte is een parkeerplaats moeilijk te vinden. We vervolgen onze tocht richting Valence. We treffen er een heel mooie oude benzinepomp. Niet meer in gebruik, maar op de pompen zelf na, volledig intact en goed onderhouden. In het dorpje Loriol-sur-Drome is de Nationale 7, zoals in meer dorpjes langs de Route, herontdekt. Oude muurschilderingen met reclames van vroeger zijn zelfs in ere hersteld. Geweldig! In Montélimar drinken we koffie, kopen we de bekende Nougat en rijden we verder naar Piolenc. Hier staat, iets voorbij het dorpje, maar niet te missen, het Nationale 7 museum. Het is vanbinnen niet erg groot, maar het is leuk om te zien dat de historie bewaard wordt. Door naar Orange met een heuse Arc de Triomphe. Kleiner dan die in Parijs, maar zeker niet minder mooi. We bezoeken Avignon, een ommuurde stad en eten er wat. Bezoek vooral de halve brug, die wordt bezongen in het bekende Franse liedje. We overnachten in een goedkoop hotelletje aan de rand van de stad. De volgende dag gaan we verder naar Aix-en-Provence, de stad van de bekende schilder Paul Cézanne. Het klimaat wordt steeds beter: het gevoel van Zuid-Frankrijk dient zich aan! We hebben er nog steeds heel veel zin in. Aix-en-Provence is erg toeristisch. Na een foto bij het beeld van Cézanne en een kop koffie, ontvluchten we de toeristen. We gaan richting Fréjus en dat ligt, jazeker, aan de kust! Het weer is er hartstikke goed, de DS doet het nog steeds foutloos en we hebben voor het eerst een hotel met airco. Een teken dat we erg zuidelijk zijn. Fréjus is een mooi stadje met een leuk haventje. De volgende dag gaan we toch weer verder: op naar het decadente gedeelte van Frankrijk. We hebben het natuurlijk over Cannes en Nice. Cannes is dé filmstad en heeft mooie fresco's op de gevels. Het wordt er wel erg druk en vanwege ons schema besluiten we op de route te blijven en door te rijden naar Golfe Juan. Hier kwam ooit Napoleon aan land vanaf Elba en hier begint ook de 'Route Napoléon'. Iets voor een latere trip? Antibes, de volgende plaats, blijkt tot 1860 de grensstad geweest te zijn (nu is dat Menton). Nice hoorde namelijk toen nog niet bij Frankrijk. We gaan verder naar Nice (tip: probeer de spits te vermijden). Rondom Monaco liggen mooie wegen. Wij nemen de Moyenne Corniche, de mooiste kustweg volgens sommigen. De Nationale 7 liep hier vroeger op verschillende manieren en de wegen zijn ooit verlegd of veranderd. Neem de route die je het mooiste vindt. Menton, onze eindbestemming! En wat is het intussen warm in de DS! We zijn nu echt bijna in Italië en dat voel je! Ik vind Menton niet echt bijzonder. Het parkeren bij het stadhuis is erg duur. Wie naar de grens wil rijden, kan de borden Italie volgen. Je komt dan bij de moderne nieuwe grenspost aan. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling bij zo'n nostalgische reis! Vlak voor de grens splitst de N7, die nu D6007 heet, zich. Als je op de splitsing naar links gaat (nog steeds de D6007), dan kom je bij de oude bekende grenspost. Hier wil je je reis afsluiten! Wat is nu de magie van de N7? Ik denk de historie van deze route. Het is te gek voor woorden dat de Franse regering zo lang vast heeft gehouden aan de gedachte zonder snelwegen te kunnen. Enorme files op zwarte zaterdag en gevaarlijke situaties waren het gevolg. Door die files zijn de snoepwinkeltjes langs de route erg populair geworden om de kinderen zoet te houden. Die kinderen hebben nu waarschijnlijk ongeveer de leeftijd van mijn ouders en zullen herinneringen kunnen ophalen aan vroeger door deze route opnieuw te rijden. Wat heeft mij getrokken? Dat zijn toch de oude stukjes weg en de oude reclames, in combinatie met de oude kathedralen en mooie château's en gebouwen. Je rijdt inderdaad, zoals het boek 'Langzaam door Frankrijk' al zegt, heel langzaam door Frankrijk. Hierdoor heb je tijd om het land eens echt te zien en niet alleen de snelweg, het strand of de Eiffeltoren. Je ziet Frankrijk op z'n best. En dan tenslotte mijn laatste tip: als je een hotel boekt, doe het zonder ontbijt. Rij elke ochtend lekker naar een boulangerie en koop verse croissants, je leeft maar één keer (als een god in Frankrijk)! Mario Looijer © Jan de Ruiter Met ons gezin komen we al voor het vierde jaar op een camping in Saint-Genix-sur-Guiers in de Savoie. Een erg fijne plek met vaak mooi weer en voor elk wat wils. Zelf vind ik het leuk om gewoon rond te gaan rijden zonder enig idee waar je uitkomt. Kleine, smalle wegen in te rijden, langs oude huizen en boerderijen en natuurlijk garages in de hoop mooie plaatjes te kunnen maken van Renault 4-tjes en andere oude Franse auto's en eventueel onderdelen te scoren die in Nederland moeilijk te vinden zijn. Dit jaar viel het laatste wat tegen. Vaak wilde men weinig tot niets wegdoen of verkopen. Een klassiekerevenement in de buurt leverde een paar mooie plaatjes op. Op een brocantemarkt vond ik een Solex 2200 en die kon ik natuurlijk niet laten staan!
Jan de Ruiter | www.facebook.com/renault4drivers © Marc Noordink Entre-Deux-Mers, natuurlijk bekend als wijnregio van de Bordeaux-streek, maar ook een prima vakantiebestemming. Gelegen tussen de rivieren Dordogne en Garonne die uiteindelijk samenkomen in de Gironde, vind je hier een relatief onbekend gebied vol met bastides (een soort versterkt en beschut gebouwde steden), kastelen, abdijen en… druiven en wijn! De wijn in al zijn variatie is een ongemeen boeiend onderwerp, maar niet voor hier. Toch is er wel een relatie, want mijn subjectieve indruk is dat de wereldvermaarde Bordeaux-wijnen hier veel geld in het spreekwoordelijke laatje brengen. En dat is slecht nieuws voor de autospotter; ik ben in de streek minder verlaten en wegkwijnende auto's tegengekomen dan ik elders in landelijk Frankrijk gewend ben. Toch heb ik zo links en rechts nog wel wat interessants getroffen en op de foto gezet. Nu de spots, later nog andere (foto)verhalen, met twee opmerkingen. Bij de SuperCinq, de Visa en de 309 heb ik even getwijfeld, maar die auto's zijn hier inmiddels geheel verdwenen en ook al minstens 20-25 jaar oud. De tweede opmerking betreft een pechvolle Simca Aronde bij een garage in Sainte-Foy-la-Grande. Ik kwam daar in 2010 ook al langs en trof de Aronde nu in echt mindere staat aan; niet gek na vijf jaar buiten staan onder een boom…
Marc Noordink © Jack van Delft Tijdens zijn Frankrijk-vakanties in 2011 en 2012, was er voor Jack van Delft ook aan Franse klassiekers het nodige te zien. Een foto-impressie.
© Jasper Smits Het moderne Frankrijk doet zijn best om de moderne tijd bij te fietsen. Gelukkig bestaat het Franse platteland uit streken waar de tijd wat rustiger gaat. En er is ook lekker veel van, dat platteland.
En dan ineens, in een verscholen hoekje in een vergeten village, heb je zomaar een ontmoeting met het verleden. Een oud verkeersbord van Michelin, een originele Renault 4L, of, verstopt in een boerenschuurtje, een oude vrachtwagen waarvan ik het merk niet kan achterhalen. Dit soort restanten van lang geleden, maakt Frankrijk zo'n fijn land. Kastelen achter iedere berg, de verstilde dorpjes ver van de moderne wereld en de onverwachte ontmoetingen met rijdend erfgoed uit onze jeugd. Heerlijk! Jasper Smits |
En RouteVerken Frankrijk via de aloude Routes Nationales en andere binnen- en buitenwegen. Parels uit vervlogen tijden, verhalen, geschiedenis en af en toe een uitstapje met een Franse klassieker naar 'het buitenland'. Index
All
Archives
March 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|