© Marc Noordink We zijn al weer bij deel drie van de serie over Franse Routes Nationales: Route Nationale 20 is dit keer aan de beurt. Een belangrijke route, Parijs verbindend met Orléans, Limoges, Toulouse, de Pyreneeën en Andorra, maar toch wat in de schaduw staand van de N10 en de N6/7. Hier is het voornamelijk de Autoroute A20 die de rol van RN20 heeft overgenomen en nog grotendeels tolvrij ook. Dus wie wil er nu nog over de RN20? Voor wat meer achtergrond over de Franse wegengeschiedenis verwijs ik overigens naar het verhaal van de RN10, voor dit verhaal is van belang dat de RN20 pas in de loop van de jaren 90 van de vorige eeuw geleidelijk aan zijn functie moest overdragen aan steeds meer stukjes A20.
De RN20 is eigenlijk op te delen in gedeeltes met een sterk verschillend karakter; het nog steeds drukke deel tussen Parijs en Orléans, het volledig verlaten deel tot aan Limoges, het landschappelijk fraaie deel tot aan Toulouse en tot slot de doorsteek van de Pyreneeën tot aan de Spaanse grens. Van Parijs tot Orléans is het landschap vlak, agrarisch en onaantrekkelijk. De oude RN20 is hier opvallend genoeg erg druk, en dat komt omdat hij een kortere route naar Orléans volgt dan de Autoroute, vrijwel geheel vierbaans is, alle agglomeraties vermijdt en tolvrij is. Het vrachtverkeer is er gek op! Er is hier niets te zien, behalve een bijzonder fenomeen tussen Toury en Saran. Het Frankrijk van de Gaulle was een ander Frankrijk dan dat van Hollande en ter meerdere glorie van de Franse natie is hier vanaf 1965 geëxperimenteerd met een supersonische, Hovercraft-achtige hogesnelheidstrein. Die heeft hier daadwerkelijk vijf meter boven de grond gegleden (niet gereden) en hoewel het project in 1977 werd gestopt (de TGV was toch een beter idee), staat de monorail van zo’n 18 kilometer lang nog steeds overeind. Net ten oosten van de RN20, goed zichtbaar en uiteraard na afslaan ook van dichterbij te bekijken. Mijn favoriete deel van de RN20 bevindt zich tussen Vierzon en Limoges. Ook hier ligt de A20 soms bovenop de oude weg, maar gelukkig meestal niet. Goed kaartlezen is weer van belang om de oude stukken te vinden. Het bijzondere hier is dat je de oude weg helemaal alleen voor je zelf hebt; door de tolvrije Autoroute rijdt er (vrijwel) niemand meer. De RN20 was ooit een drukke weg en de dorpen leefden van het verkeer: brandstof, restaurants, hotels, alimentations, bakkers, vakantiefiles, ga zo maar door. Dat is allemaal over, de dorpen zijn dood, zelfs het heilige brood komt nog maar één keer per dag met een camionnette en er is geen levende ziel meer te bekennen. Zelfs al heb je geen tijd voor de gehele RN20, verlaat na Argenton-sur-Creuse de A20 bij afslag 18 en ga er pas bij Bessines-sur-Gartempe weer op. De ervaring op dit stuk oude RN20 is bijna surrealistisch! Je kunt niet echt spreken van een tijdreis, want je kunt niet meer zien hoe de bedrijvigheid er ooit uit zag, maar je ziet de wegcultuur zoals die door iedereen zo’n 20 jaar geleden in de steek is gelaten. En die dus nu door de tand des tijds in verval is geraakt, van een dichtgetimmerde bar/tabac, via overwoekerde garageboxen van een hotel, inclusief achtergebleven Mercedes, tot aan een aan zijn lot overgelaten tankstation. Wat was het hier toch ooit anders! Limoges is zeer druk, misschien is hier een stukje Autoroute zelfs wel handig om te nemen en je komt daarna langs leuke plaatsen als Uzerche, Donzenac en Brive-La-Gaillarde. Na Brive-La-Gaillarde loopt de A20 nogal van de oude weg vandaan en is de RN20 wat meer in gebruik voor lokaal en toeristisch verkeer. Voor dat laatste zijn het fraaie landschap en de permanent draaiende RN20 ook zeer geschikt. Een speciale vermelding verdient het in een lus van de rivier de Lot gelegen Cahors. De RN20 ging hier dwars door het oude centrum naar de brug over de Lot, onder de vanaf zijn standbeeld toeziende blik van de in Cahors geboren staatsman Léon Gambetta. Een erg fraaie stad, dat Cahors, dat al in de jaren zeventig een omleiding van de RN20 door de omliggende heuvels kreeg. Toulouse is natuurlijk ook zeer groot en zeer druk, de Pyreneeën volgen en op de Col de Puymorens kun je kiezen voor Andorra of het laatste stukje naar Bourg-Madame en de Spaanse grens. Op bijgaande foto uit 1990 was er alleen nog de Col, inmiddels kun je ook kiezen voor een tunnel die de naam RN20 heeft overgenomen. Ik sluit af met een inmiddels voorspelbaar advies: ga je deze kant van Frankrijk op (de Dordogne bijvoorbeeld!), overweeg dan ook (een deel van) de oude trouwe RN20 in plaats van de saaie A20. Marc Noordink
2 Comments
© Marc Noordink Het tweede deel van de serie over Franse Routes Nationales wijden wij aan de Route Nationale 9. Enerzijds een tikje vreemde eend in de bijt, want ondanks zijn lage nummer was de RN9 zeker niet zo groot als de andere bekende noord/zuid routes, maar anderzijds is het een lange en prachtige RN met veel historie die nog maar kort geleden zijn positie aan met name de A75 heeft moeten afstaan. Voor wat meer achtergrond over de Franse wegengeschiedenis verwijs ik overigens naar het verhaal van de RN10; hier laat ik wat persoonlijke geschiedenis met de RN 9 zien.
De RN9 begint (of eindigt) opvallend genoeg niet in Parijs. In Moulins (Allier) takt hij af van de Route Nationale 7 om via Clermont-Ferrand, Millau, Béziers, Narbonne en Perpignan te eindigen bij de Spaanse grens. Als je de kaart snel bekijkt lijkt de RN9 de logische weg om vanuit Parijs de Costa Brava, Barcelona en de verdere Spaanse kusten te bereiken. Maar toch nam (en neemt!) de grote toeristische meerderheid de veel vlakkere en rechtere weg door het Rhône-dal. Zoals wel vaker is het grootste nadeel van de RN9 van weleer inmiddels zijn grootste pluspunt: hij gaat door de fraaiste en sterk wisselende landschappen, hij stijgt en daalt bijna onophoudelijk en tussen Clermont-Ferrand en Béziers is er bij wijze van spreken geen recht stukje weg te vinden. Het maakt hem tot een echte rijdersroute waarop je kunt genieten van zowel het rijden als van het uitzicht. De moeilijke landschappen maakten dat de RN9 lang volledig tweebaans is gebleven, uitbouwen en verbreden was hier altijd extra lastig. Mijn eerste ervaring, op de achterbank weer, dateert van 1974 en maakte veel indruk. Zodanig dat de eerste vakantierit naar de Middellandse Zee met eigen auto, in 1978, zeer bewust over die RN9 ging. Ook daarna heb ik deze fraaie route nog ontelbare keren gereden. De Autoroute A75 raakte in aanbouw en nam op steeds meer stukken de functie van hoofdroute over. Dat ging geleidelijk, maar eigenlijk was met het opleveren van het befaamde Viaduc de Millau in 2004 het lot van de RN9 definitief bezegeld. In het zuiden had de A9 al langer de doorgaande functie overgenomen en officieel werd in 2010 de A75 direct met de A9 verbonden. Daarmee werd ook het laatste stukje RN9 overbodig voor het gehaaste verkeer. Nog meer dan voor de RN10, heb je voor het oorspronkelijke traject van de RN9 (nu veelal D900, D909 of D809 genaamd) de combinatie van oude en nieuwe detailkaarten nodig. Op sommige plaatsen ligt de A75 letterlijk op de oorspronkelijke RN9 en op andere plaatsen doorsnijdt hij de oude weg. Dat neemt niet weg dat je hem nog steeds bijna volledig zonder Autoroute kunt rijden, soms maak je dan een paar kilometer gebruik van een nieuwe parallelweg. We gaan de foto's weer laten spreken. Ze dateren van 1974 tot recent en van diverse momenten daartussen. Voor de verandering 'rijden' we de RN9 in noordelijke richting waarbij ik vooraf een paar hoogtepunten zal toelichten. Als je in noordelijke richting rijdt, begint de RN9 in Le Perthus. Dat is de grensplaats wiens hellende hoofdstraat vroeger menige koppeling een deel van zijn levensduur in rook deed opgaan in de file voor de Douane. De oude RN9 volgend is overal historie te onderkennen, maar na het verlaten van de vlakte bij de kust en in de stijging naar de Grands Causses van het Centraal Massief bereiken we de onbetwiste klapper van de RN9. De voormalige Pas de l'Escalette! Als ik het niet meermalen met eigen ogen had gezien, was het moeilijk te geloven geweest dat hier tot maar liefst 1994 al het gewone, vracht- en vakantieverkeer doorheen ging. In 1994 ging de tunnel van de A75 open, de pas daarmee afsnijdend voor het verkeer. Vanaf de noordkant kun je er te voet nog steeds komen en er is maar één advies mogelijk: doen als je in de buurt bent! Alleen dat geeft een beeld van hoe je vroeger vanaf de Causse du Larzac ineens door een smalle opening in de rotsen reed en je aan een spectaculaire afdaling naar de echt Mediterrane streken begon… De afdaling naar Millau blijft ook fraai met tegenwoordig in de verte het gezichtsbepalende viaduct en je kunt je wel voorstellen hoe die stad op het laatst, voor de ingebruikname van het Viaduc, heeft gezucht onder het verkeer. De oude N9 blijft slingeren, stijgen en dalen en komt in het bijna intieme en sfeervolle dal van de Lot waar het inhalen van vrachtwagens altijd de uitdaging vormde. Hij doet daarna diverse markante plaatsen aan, zoals Marvejols met zijn stadspoorten. Op verzoek heb ik de routedetails beschikbaar, maar een stukje boven Marvejols ligt een uniek stukje weg dat begin jaren zestig is afgesneden. Op die oude route zie je helemaal niemand meer, maar nog wel alle verkeersborden zoals die al tientallen jaren niet meer in gebruik zijn. Een beetje om en langs de A75 slingerend in een gebied waar het 's winters zichtbaar koud is, bereiken we een volgend hoogtepunt van de RN9: het Viaduc de Garabit. Een enkelbaans treinviaduct van de hand van Gustave Eiffel (jawel, die!), dat op onnavolgbare wijze het dal van de Truyère overspant. Die rivier is ook ingedamd, vandaar dat er nu een stuwmeer te zien is. Veertig jaar geleden was het grijs geverfd, maar inmiddels heeft het viaduct zijn (naar het schijnt) oorspronkelijke rode kleur weer terug. Het mooie zit hier niet alleen in het viaduct maar zeker ook in de manier waarop de RN9 zich met een aantal haarspeldbochten het dal in wringt en er weer uit klimt. Saint-Flour met zijn mooie bovenstad is alweer de volgende attractie en zo gaat het door. Er zijn veel meer fraaie zaken te benoemen en het kiezen van hoogtepunten blijft persoonlijk. Ik noem zo nog maar even het feit dat het populaire en eind jaren zestig aangelegde stuwmeer Lac du Salagou een viertal kilometers oorspronkelijke RN9 op de bodem heeft liggen. Dus, wie een keer de Languedoc-Rousillon als bestemming heeft, doet zichzelf een plezier door een extra reisdag in te plannen, de A75 te vermijden en de oude RN9 op zich in te laten werken! Marc Noordink |
En RouteVerken Frankrijk via de aloude Routes Nationales en andere binnen- en buitenwegen. Parels uit vervlogen tijden, verhalen, geschiedenis en af en toe een uitstapje met een Franse klassieker naar 'het buitenland'. Index
All
Archives
March 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|