© Wim Noorman Reeds vele jaren ben ik gegrepen door de Route Bleue. Deze wijkt iets af van de N7, die van Parijs naar Menton loopt. Onderweg wordt in het Rhônedal de rechteroever van de Rhône genomen via de N82, over de Col de la Republique. Uiteindelijk komen de routes weer bij elkaar. Grotendeels volgt de Route Bleue dus de N7. Afgelopen zomer waren we weer eens in de buurt. In Lapalisse hangt het laatste officiële routebord van de Route Bleue. Deze hangt te hoog om gestolen te worden, gelukkig maar. Mede hierdoor wordt het prachtige stadje vaak aangedaan als stopplaats voor de tegenwoordige vaak georganiseerde N7-rallyes.
We vielen met de neus in de boter op een qua weer wat onstuimige maandagmiddag. Na een week extreme hitte, barst boven Lapalisse een enorme hoosbui uit. We zijn al gestopt en geïnstalleerd op de Camping De la Route Bleue, en zitten onder een overdekt terras te genieten van het historische spektakel op de route. Plaatselijke truckers met oud materieel zitten op hetzelfde terras, de hardware staat langs de Route. Onder andere een prachtige V8 UNIC staat de bui te trotseren, de chauffeur koestert ondertussen droog zijn Pastis. Een beetje veldonderzoek brengt aan het licht dat hier de eerste stop is van een 4-daagse rallye over de N7, van Montargis naar Grasse. Niet minder dan 100 deelnemende auto’s met bouwjaren tussen 1945 en 1968, en de plaatselijke helden van La Palisse doen ter plaatse ook een duit in het zakje. ’s Avonds staan de wagens geparkeerd achter het schitterende kasteel en uit een grote eetzaal, zoals alleen Fransen de publieke ruimte kunnen vullen, klinken gezellige geluiden. Ik tel niet minder dan drie eerste type 403’s die dag. Bijzonder? Ja, toch wel. De eerste twee bouwjaren hebben twee asbakken in het dashboard, eentje links en rechts, en wat eerder opvalt, de clignoteurs in de c-stijl. De dinsdagochtend, bij de bakker wacht een verwachte teleurstelling. Men is al vertrokken. Wat rest zijn leuke borden langs de weg met tekeningen van Thierry Dubois, het routebord en de rest van Lapalisse. Tank ook even bij het prachtige station, niks retro, gewoon in bedrijf. Toen ik veertig werd, reed ik in die week de Route Bleue, van Parijs tot Menton. Helaas strandde de 504 in Orange met een aanlopende achterrem. Na een reparatie van twee dagen (wachten op onderdelen) haalden we Menton dus niet en reden met een huurauto naar Aix en Provence, en weer terug. Het was 2005. De route is de afgelopen jaren flink opgeknapt, en wordt volop opnieuw uitgevonden. Heerlijk! Wim Noorman
0 Comments
Chiel Fritz bereed de Route Nationale 7 in stijl op zijn Ariel VB 600cc zijklep uit 1950 met zijspan. Een impressie. Zie ook het stripboek dat Chiel van zijn reis maakte. 1. De RouteLangs de binnenkant van Frankrijk, wel bij 30 graden in mijn T-shirt op de motor. Meer dan veertien dagen in negen etappes. In Briare heeft Eiffel een brug gebouwd, dat deed hij meer. Maar dit keer een scheepsbrug over de Loire. Door Nevers met zijn kathedraal met roze ramen. Allemaal nieuw omdat de kathedraal werd aangezien voor een locomotievenloods in de tweede wereldoorlog. De restauratie van de ramen duurt nu langer dan de bouw. In Lyon naar het automuseum: geen kip maar wel je haren in de wind toen helmen nog niet verplicht waren. Citécréation beschilderde in Croix Rousse, de volksbuurt van Lyon een enorme muur: le mur des Canuts, de zijdewerkers. Nu stoppen er bussen met touristen. In Montélimar lopen de kippen los. En kom je een dalmatiër tegen die uit Brugge was komen wandelen met zijn baasje. Geen van beiden zin in scharrelkip. Avignon met zijn Palais des Papes en het museum voor moderne kunst in een prachtig Hotel. In Aix is gezellige camping met hoge muren en een vriendelijke entree. Wel naast een bruggetje dat Cézanne vastlegde. 2. De pompZo'n bord waar de brandstofprijzen op staan. Met van die flapjes, wel digitaal, nog niet elektronisch. En de rest is ook al stuk. 200 bornes, 200 kilometers van Parijs, failliete nostalgie. Bibendum zit weer mooi in de verf en kan weer banden pompen. Monumentale benzinestations met zorg gerestaureerd. In Charbonieres de Garage du Méredien, prachtige art-deco met een nieuwe goed passende functie: vintage industrieel meubilair. Utternorth. 3. BikeMijn Ariel VB 600cc zijklep uit 1950 met zijspan. Beetje knutselen om de gps van 12 volt te voorzien. En gaan. Eén spaak gebroken, sluiting in de Lucas, the Prince of Darkness, verlichting. C'est tout. Overal parkeren in Parijs, wat een verschil met Amsterdam. Vertrek op de stip voor de Notre Dame, een biertje op het terras bij de Ecole Polytechnique vlakbij het Pantéon. Een verplichte stop op de Place de la Concorde. Je motortje is daar wel heel klein. Avignon met de camping op loopafstand van het centrum en gezellige katten waarmee je lekker over bikes kan praten. Wel in het frans natuurlijk. In Fréjus is het circus, en plein soleil gestopt op een groenstrookje langs de weg. Menton, de oude douanepost gesloopt. 'This is the end'. 4. PiscinologieIn Frankrijk zet men zijn zwembad rechtop. Dan is men piscinoloog. foto's en tekst: © Chiel Fritz
Dag 1: Amsterdam-Parijs-Avignon De RN7 heeft inmiddels zowat een cultstatus bereikt. Als je van Franse nostalgie houdt is het dé route om te rijden, liefst met een bijpassend voertuig. Het bijpassende voertuig is al enkele jaren onze trouwe en gewaardeerde metgezel, en vorig jaar hebben we tijdens onze reis naar de Dordogne een stukje van een andere 'Nationale' gereden, de RN10. Deze route is ons goed bevallen. We hebben daar verschillende sporen van het verleden gevonden die zeer de moeite waard zijn zoals beschilderde muren en een verlaten garage. In de loop van het jaar kregen onze plannen om naar het zuiden te gaan vastere vorm. Omdat de bestemming toch wel best ver was (hoewel Seize er zelf geen probleem mee zou hebben) wilden we Seize om haar toch wat te sparen op de autotrein zetten. Wij zouden er zelf met de TGV achteraan reizen. In Avignon zouden we Seize van de trein halen en konden we aan ons RN7 avontuur beginnen. Op de laatste vrijdag van april rond 10 uur s'ochtends op pad gegaan. Tijd zat om Seize om 18.30 uur bij het treinstation in Parijs 'in te leveren' dachten we.. maar er bleken lange files te staan rond Parijs en het was uiteindelijk toch wel een beetje spannend of we de trein zouden halen. Gelukkig hebben we het toch gered.. Na het controleren van het treinkaartje werd Seize rondom bekeken om eventuele al aanwezige schades te noteren. Daarna werd ze voorzien van beschermend plastic op de stoel en ook het stuur werd ingepakt met plasticfolie. Op de vloer werd een papieren matje gelegd, dit alles om te voorkomen dat ze 'vies' zou worden als de medewerkers van de autotrein haar de trein op en af zouden rijden. Een blokje schuimplastic werd op de deur onder het sleutelgat geplakt om niet te krassen met de sleutelbos en tot slot werd er nog een sticker met de bestemming op het raam geplakt. Ze was klaar voor haar trip. Het was best wel een beetje spannend om Seize alleen op de trein te laten gaan. Gelukkig bleek het station niet al te groot te zijn, en konden we met onze eigen ogen zien dat ze met grote zorgvuldigheid de wagon opgereden werd. Dat maakte dat onze eventuele zorgen over dit avontuur nog kleiner werden. Het was inmiddels etenstijd geworden, en met de metro zijn we Parijs ingegaan om een restaurant te zoeken. We hadden niet heel veel tijd omdat we om 20.30 uur de TGV naar Avignon moesten halen. Gelukkig was de service in het restaurant snel, zodat we voor het inchecken ook nog een kopje koffie konden drinken op het station. De TGV heeft ons zonder vertraging naar Avignon gebracht. Ons hotel was op loopafstand van het station en de sleutel lag klaar. Het liep tegen middernacht, tijd om te gaan slapen. Dag 2: Avignon-Orgon-Piolenc-Avignon Seize 's ochtends opgehaald bij het station van de autotrein in Avignon en op weg gegaan. Er stonden vandaag twee musea op het programma, beiden over de historie van de weg, de bijbehorende vervoersmiddelen en de wisselwerking hiervan met de regio. Eerst inkopen gedaan in Avignon en even kort de stad bekeken (er is een mooie overdekte markt vol met produkten voor fijnproevers) Daarna de RN7 opgezocht en gaan rijden. Een geel R4tje stond ergens bij een garage. Natuurlijk even een foto genomen met Seize erbij. Het eerste museum 'Musée Automobile de Provence' in Orgon ging om 14.00 uur open. Mooi, hadden wij nog even tijd om te picknicken (in de kou, deze eerste dag begon regenachtig en koud). Toen we eenmaal binnen waren in dit sympathieke museum, begon het echt te regenen. Het museum heeft een betrekkelijk kleine maar interessante collectie auto's en automobilia. Verder een café met danszaaltje (live muziek op dinsdag) en een werkplaats. Je kunt er ook terecht voor het kopen van een oldtimer, bijv. een Traction Avant opknapper voor € 4900,-. Het leukste wat ik in dit museum gezien heb was de toeristenbus met opschrift 'Route Nationale 7' die dienst doet als rokersruimte! Nog even wat foto's van Seize vóór het museum genomen en daarna zijn we op weg gegaan naar Piolenc. Daar staat hét museum van de RN7, Musée Memoire de la N7. Dit museum is o.a.bekend geworden door Thierry Dubois, de promotor en connaisseur van de RN7. Ook in dit museum een collectie auto's en automobilia, maar meer gelieerd aan de regio. Er draait een film waarin je van alles te weten kan komen over de bloeitijd van de RN7. Wist je dat Piolenc vroeger bekend stond om zijn knoflook en z'n produktie van bezems en aanverwante artikelen? Deze produkten zijn ook in het museum te bewonderen. Leuk, die bezems en manden uit de jaren '50 en '60! Maar helaas niet te koop.. Toen we het museum uitkwamen was het zonnig geworden. We zijn teruggegaan naar Avignon. Daar hadden we nog een paar bijzondere wegwijzers te fotograferen die aan het museum zijn 'ontsnapt' en nog steeds op hun plek staan. Michelinborden! Bij de brug (niet de halve, maar die ernaast) zit een bord met de aanduiding 'Le Rhone' ingemetseld, gedateerd 24-10-'59. En langs de weg op een vluchtheuvel staat een bijzonder en bijna aandoenlijk duo: twee mooie gekleurde richtingsaanwijzers! Nu op zoek naar iets lekkers om te eten, en nog even door de stad slenteren als echte toeristen. Dag 3: Avignon- Aix-en-Provence- Marseille Uitgecheckt bij ons hotel in Avignon. Vandaag zullen we via Aix-en-Provence naar onze B&B in Marseille rijden. Tijd om de weg eens goed in ons op te nemen. We passeren de beroemde platanen en af en toe stoppen we even om een foto te nemen. Een verlaten benzinestation, waar eigenlijk niet meer van rest dan een luifel, enkele geschilderde reclames die stand houden, een 'restaurant Routier'.. Sporen van de vakantieroute van weleer. Bij Aix staat nog de beroemde 'Total' paal. Het bijbehorende benzinestation heeft de moderniseringsdrang helaas niet overleefd. Hier halen we broodjes voor onze picknick, want omdat het 1 mei is (Dag van de Arbeid) zijn de meeste winkels gesloten. We rijden door naar Aix, waar we Seize in een ondergrondse parkeergarage zetten. Aix-en-Provence, de stad van de schilder Paul Cézanne. Midden in het centrum staat het museum 'Caumont Centre d'Art' Hier bekijken we enkele mooie stijlkamers en een film over het leven van Cézanne, die de omgeving en vooral de Mont Sainte Victoire vele malen geschilderd heeft. Daarna terug naar Seize, waar ons een onaangename verrassing wacht. Nietsvermoedend afgerekend bij de betaalautomaat en de garage ingelopen.. waar ons geen Seize opwacht op de plaats waar we dachten haar te hebben achtergelaten! Misschien staat ze toch op een andere verdieping? terwijl we de hele garage doorzoeken begin ik behoorlijk zenuwachtig te worden. Ze staat er niet! Op de heenweg had Reinier een foto van de lift gemaakt, zomaar. Deze kwam ons nu goed van pas, want ook die lift konden we niet meer vinden. Zou er ergens nog een andere parkeergarge zijn? Wij weer naar boven om de plaats te zoeken waar we naar binnen zijn gegaan. En ja hoor, na enig speuren blijkt dat er in Aix twee (bijna) indentieke parkeergarages zijn. Vlak bij elkaar, maar niet onderling verbonden. Opgelucht stap ik in. We verlaten de RN7 even om koers te zetten naar Marseille, waar ook ons overnachtingadres voor die avond is. Als we Seize uiteindelijk in een rustig straatje parkeren is het al donker geworden. Dag 4: Marseille De vriendelijke gastheer van de B & B in Marseille zet terwijl wij nog slapen ons ontbijt klaar in het schuurtje. Lekker kopje koffie en wat broodjes, helemaal goed! Vandaag staat er naast het bekijken van de stad ook nog een mooi natuurgebied op het programma. Eerst gaan we naar het gebouw 'La Cité Radieuse' van Le Corbusier. In 1947 is de bouw van dit wooncomplex gestart en in 1952 is het voltooid. Een icoon van het modernisme. Hoewel er gewoon mensen wonen, is het mogelijk om dit gebouw ook van binnen bekijken. Even je naam bij de portier in het gastenboek schrijven is het enige wat je hoeft te doen. 'Parc National des Calanques' is de naam van een heel mooi natuurgebied dat vlakbij Marseille ligt. Een uitdaging voor Seize om over de smalle en steile weggetjes te rijden! We genieten van de mooie uitzichten en van de zon op een bijna verlaten kiezelstrand. Daarna naar het centrum van Marseille. We bezoeken een wijk die bekend staat om z'n vele graffiti. Vroeger berucht vanwege de maffia, nu is Marseille een prachtige en levendige havenstad. Voordat we een restaurant opzoeken kopen we meloen bij een van de Algerijnse kooplieden op de markt. Dag 5 en 6: naar Ramatuelle en via St.Tropez naar Nice We verlaten Marseille en zoeken de RN 7 weer op. We vinden de oude weg weer bij Châteauneuf-le-Rouge. Vandaag is een echte reisdag. We passeren een RN7 paal bij Pourièrres, houden een picknick naast de kenmerkende cipressen die hier langs de weg staan en passeren de plaatsjes Tourves (bekend van de jaarlijkse festiviteiten rond de 'Bouchon') en Brignolles. Hier fotografeer ik een Michelin wegwijzer die hoog in een muur zit ingemetseld en een mooie muurschildering ('Noilly Prat') De RN7 is mooi en ons eindpunt voor deze dag ook. Ramatuelle! Hier zijn we te gast op een voormalige boerderij midden in de natuur. Wat een prachtige plek! Na 's morgens nog een paar foto's te hebben gemaakt van de Dyane van de eigenaresse van de B&B boerderij in Ramatuelle gaan we op weg naar Nice. Onderweg doen we St Tropez aan. Omdat het voorseizoen is, is het nog niet zo druk. We genieten van de leuke kleine straatjes en van het strand, wat je hier onder handbereik hebt. Onderweg naar Nice passeren we nog een Michelinbord met opschrift St. Tropez. Helaas is het erg druk op de Route richting Nice en hebben we zelfs file. Wel komen we onderweg nog een leuke garage tegen waar een aantal Franse klassiekers uitgestald staan. Natuurlijk parkeren we Seize even ernaast om een paar foto's te nemen. In de avond bereiken we ons hotel in Nice, dat midden in de stad ligt. Wel weer even wennen zo op drie hoog achter na het prachtige landschap van Ramatuelle. Dag 7, 8 en 9: naar Menton en terug naar Parijs- Amsterdam Vandaag gaan we vanuit Nice op pad om ons verste punt te bereiken. Menton, de citroenenstad bij de Italiaanse grens.Ook wel bekend van de scène bij de Frans-Italiaanse grensovergang uit de film 'Le Corniaud' met Bourvil. De route ligt hier langs de kustlijn, je kunt de zee zien. We stoppen bij een bedrijfje waar de bestrating net zo blauw is geverfd als de lucht en de zee om ons 'fotomodel' Seize vast te leggen in zomerse sfeer. Gelukkig geen files vandaag. Drie kwartier later bereiken we Menton. Hier mag Seize nog een keeer poseren, nu bij het Michelinbord met opschrift 'Menton'. Deze is aanmerkelijk ouder dan Seize, de datum die erop vermeld staat is 23-4-'51. Nog wat foto's bij de oude grenspost en dan even Italië in, we zijn er nu toch. De eigenaresse van onze B&B in Ramatuelle wist ons te vertellen dat veel Fransen ook graag even over de grens gaan omdat de streekprodukten die op de markt in Ventemiglia worden verkocht in Frankrijk niet te krijgen zijn. Er gaan zelfs speciale pendelbussen om deze fijnproevers naar Ventemiglia te vervoeren. Wij keren weer om want we willen Menton in. Deze stad heeft een echt Zuidfranse sfeer en er is een brede keuze aan regionale producten te koop, waarbij mij vooral de natuurlijke parfums en de uitgebreide keuze aan zepen (waaronder uiteraard citroenzeep) opvallen. Op de terugweg naar Nice worden we een tijdje gezelschap gehouden door een Renault 12. Wat betreft de Franse klassiekers hebben we ook tijdens deze reis vooral 'Eendjes en Viertjes' gezien. Deze zijn nog regelmatig in gebruik bij de Fransen. Verder zijn we een Peugeot 204 en een 504 en een Renault 6 tegengekomen. Terug in Nice brengen we Seize naar het station, haar trein naar Parijs gaat vanavond. Wij gaan nog even de stad in om te eten en de laatste souvenirs te kopen. Morgen zullen ook wij naar Parijs reizen per TGV. We checken uit in ons hotel in Nice. De trein gaat om 11.00 uur en rond 17.00 uur stappen we uit in Parijs. Ons hotel staat midden in de wijk Montmartre. Deze wijk is druk en sfeervol en sinds ons laatste bezoek in 2012 gelukkig niets veranderd. De volgende ochtend halen we Seize op bij de autotrein. Keurig 'verpakt' net zoals op de heenreis vinden we haar terug op het parkeerterrein bij het station. Nog even een klein rondje door Parijs met Seize, nog een paar foto's maken en door naar Amsterdam. Barbara de Bruin all pictures © Barbara de Bruin
© Theo van Os Het wordt écht nog eens de hele N7, geïnspireerd geraakt door publicaties van Seize en Thierry Dubois en boeken als 'Un beau Voyage' en 'In die Sonne, in die Ferne'. Maar helaas liep het deze vakantie iets anders en is het maar bij een klein gedeelte gebleven, tussen Montargis en Nevers wel te verstaan. Maar de N2 naar Reims, een kort bezoekje aan het voormalige wegcircuit van Reims-Gueux en een hoop alternatieve N- en D-wegen, maakten veel goed.
Het is onvoorstelbaar zoveel je onderweg nog tegenkomt aan desolate cafés, uitgestorven garages (met een compleet verroeste 203 op het terrein!), oude tracé's, gekoesterde wegwijzers, vergane muurreclames en opgeknapte pleisterplaatsen., Als ik die allemaal op de foto had willen zetten, was ik waarschijnlijk nu nóg bezig met de heenreis. Er is werkelijk zóveel te zien, dat je eigenlijk om de paar kilometer moet stoppen. Dus er moet nog een keer een reis aan besteed worden, maar dan uitsluitend om te fotograferen. En het liefst in een tijdcorrecte voiture ..... Theo van Os © Mario Looijer Op de 'langste file-dag' met flink wat regen gingen mijn gedachten ineens naar de Route Nationale 7 die ik vorig jaar heb gereden (zie de reportage). Waarom eigenlijk? Het leek me leuk om daar eens over te schrijven met de zomervakantie in het vooruitzicht.
Zoals elk jaar gaat geheel West-Europa op ongeveer hetzelfde moment op vakantie. Nu wat verder dan vroeger. Vroeger toen men voornamelijk dicht bij huis bleef en er geen snelwegen waren in Frankrijk. Men vond halverwege de vorige eeuw dat snelwegen niet nodig waren in Frankrijk. Nou, dat hebben ze geweten. Ik denk dat menig Fransoos bezweken is in de file van de hitte en dat aardig wat kindergebitjes verloren gegaan zijn in de strijd tegen het snoepgoed. En dan heb ik het nog niet eens over de ruzies over de te nemen (verkeerde) route. Geloof mij maar, er zijn ook mannen die niets van kaarten snappen. Toen ik vorig jaar de RN7 bereed, heb ik al die ellende niet meegemaakt, voornamelijk omdat ik in september ging. Ik ben in stijl gegaan met mijn DSpécial uit 1972. Natuurlijk zijn de Routes Nationales een feest met een DS maar als het mooi weer is en je kijkt naar je omgeving, dan wil je echt niet meer over de snelweg! Je ziet zoveel mooie dingen langs de route: reclame op gevels, oude benzinepompen, monumenten en kunst. Soms moet je goed kijken om het te zien en soms ben je er onderdeel van. Zeker als je met een oude Franse auto door een authentiek dorpje zweeft. Natuurlijk kun je de Routes Nationales ook met een moderne auto rijden want niet iedereen is immers in het bezit van een klassieker. Ik denk dat iedereen ervan geniet en het is zo ongelooflijk ontstressend! Bovendien zijn er zoveel mooie Routes Nationales dat je overal heen kunt en Frankrijk kunt ontdekken zoals je niet vaak hebt gezien. Wil je naar de Cote d'Azur? Dan neem je de betoverende N7 zoals ik heb gedaan, maar wil je richting Biarritz, dan kan dat ook over de N10. Deze wegen zullen ook uitstekend geschikt zijn om het voetbalverkeer dat over de Péage gaat te ontlopen. Je zult daar immers weinig oranje vlaggetjes zien, tenzij je over de N7 naar Orange gaat natuurlijk! Bon voyage! Mario Looijer De Route Nationale 7, Route des vacances of Route Bleue bijna 1.000 km van Parijs naar Menton Wat de Route 66 voor Amerika is, is de Route Nationale 7 voor Frankrijk. Mijn interesse voor deze route werd gewekt door het boek 'Langzaam door Frankrijk' van Peter Jacobs en Erwin de Decker, dat ik een tijdje geleden heb aangeschaft. We zijn afgelopen maand in de gelegenheid geweest om een stuk van deze route te rijden, namelijk van Moulins tot net voor Lyon, in totaal circa 180 kilometer. Gelukkig is er nog heel wat historie bewaard gebleven: de reclameschilderingen op de muren en gevels voor drank, chocolade, garages, corsetten, herbergen, hotels, relais, historische markers, oude Michelin wegwijzers etcetera. Hieronder volgt een chronologische opsomming van de plaatsjes langs de Route en hun bezienswaardigheden Moulins Een stad aan de Allier met een mooie kathedraal, een leuk centrum met historisch district achter de klokketoren en Le Grand Café waar Coco Chanel ooit haar zangkunsten uitgeprobeerd heeft. Bessay-sur-Allier Bar de la Route Bleue (een mooi roze gebouw), een oude Michelin wegwijzer, een leuk pleintje en aan het begin van het dorp een paar oude muurschilderingen Saint-Loup In Saint-Loup vinen we Le Relais de la Route Bleue met een blauw bordje 'Paris-Côte d’Azur', een muurschildering van het Gibaud corset (de firma bestaat nog steeds) en oude reclameschilderingen aan het begin van het dorp Varennes-sur-Allier Een oud bordje 'N7 Moulins-Nevers' aan de wand van een huis. Saint-Gérand-le-Puy Voor het dorp een gevelreclame van de Cordial Médoc. In het dorp op het plein het (opgeknapte) Hôtel de la Paix met een wegwijzer van lavasteen aan de muur. Lapalisse In dit plaatsje wordt de N7 in ere gehouden: historische markers aan het begin van het dorp en in het dorp zelf, het Chateau Lapalisse dat bezocht kan worden, een brocante, een muurschildering voor ham, op de Place Général Leclerc (donderdags markt) een blauwe mozaïekslinger met metalen noppen die belangrijke plaatsen langs de Route Bleue symboliseren, bijvoorbeeld Montélimar, Cannes, Nice, Menton. Schuin tegenover ligt de Bar du Marché waar je heerlijk kunt eten. Bij het toeristenbureau hebben ze veel interessante brochures en aandenkens aan de N7 en aan de beroemde 'Embouteillage' die eens in de twee jaar plaatsvindt. (Dit jaar in het weekend van 7-8-9 oktober). De opstoppingen op de RN worden dan nagespeeld met oude auto's etcetera. Zie embouteillagen7lapalisse.blogspot.fr. Bovendien kun je in Lapalisse op twee plaatsen een lokale lekkernij kopen: de Vérités of de Lapalissades. St. Prix Een oude steengroeve en de Bar L'Étape Bleue. La Pacaudière Le Petit Louvre: vroeger een gîte d’étape/postrelais waar reizigers van stand logeerden; de namen van enkelen staan in de trappen voor het gebouw gebeiteld. Niet te vergeten: de N7 was vroeger tevens de Route Royale. Het Petit Louvre heeft een prachtig dak, een hoektorentje maar vooral de Bar/Tabac is de moeite waard. Zelden zo'n gezellige sfeer om 10 uur 's ochtends meegemaakt. Op zaterdag is voor de deur een klein marktje. Verder in het dorp mooie gevels en ornamenten aan de huizen en een prachtige tromp d’oeuil schildering. Na het dorp nog twee oude gevelschilderingen van Mutzig bier en chocolat/patisserie. Daarna komt men langzaam aan in Roanne. Deze stad hebben we links laten liggen omdat we net buiten Roanne bij Lac Villerest moesten zijn. We vervolgen onze weg richting Lyon en komen langs de volgende plaatsjes: Saint-Symphorien-de-Lay Aan het begin van het dorp een bord ter ere van het record uit 1985 van de grootste omelette (42.470 eieren) In een zijstraat van de hoofdweg La Tête Noire, een officiële post en herberg uit de 15e en 16e eeuw die tot 1968 continu hotel geweest is. Tegenwoordig is de toeristische dienst er gevestigd. Er moeten nog hele mooie fresco's aanwezig zijn. De Col du Pin Bouchain, 760 m hoog en het hoogste punt van de RN7, stelt nu niet meer zoveel voor maar vroeger was dit wel even anders. Tarare Hier een fabriek waar vroeger meer dan 500 meisjes pluche en velours maakten onder het toeziend oog van de nonnen. Verder enkele muurschilderingen. Charbonnières-les-Bains Een juweeltje is het Art Deco gebouw van de Garage du Méridien met een gestileerde limousine in het glasraam op de Rue de Paris nr. 73 zoals de RN 7 hier heet. Nog circa 5,5 kilometer op de N7 en je bent bijna bij een van de vele tunnels van de stad Lyon. Voor ons hield het N7 avontuur hier op maar ik weet zeker dat er in de toekomst nog meer stukken zullen volgen.
Gabi Bertram © Mario Looijer Begin dit jaar hoorde ik van een vriend dat hij de N7 wilde gaan rijden met zijn Citroën DS. Hij vroeg of ik mee wilde en in eerste instantie heb ik ja gezegd. We zouden met een paar mensen gaan in twee of drie klassieke Citroëns.
Ik ben toen uit gaan zoeken hoe de route loopt en wat er te zien is. Je kunt er veel over vinden, maar Thierry Dubois steekt er met kop en schouders bovenuit. Hij zet zich in voor het behoud van de nostalgie van de N7 en doet dit met leuke en mooie cartoons van dorpjes en auto's. Op mijn speurtocht naar informatie kwam ik ook al snel uit op 'Langzaam door Frankrijk', een onlangs opnieuw uitgegeven boek van Peter Jacobs en Erwin de Decker. Dit bleek voor mij de 'heilige graal'; zonder dit boek mis je te veel en dat wil je niet! Uiteindelijk werd ik zo enthousiast dat ik besloot om de route met alleen mijn vrouw te rijden, om zo min mogelijk te missen en in ons eigen tempo te kunnen rijden. En om echt het oude vakantiegevoel van vroeger te krijgen, plakten we er meteen een vakantie in Toscane aan vast. We hebben 5 dagen uitgetrokken voor de route. Dat bleek soms toch nog iets te krap als je alles wilt zien. Officieel beginnen alle Route Nationales voor de Notre Dame in Parijs. Maar vanwege de drukte en omdat we met een oude auto reizen, beginnen we bij het echte begin van de N7: de Porte d'Italie. Een geweldige naam voor het begin en voor ons zeer toepasselijk. Bij de reis ernaar toe, kiezen we ervoor om niet over de snelweg naar Parijs te jakkeren, maar via Brussel over de N2 te rijden. Geen péage, maar van dorpje naar dorpje, om alvast in de stemming te komen en te wennen aan het kaartlezen. De TomTom kan in het dashboardkastje. Na de N2 beginnen we dan eindelijk aan onze tocht naar het zuiden, de mooie zee en het betere klimaat. Zoals gezegd vanaf de Porte d'Italie, richting Evry. In het begin is het verkeer nogal druk; na het vliegveld van Orly komen we langs een vroege Concorde die daar langs de weg staat en wordt het wat rustiger. Bij Evry komen we het eerste mooie object tegen: een Pagode in een opvallende kleur. We gaan door naar Fontainebleau; het kasteel van Napoleon dat daar staat, is de moeite van het bekijken waard. De volgende dag vertrekken we via de obelisk die in Fontainbleau staat, vlak voordat je het stadje uitgaat. In Fontenay-sur-Loing stoppen we bij de Notre-Dame de la Route, een kapelletje dat mensen vroeger eerst bezochten om te bidden voor een veilige reis. Het heeft mooie glas in lood ramen met daarin verwerkt de blauwe route. Nu kunnen we op weg naar Montargis. Een leuk en mooi stadje; er zullen er nog vele volgen op de route. Stuk voor stuk het bezoeken waard. Ontdek Frankrijk zoals het eigenlijk is: vriendelijk, nostalgisch en mooi. Iets wat je niet ziet op de snelweg bij 130 kilometer per uur. Vlak na Montargis, bij Les Bézards, vinden we op een kruispunt het eerste minpuntje van de N7. Een monument voor de omgekomen leden van de familie Michelin. Op verschillende momenten in de geschiedenis zijn hier leden van de Michelinfamilie bij een ongeluk om het leven gekomen op vrijwel dezelfde locatie. Vroeger was de N7, evenals veel andere Franse wegen, levensgevaarlijk. Er is veel verbeterd, maar tijdens onze reis las ik dat er nog steeds (te)veel doden vallen op de Franse wegen. Ook tijdens onze reis wordt de DS meerdere keren onverantwoord ingehaald. Het volgende plaatsje dat we aandoen is Briare, aangekondigd door de mooie straatverlichting. Om het te bezoeken moet je wel iets van de route af. Briare heeft één van de langste water-over-water kanalen van Europa. Het is een brug met water, een fraai ontwerp van niemand minder dan Gustave Eiffel, de ontwerper van de Eiffeltoren. Loop er gerust overheen en geniet van het uitzicht en de rust. Na het mooie Cosne-sur-Loire en Maltaverne komen we aan bij een heel nostalgisch punt op de route: hotel, restaurant en tankstation 'Les 200 Bornes'. Het ligt op 200 kilometer van Parijs, vandaar de naam. Het is er nog steeds zoals het was in de jaren '50-'60. We drinken er wat en bekijken de oude foto's binnen. Als je er voor de deur staat zie je rondom het tankstation nog het originele wegdek. Tegenwoordig loopt de N7 er flauw weg. De N7 zelf is nog goed te vinden, zeker als je oude kaarten gebruikt en een gedetailleerde Michelin wegengids. Een vuistregel voor de N7 is dat er bijna overal een 7 in het wegnummer zit (DN7, D6007 etc.). Langs de route vind je op oudere gebouwen regelmatig muurschilderingen met oude reclames erop. Vaak zijn deze bijna vergaan of door een boom deels aan het zicht onttrokken. We gaan verder naar Nevers, bekend van het Formule 1 circuit van Magny Cours. Het is een zeer mooie stad, waar veel te zien is. In de stad is een parcours uitgezet met een blauwe lijn over de grond, die je langs alle mooie plekken voert. Kijk vooral ook omhoog naar de mooie gebouwen en de kathedraal. Vlakbij Moulins hebben we een chambre d'hôtes besproken. Oubollig, klein en zeker niet modern, maar perfect voor een nostalgische vakantie! De volgende dag rijden we naar Moulins. Een mooie stad. 'Le Grand Café' is een aanrader. Het heeft onder andere een glas in lood plafond, mooie spiegels en een plafondschildering uit 1890. We verlaten Moulins weer en rijden door het plaatsje Bessay-sur-Allier. Voor een origineel oud Michelin-bord ga ik met mijn DS op de foto. Maar pas wel op want het verkeer en de vele vrachtwagens razen hier net zoals vroeger doorheen. De Bar de la Route, die hier ook te vinden is, is volgens mij niet meer open. Deze bar langs de Route Bleue is niet blauw, maar roze. Verder naar Lapalisse, een mooi klein dorpje met een groot château op de berg. Hier vind je middenin het dorpje één van de weinige, zo niet het enige originele 'Route Bleue'-bord. Het bord zit hoog tegen een pand, tegenover een winkeltje waar je blauw snoep kan kopen (echt een aanrader). We beginnen nu aan de eerste serieuze beklimming. De Col du Pin Bouchain op 760 meter is het hoogste punt van de N7. De route loopt nu naar het mooie Tarare, richting Lyon. In één van de voorsteden vinden we een Art Déco garage in goede staat. Wat de huidige functie van het gebouw is weet ik niet maar het ziet er erg leuk uit. Voordat we Lyon binnenrijden, zien we op een kruispunt een met bladgoud belegde grote klok. Het verhaal gaat dat een burgemeester ooit een hogere en mooiere klok wilde dan die op de kerk in het dorp. Dat is zeker gelukt! Lyon is een leuke, maar ook erg drukke stad. We zijn er met de DS vluchtig doorheen gereden. Beter is Vienne, een kleiner stadje net onder Lyon. Met bijzonder goed bewaard gebleven Romeinse bouwwerken. De moeite van het bekijken waard! Tip: neem de eerste parkeergarage, want in het oude gedeelte is een parkeerplaats moeilijk te vinden. We vervolgen onze tocht richting Valence. We treffen er een heel mooie oude benzinepomp. Niet meer in gebruik, maar op de pompen zelf na, volledig intact en goed onderhouden. In het dorpje Loriol-sur-Drome is de Nationale 7, zoals in meer dorpjes langs de Route, herontdekt. Oude muurschilderingen met reclames van vroeger zijn zelfs in ere hersteld. Geweldig! In Montélimar drinken we koffie, kopen we de bekende Nougat en rijden we verder naar Piolenc. Hier staat, iets voorbij het dorpje, maar niet te missen, het Nationale 7 museum. Het is vanbinnen niet erg groot, maar het is leuk om te zien dat de historie bewaard wordt. Door naar Orange met een heuse Arc de Triomphe. Kleiner dan die in Parijs, maar zeker niet minder mooi. We bezoeken Avignon, een ommuurde stad en eten er wat. Bezoek vooral de halve brug, die wordt bezongen in het bekende Franse liedje. We overnachten in een goedkoop hotelletje aan de rand van de stad. De volgende dag gaan we verder naar Aix-en-Provence, de stad van de bekende schilder Paul Cézanne. Het klimaat wordt steeds beter: het gevoel van Zuid-Frankrijk dient zich aan! We hebben er nog steeds heel veel zin in. Aix-en-Provence is erg toeristisch. Na een foto bij het beeld van Cézanne en een kop koffie, ontvluchten we de toeristen. We gaan richting Fréjus en dat ligt, jazeker, aan de kust! Het weer is er hartstikke goed, de DS doet het nog steeds foutloos en we hebben voor het eerst een hotel met airco. Een teken dat we erg zuidelijk zijn. Fréjus is een mooi stadje met een leuk haventje. De volgende dag gaan we toch weer verder: op naar het decadente gedeelte van Frankrijk. We hebben het natuurlijk over Cannes en Nice. Cannes is dé filmstad en heeft mooie fresco's op de gevels. Het wordt er wel erg druk en vanwege ons schema besluiten we op de route te blijven en door te rijden naar Golfe Juan. Hier kwam ooit Napoleon aan land vanaf Elba en hier begint ook de 'Route Napoléon'. Iets voor een latere trip? Antibes, de volgende plaats, blijkt tot 1860 de grensstad geweest te zijn (nu is dat Menton). Nice hoorde namelijk toen nog niet bij Frankrijk. We gaan verder naar Nice (tip: probeer de spits te vermijden). Rondom Monaco liggen mooie wegen. Wij nemen de Moyenne Corniche, de mooiste kustweg volgens sommigen. De Nationale 7 liep hier vroeger op verschillende manieren en de wegen zijn ooit verlegd of veranderd. Neem de route die je het mooiste vindt. Menton, onze eindbestemming! En wat is het intussen warm in de DS! We zijn nu echt bijna in Italië en dat voel je! Ik vind Menton niet echt bijzonder. Het parkeren bij het stadhuis is erg duur. Wie naar de grens wil rijden, kan de borden Italie volgen. Je komt dan bij de moderne nieuwe grenspost aan. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling bij zo'n nostalgische reis! Vlak voor de grens splitst de N7, die nu D6007 heet, zich. Als je op de splitsing naar links gaat (nog steeds de D6007), dan kom je bij de oude bekende grenspost. Hier wil je je reis afsluiten! Wat is nu de magie van de N7? Ik denk de historie van deze route. Het is te gek voor woorden dat de Franse regering zo lang vast heeft gehouden aan de gedachte zonder snelwegen te kunnen. Enorme files op zwarte zaterdag en gevaarlijke situaties waren het gevolg. Door die files zijn de snoepwinkeltjes langs de route erg populair geworden om de kinderen zoet te houden. Die kinderen hebben nu waarschijnlijk ongeveer de leeftijd van mijn ouders en zullen herinneringen kunnen ophalen aan vroeger door deze route opnieuw te rijden. Wat heeft mij getrokken? Dat zijn toch de oude stukjes weg en de oude reclames, in combinatie met de oude kathedralen en mooie château's en gebouwen. Je rijdt inderdaad, zoals het boek 'Langzaam door Frankrijk' al zegt, heel langzaam door Frankrijk. Hierdoor heb je tijd om het land eens echt te zien en niet alleen de snelweg, het strand of de Eiffeltoren. Je ziet Frankrijk op z'n best. En dan tenslotte mijn laatste tip: als je een hotel boekt, doe het zonder ontbijt. Rij elke ochtend lekker naar een boulangerie en koop verse croissants, je leeft maar één keer (als een god in Frankrijk)! Mario Looijer © Marc Noordink We ronden de serie over de Franse routes af met, hoe kan het anders, de Route Nationale 7. Zoals ik in de eerste aflevering (over de RN10) al opmerkte is de RN7 niet noodzakelijkerwijs de mooiste of meest bezienswaardige van de oude hoofdroutes. Maar het is wel de onbetwiste koningin der oude routes, de Franse Mother Road en eigenlijk de maatstaf der dingen. Rondom deze route hangt de meeste romantiek en zijn de meeste nostalgische activiteiten ontstaan. De verklaring daarvoor moet toch liggen in haar historische status als Route des Vacances; Charles Trenet bezong het al in 1955. Frankrijk is Parijs en vanuit de drukke Région Parisienne voert de RN7 de vakantieganger naar de glamoureuze Côte d'Azur, van oudsher de gedroomde vakantiebestemming. Van de aflevering over de RN6 weten we al dat veel meer verkeer voor de RN6 koos om naar het zuiden te gaan. Maar wat doet zo’n objectief gegeven er toe, de RN7 is hèt symbool geworden van de congés payés, van de trente glorieuses en van de époque tout-auto. Voorbije tijden, maar deze begrippen markeren een tijdperk waarin een aantal zaken samenviel. De gewone werknemer kreeg doorbetaalde vakantie, hem zo in staat stellend er daadwerkelijk op uit te trekken. Wij kennen in Nederland het begrip van de dertig glorieuze jaren wat minder, maar in Frankrijk was de periode vanaf de Tweede Wereldoorlog tot ongeveer de oliecrisis van 1973 een periode van optimisme en grote jaarlijkse economische groei en welvaartstoename, dezelfde werknemer in staat stellend zijn eigen automobiel aan te schaffen. En gedurende deze periode had men alleen maar oog voor de voordelen van het fenomeen auto, waardoor de infrastructuur en ruimtelijke ordening volledig op de auto werden ingericht.
De moderne hang naar het verleden, naar een tijdsgewricht waarin alles beter lijkt te zijn geweest, zorgt voor de romantisering van de Route Nationale 7, die het bovengenoemde tijdperk als niets anders symboliseert. Ik schrijf overigens bewust dat alles beter lijkt te zijn geweest en de vraag of dat echt zo was kunnen we maar beter onbeantwoord laten. Alles wat we in de voorgaande afleveringen hebben gezien, zien we natuurlijk ook bij de RN7 terug. De weg diende ooit om dorpskernen en stadscentra met elkaar te verbinden, dus dat is altijd het oorspronkelijke traject. Maar afhankelijk van omstandigheden en lokale slagvaardigheid ontstonden omleidingen; om eens twee niet-willekeurige plaatsen te noemen, Tourves in de Var kreeg al in 1968 zijn omleiding, Lapalisse in de Allier pas 38 jaar later in 2006. Waarmee een combinatie van oude en gedetailleerde moderne kaarten de sleutel tot het terugvinden van het oude traject vormt. Een rit van Parijs naar de Côte d'Azur is altijd fraai, maar je zou eigenlijk een beetje moeten kijken door de bril van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. De topjaren van de auto, dorpen die leefden van het autoverkeer en de restanten je daar nu nog van kunt zien. De cultuur van de weg dus en van het vroegere vracht- en vakantieverkeer: oude en vervallen of verlaten hotels, restaurants, benzinestations, garages, oude betonnen Michelin wegwijzers, oude geschilderde muurreclames, enz. Met daarbij de toeristische bezienswaardigheden van de plaatsen die je passeert. Als we het over de RN7 hebben kunnen we niet om Thierry Dubois heen, en al helemaal niet meer na het noemen van Tourves en Lapalisse. Thierry is historicus en begenadigd striptekenaar, ontwerpt heel veel affiches voor autogerelateerde evenementen en sleurt al jaren aan de status van de Route Mythique RN7. Hij heeft er ook een aantal boeken over uitgebracht, met een mooie mix van verhalen, historisch fotomateriaal en fraaie tekeningen van eigen hand. Hij heeft inmiddels zo veel naam en faam verworven dat iedereen die iets op, bij of rondom de Route Nationale 7 wil organiseren hem er bij wil hebben. Inmiddels hebben zelfs de meeste gemeentebesturen die aan de RN7 liggen zich georganiseerd, maar het begon met de omleiding van Lapalisse. Op initiatief van Thierry organiseerde de gemeente in oktober 2006 een feestje ter gelegenheid van de opening van de rondweg met als bedoeling de oude vakantieopstopping nog voor één keer te laten herleven. Deze Dernier Embouteillage werd zo'n succes dat in oktober 2014 al weer de vijfde (tweejaarlijkse) editie werd georganiseerd. Hier op Route Nationale vind je in de rubriek “Exposition” een verslag van de 2012 editie. Ook het supersmalle Tourves viert in augustus van dit jaar zijn derde Bouchon de Tourves volgens een vergelijkbaar concept onder auspiciën van Thierry Dubois. De RN7 kent zo veel details en wetens- en bezienswaardigheden, dat het te ver zou voeren om ze hier allemaal op te noemen. Met een paar dagen tijd komen al rijdend vanzelf je eigen voorkeuren naar boven. In de fotoreeks zitten een paar foto’s in de omgeving van Parijs, maar vanwege de drukte daar kun je misschien beter bij Fontainebleau aan de RN7 beginnen. Let, met de kaart in de hand, steeds op het vermijden van de vele omleidingen om de dorpen en de steden. Dat is nu de doorgaande weg, maar de nostalgische toerist wil het oude traject volgen. Dat lukt ook, tot we langs de Loire rijden. Na Cosne-Cours-sur-Loire zit de vervelende Autoroute A77 behoorlijk in de weg, wat onder andere komt omdat hij af en toe op de oude RN7 ligt. Kies hier toch voor Maltaverne en de D247A, buig even weg en keer via Tracy-sur-Loire en de D553A weer terug. Het bijkomend voordeel is dat je door de schilderachtige wijnvelden van Pouilly-sur-Loire rijdt, waar de wereldberoemde witte Pouilly-Fumé vandaan komt. Pouilly is verder een geschikte overnachtingsplaats, op dagafstand van Nederland, niet zo toeristisch als wijnbuurman Sancerre, met een paar hotels en een erg leuke Camping Municipal (ik sliep hier voor het eerst in 1978). Een passend hotel is Les 200 Bornes, 200 kilometer van Parijs verwijderd en tegen de tijdgeest in net als vroeger voorzien van benzinestation, restaurant en slaapgelegenheid. Blijf de A77 vermijden, waarvoor je bij het naderen van Nevers een kleine slinger moet maken die je alleen met een detailkaart kunt doorgronden en stop na het passeren van de brug altijd even voor een overzichtsfoto van de Loire, de brug en de Cathédrale Saint-Cyr. Blijf alert op het oude traject, zoals in Magny-Cours en Saint-Pierre-le-Moûtier. Toen er nog lang geen rondweg was, in 1974, sliep de familie Noordink in het toen vermaarde Hôtel du Bon Laboureur, zie zwart/wit foto. Krakende vloer en krakende bedden, maar wat een sfeer vergeleken met de betonnen blokkendozen van de moderne hotelketens! Men heeft gelukkig de naam op de gevel laten staan, maar het hotel is al jaren niet meer… In Moulins takt de RN9 af naar het Massif-Central en buigt de RN7 in zuid-oostelijke richting weg naar Lyon. Tijd om iets over de Route Bleue op te merken: om de hoek via het drukke Lyon af te snijden, verzonnen slimme hoteliers het alternatief Route Bleue. Dat was grotendeels de RN7, maar de route koos na Roanne de richting van Saint-Etienne in plaats van Lyon en ging via de Col de la République en Annonay naar het Rhônedal. De route was ook bewegwijzerd, maar er resteert nog maar één enkel bordje: tweehoog op een gevel in Lapalisse. Het Rhônedal is druk, maar er is nog genoeg te zien. Na de drukke omgeving van Avignon moet je tussen Lambesc en Saint-Cannat toch echt één van de laatste mooie stukken platanen-omzoomde weg in je opnemen. Zo zag ooit een groot deel van het zuidelijke Franse wegennet er uit, veel fijnere koeling biedend dan welke airconditioning dan ook. Om redenen van veiligheid (bij een kleine stuurfout boden noch de boom noch de auto uit de vijftiger of zestiger jaren ook maar de geringste vorm van kreukelzone) zijn vrijwel alle platanen omgezaagd of van vangrails voorzien. Maar hier dus niet! Voorbij Aix-en-Provence volgen diverse smalle tot zeer smalle dorpen waarvan Tourves de meest beruchte was en vervolgens het fraaie Massif d’Esterel. Vanaf Cannes tot aan Menton hebben we natuurlijk de Azuurkust, maar die is tegenwoordig verkeerstechnisch geen onverdeeld plezier meer. Na Nice is er de keuze uit de Grande Corniche of de Moyenne Corniche: de eerste dateert van voor het autotijdperk en was tot 1978 de RN7, de tweede is meer op het autoverkeer ontworpen en heet vanaf 1978 RN7. Allebei even fraai en de vergezichten, waaronder een blik op Monaco, ook! En in Menton bereiken we dan het eindpunt bij de historische grenspost aan de Avenue Aristide Briand, als het goed is een heleboel beelden, indrukken en ervaringen rijker! In deze zesdelige serie heb ik geprobeerd een nostalgische kijk op de vroegere Franse wegcultuur op te roepen. Het vraagt een andere manier van reizen (niet meer zo snel mogelijk van A naar B) en een andere manier van kijken (hoe ging het er hier ooit aan toe). En daar krijg je dan wat voor terug! Vooralsnog was dit het laatste deel, maar het is natuurlijk niet zo dat er op andere routes geen verleden in beeld kan komen. De RN1 bijvoorbeeld, voor de Britten de route van Calais naar Parijs, de RN2 als oude hoofdweg van Brussel naar Parijs, de RN3 en RN4 op weg naar Duitsland, de RN5 als Route Blanche tussen Parijs en Genève en de RN13 waarover de Parijzenaars hun weekeinde Normandië begonnen en eindigden. Voor degenen die, al dan niet geïnspireerd door deze serie, van de zomer een kleiner of groter deel van een oude route aandoen: Route Nationale kijkt uit naar een (foto)verslag… Marc Noordink © Edward en Mirjam van Zanten Na een grote voorbereiding was het maandag 22 juli 2013 zover. We gingen de Route Nationale rijden met de Peugeot 403. Dit gaf toch een hoop spanningen vanwege ons ongeluk in 2010 in de Belgische Ardennen met onze eerste 403. Gelukkig is alles goed gegaan. We zijn via de snelweg en tolweg naar Parijs gereden, het was heerlijk weer, veel zon en helder. Met de tochtruitjes naar binnen gedraaid was het goed uit te houden . Via de Arc de Triomphe zijn we naar de Eiffeltoren gereden, even ervoor geparkeerd voor een leuke foto, dat viel nog niet mee vanwege het drukke verkeer. Het was zo'n 28 graden die maandagavond en we kregen honger en nog meer dorst. Na een lekkere maaltijd en wat drinken zijn we naar Porte d'Italie gegaan, de START van onze rit RN 7... Het was inmiddels 21:00 uur en zijn tot Villejuif gereden en hebben overnacht in een Ibis Hotel .
De volgende dag, na een lekker frans ontbijtje, hebben we de rit voortgezet naar Fontainebleau. Het kasteel van Napoleon is echt een aanrader en de stad op zich is ook leuk om even te stoppen en op een terrasje te zitten genieten. We zijn hier naar wat dorpjes in de buurt gereden door de bosrijke omgeving waar veel landhuizen verborgen zijn... Eind van de dag weer gearriveerd in Montargis. Na een heerlijke nachtrust in Hotel–Inn in Montargis zijn we naar Briare gegaan om de Pont-Canal te bewonderen. Dit is een brug met water over een rivier, gebouwd in 1890 en nog steeds in gebruik. In de tijd dat we daar stonden kwamen er 4 bootjes overheen. Briare is een mooie plaats met veel water en boten. Na een lekker stokbroodje met ham en kaas was onze honger weer gestild en reden we naar Nevers om daar te overnachten. De Peugeot was helemaal in z’n element op de Route Nationale . Wat opviel is dat er al flinke stukken weg waren afgesloten. Daardoor reden we ongewild over stukken snelweg. Donderdag stond Moulins op de planning, ook een mooie stad met veel historie. Le Grand Café in Moulins is een tijdreis naar 1899, volgens mij is er na de bouw nooit meer iets veranderd. Om ons aan ons schema van 8 dagen te houden, zijn we die dag doorgereden naar Lyon en wat zie je veel en veel en nog meer op zo'n route. Tarare is echt een feest om te rijden. Veel haarspeldbochten, klims en afdalingen, alsof je in een achtbaan zit. Dan merk je pas hoe geweldig een Peugeot 403 uit 1959 stuurt en remt en rijdt, ondanks de 1500 cc op LPG is het goed te rijden. Om oververhitting van de trommels te voorkomen zijn we rustig naar beneden gereden en remden af op de motor. We boekten onze overnachtingen gewoon mobiel, via www.booking.com. Nu is het in Lyon vrij prijzig en ook parkeerplaatsen bij hotels zijn schaars. Daarom hadden we net buiten Lyon in Sainte-Foye-lès-Lyon een goedkoop hotelletje gevonden. Adres in de Tomtom en rijden maar. Het bleek een groot oud klooster te zijn, dat kamers verhuurt en ook nog functioneel is voor de gelovigen onder ons. Het uitzicht was prachtig omdat het klooster op een heuvel stond. Een mooie ervaring . Zaterdag zijn we weer richting Nederland gereden (snifff). Waarschijnlijk heeft 2 x Tarare het wiellager rechts voor niet goed gedaan, de brom werd steeds erger. Om vastlopen te voorkomen en omdat er nergens een wiellager te koop was/is, heb ik maar besloten om een patroon wiellagervet te kopen en het lager van nieuw frans vet te voorzien. Het geluid was niet minder maar m'n gevoel was wel beter. We zochten een hotel in Nevers uit waar gelukkig airco was, want de temperatuur was erg hoog die zaterdag. Maar voor gemiddeld € 47,50 per nacht voor 2 personen kan je niet teveel verwachten . Zondag hebben we de leeuw naar Pouilly-sur-Loire gezet, want Relais les 200 Bornes hadden we gemist in verband met een stukje snelweg. We programmeerden de Tomtom zo, dat we door elk dorp kwamen. Zodoende hadden we mooie binnendoor-routes. Eenmaal aangekomen bij Relais les 200 Bornes, dat 200km van Parijs ligt, bleek dat TF1 een reportage aan het maken was over de RN7. Natuurlijk waren ze blij om een 403 uit Nederland te zien en ze vroegen of we aan een interview mee wilden werken. We zeiden geen nee natuurlijk. Het terras werd ontruimd en we mochten opnieuw arriveren… De reportage wordt ergens in oktober uitgezonden. Altijd spannend wat er geknipt is en wat er op TV komt. We hadden heerlijk gegeten op de heenreis in Montargis en besloten om het nog een keer te proberen bij de lokale Italiaan. We hadden wederom een mooie avond. Het laatste stukje RN7 en Parijs links laten liggen en op weg naar Belgie. Dit stuk weg-van-de-snelweg is ook mooi en typisch frans. Onze laatste overnachting was in een soort pension bij mensen thuis, vlak bij de Belgische grens. Maandag zijn we weer naar huis gereden na een rit van 2.300 kilometer. Alles is goed gegaan. We hebben weer een hoop franse mensen gelukkig gemaakt, gezien de vele opgestoken duimen, foto’s die werden gemaakt, claxonnerende auto’s en zelfs een meneer die naast ons reed en door zijn rechter raam 'COLUMBO' riep met een glimlach op zijn gezicht. Wat ook opvalt is dat er in Frankrijk weinig klassiekers te zien waren. Waar zijn alle Renaultjes 4, Eendjes en van dat spul gebleven? Voor de tabellen: 2.300 kilometer, 290 liter LPG, een klein beetje benzine, een liter 20w60 en een gemiddeld verbruik van 1:7,9. Het was een onvergetelijke vakantie met onze groene Peugeot. Edward en Mirjam © Jasper Smits Na het passeren van de Franse grens begeven we ons al snel op de oude RN51. Het spelletje is begonnen. Wie ziet de eerste klassieker, oude garage, muurschildering of andere oude glorie.... Al snel dient zich een frisse R4 aan, gevolgd door de eerste oude muurreclames. De champagnestreek rondom Reims is half september het domein van de druivenplukkers. Overal heerst bedrijvigheid en hangt er een zurige lucht van vers geplukte druiven. Maar daar zijn we niet voor gekomen!
Verder maar weer richting de klassieke N7. We komen in Sezanne nog een oude garage tegen vol met fraaie klassiekers. Een Renault NN Torpedo (?)van rond 1925 is een mooie blikvanger! Al snel zien we het huidige Musée de la RN7, een in oude glorie hersteld benzinestation naast het restaurant 'Le relais du Miel'. Gelukkig is het museumpje gesloten; met het oog op de fraaie schaalmodelletjes had dit een dure stop kunnen worden! Buiten staat een fraaie Simca Aronde bij de pomp ter decoratie. Later deze dag komen we aan de Loire nog het bekende 'Relais Les 200 Bornes' tegen. Deze is genoemd naar de 200 kilometer die het van Parijs is gelegen, iedere kilometer een 'Borne' (betonnen kilometerpaaltje, dat overigens in Frankrijk erg zeldzaam is geworden!). Dit is ook de plek waar de Loire precies halverwege is tussen bron en monding. Aan het einde van de dag komen we aan in Lapalisse, aan de RN7. Hier wordt flink reclame gemaakt voor het klassieker- evenement half oktober aanstaande. De blauwe Dauphine in de berm van het kruispunt is een mooie aandachtstrekker! In het dorpje Arfeuilles treffen we een min of meer verlaten Citroengarage aan. Zo te zien zijn er nog voldoende onderdelen op voorraad, maar waarschijnlijk vooral voor de modellen uit de jaren '80... De voortuin staat vol met inruilers, waar niemand meer voor is komen kijken. De volgende dag treffen we langs de D35 een collectie oude trekkers aan, maar mijn aandacht gaat meer uit naar de twee Estafettes. Iets verderop is een kruispunt vol met klassieke Michelin-wegwijzers te vinden. Alle richtingen staan op de mooie betonnen panneaux. Tot slot brengt de weg naar het noorden nog een fraaie verlaten garagebedrijf met Estafette en een Renault 12 in oude racekleuren van een team horende bij de rally van Monte Carlo Historique. De reis wordt afgesloten met de nodige 4-tjes, een Ami met een passend decor en een setje HY's te koop voor samen E1500,-...! Net boven Maastricht halen we een mooie oude kever in, die weliswaar niet behoort tot het Franse erfgoed, maar wel past in het sfeertje van Route Nationale. Veel kijkplezier! Jasper Smits |
En RouteVerken Frankrijk via de aloude Routes Nationales en andere binnen- en buitenwegen. Parels uit vervlogen tijden, verhalen, geschiedenis en af en toe een uitstapje met een Franse klassieker naar 'het buitenland'. Index
All
Archives
March 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|