© Koen Beekmann Mijn eigen wagenpark bestond voor een belangrijk deel uit Franse auto's. Dat werd natuurlijk ook een beetje gestuurd door mijn vader's voorkeur. En met een nieuwe Ami 6 voor de deur had ik uiteraard ook een Ami. Ik had er zelfs 2, een Dinky en een Norev. En ik was er zuinig op. Elke avond werden ze voor het slapen gaan netjes naast elkaar in de kast geparkeerd en tijdens het eten werd de Ami niet zomaar vergeten maar zorgvuldig aan de rand van het bord geparkeerd.
In de jaren zestig hadden we thuis nog geen tv en al helemaal niet wat nu bij mijn eigen zoon voor afleiding zorgt. Ik speelde buiten of binnen met de auto's. Deze groen-gele Dinky Toys Ami heeft het nog best lang volgehouden, ondanks de versleten banden en assen van het rijden, maar ik ben hem ergens uit het oog verloren. De motorkap vond ik een tijd geleden terug en krijgt nu een tweede leven op een identieke Dinky Ami van een verzamelende vriend, want daar hoort hij thuis, niet in een rommelbak... Koen Beekmann
1 Comment
© Koen Beekmann Gingen we op vakantie, dan ging er niet een kast vol speelgoed mee maar zocht ik wat auto's bij elkaar die netjes naast elkaar pasten in een lege schoenendoos. Je was met weinig tevreden toen. Waarom de ene auto wel en de andere niet meeging? Dat hing af van hoe fijn de auto reed, want auto's waren om mee te rijden.
Op de plek in de Dordogne werd overdag één van de kussens uit de caravan voor me buiten gelegd en dat was een heerlijke ondergrond om op te spelen. Het plastic randje rondom dit bloemetjeskussen was een denkbeeldige stoeprand waar je prachtig langs kon parkeren. De Norev's trokken onder invloed van de warmte langzaam aan krommer en krommer, zoals bijvoorbeeld de motorkap van de rode Ami Break, hier helemaal links. Spelen met auto's was toen vooral nog zo leuk omdat elke auto zijn eigen bijbehorende motorgeluid had. Een 2CV klonk met z'n luchtgekoelde tweecilinder en het korte uitlaatje heel anders dan een DS, waarbij je bovendien ook altijd even moest wachten tot hij op rijhoogte was, of een Austin Seven met z’n typische jankende versnellingsbakgeluid bij het optrekken... Koen Beekmann © Koen Beekmann Op de vraag: wat wil je voor je verjaardag? kwam van mij steevast hetzelfde antwoord: auto's. En deze grote blikken Citroën H Ambulance kreeg ik van mijn oma. Ik moet hier 3 jaar oud geworden zijn denk ik. Auto's met vliegwielmotortjes reden niet lekker en ik heb er daarom niet heel veel mee gespeeld. Helaas is ook deze Citroën ergens tijdens een opruimwoede verdwenen, maar gelukkig hebben we de foto's nog...
Koen Beekmann © Koen Beekmann Auto's zijn een deel van mijn leven, al van kinds af aan. Erfelijk waarschijnlijk, want ook mijn vader was, en is nog steeds, een autoliefhebber. Een gedeelde interesse dus, toen en nu nog steeds. Mijn vader hoefde daarom niet te vragen of ik hem wilde helpen de auto te wassen, meestal vroeg ik het hem zelf wel. Hier wassen we mijn vaders trots van dat moment, zijn eerste nieuwe auto: de in 1962 gekochte Ami 6. In mooi blauw met een wit dak. Voor de deur in de Almelose nieuwbouwwijk.
Ciroën was sterk vertegenwoordigd in de familie op dat moment. Mijn ooms reden het merk ook, de ene een bijna nieuwe ID (nog met eerste neus), de ander een nieuwe donkerrode Azam, met die mooie beugeltjes op de bumpers... Koen Beekmann © Koen Beekmann Nogmaals een foto van de Citroën Ami 6 van de vader van Koen Beekmann. Er was nog alle reden om trots te poseren voor de fotograaf. Het werd zelfs een kleurenfoto; nog geen vanzelfsprekendheid in die jaren. Later zou de vriendschap met de bllauw-witte Citroën bekoelen. Zie hiervoor AMItié terminée.
© Koen Beekmann Vakantie in 1959, in een tijd dat lang niet iedereen een auto had en een groot deel van het wagenpark bestond uit kleine auto's. In die jaren was een 2cv geen geinig tweede autootje, maar een serieus bezit van hele gezinnen. Mijn vader was destijds pas 29 en de 2cv zijn grote trots. Als jong en waarnemend fysiotherapeut werd hem door de oudere collega op het hart gedrukt vooral niet met de auto voor te komen rijden bij de mensen, maar 'm een paar straten verder te parkeren. Men zou eens de verkeerde indruk kunnen krijgen... In 1959 ging de vakantie naar het Lago di Garda. Vier volwassen en hun bagage en dat allemaal bergop-bergaf met maar 18 pk. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat dit niet als een hele onderneming werd ervaren, want de Brenner en de Grossglockner waren voor zo'n eendje met volle bepakking een hele beproeving. De bovenop de top gekochte plaquettes die later op de gril geschroefd werden, zijn naast de foto's het stille bewijs van een tijd dat de heen en terugreis voor minstens zoveel verhaal zorgden als de tussenliggende dagen aan het meer. Onderweg werd overnacht in een hotel of pension en af en toe moest je wel eens langs de garage voor olie of een andere kleinigheid want de auto werd vol belast.
Deze 2cv uit Belgische productie was twee jaar oud toen mijn vader hem kocht en een ex 'Bierwacht' auto in donkerblauw met lichtgrijs. De Belgische Citroën fabriek leverde ook tweekleurige deux chevaux voor zover ik weet, maar of dit een fabrieksuitvoering is geweest of, zoals veel gebeurde, later door een carrosseriebedrijf is voorzien van de tweede kleur, is niet meer te achterhalen. Uiterlijke 'Belgische details' waren de langere stalen achterklep, waarachter onderin het reservewiel lag met daarop een vlakke vloer, de achterlichten op de achterschermen, de grotere derde zijruiten in een tijd dat Citroën Frankrijk die extra zijruiten nog helemaal niet leverde, de trapezium-vorm van de achterruit, de alu wieldoppen en bumpers. Het lijkt of die voorbumper wat scheef hangt, maar ik heb nog geen enkele andere foto gezien van een Belgische 2cv waarbij ze niet net zo scheef hingen. Koen Beekmann In een oud familiealbum vond ik foto's terug van een van de 2cv's van mijn vader (ja, de vrouw is mijn moeder), en de splinternieuwe AMI 6 van mijn ouders. De (rode) 2cv is aan het grote derde zijraam te zien een in België geproduceerde 'ribbelkap' van eind jaren '50 (de foto zal uit 1959-1960 zijn schat ik). De blauwe met wit dak AMI moet ook uit Belgische productie komen gezien het ontbreken van het zwarte vlak op de bumper achter het nummerbord. Franse AMI's hadden dat zwarte vlak en Belgische niet. Deze foto is waarschijnlijk uit 1962 en dit moet een van de eerste AMI''s zijn die al schuifruitjes in de achterportieren had. Mijn vader was in eerste instantie van plan geweest om een Panhard PL17 te kopen (jammer, jammer...) maar het werd de nieuwe AMI, die kwalitatief zo slecht bleek dat zijn Citroën liefde daarna over was. De AMI 6 was de eerste echt nieuwe auto van mijn vader/ouders en al vrij gauw bleek die auto niet goed ontvet te zijn geweest voor het spuiten want de lak kon er als vellen afgetrokken worden. Het is destijds onder garantie van Citroën Nederland verholpen (opnieuw gespoten) maar al na twee jaar drukte mijn vader ergens dwars door het plaatwerk van zijn trotse bezit (helemaal doorgerot) en was zijn aardigheid er helemaal van af. De rest van de familie bleef Citroën rijden (AZAM, Ami 6 break, DS'en) maar mijn vader stapte over naar (toen nog wel) degelijker engels. Zeer waarschijnlijk was het niet veel anders gelopen als het toch die Panhard PL17 was geworden met de fragiele techniek en het even dunne plaatwerk.De introductie van de Dyane, de AMI 8 en de GS heb ik als klein jongetje nog wel samen met hem meegemaakt bij de dealer maar een Citroën kwam er bij hem nooit meer.
Deze Visa 11 RE Découvrable heb ik een paar jaar gehad en gekocht van een autoliefhebber ergens in Limburg. Hij was toen als nieuw en is er ook altijd zo uit blijven zien. Ondanks alle liefkozingen ontstond er toch beginnende roest op de bekende plekken (bovenzijde voorschermen). Dat heb ik hersteld en 'm daarna verkocht. Het was één van de fijnst rijdende auto's die ik heb gehad, met echt frans comfort en zeer bruikbaar met z'n 4 deuren. De kwaliteit van de kap was maar matig en niet voor de eeuwigheid gemaakt. Het bestond uit een soort zacht plastic met ingeperste nepstiksels en een dun plastic achterruitje wat er met een rits in zat. Die rits moest elke keer helemaal open als je de kap wilde opendoen, maar kwam dan altijd weer bij het dichtdoen onder spanning en was daarom het onderdeel dat het eerste was versleten. Onderweg vanuit Zuid-Frankrijk waaide opeens mijn achterruit naar buiten door de overdruk binnen. Met wat moeite is ook dat weer goed hersteld (de rits had niets te lijden gehad, alleen de runner was versleten) en werkte alles weer zoals het hoorde. De wielen die er onder zaten waren een fabrieksoptie.
_Onweer dreigde dus het hooi moest snel naar binnen en hulp kon gebruikt worden. We hebben het hier over Limeuil in de Dordogne om precies te zijn, ergens tweede helft jaren '60. Mijn vader zit achter het stuur, ik zit samen met m'n zus naast hem. _Een andere aardige foto is ouder, 1965. Ikzelf als klein mannetje met achter me aan trekkend zo'n heerlijke franse Unic. Plaats: Sarlat in de Dordogne. Het kan niet anders dan dat ie in Frankrijk voor me gekocht is en ik ga er maar vanuit dat mijn vader deze gekozen heeft omdat de cabine goed lijkend was. Slecht lijkende speelgoedauto's kwamen er niet in. Ik heb 'm nog heel lang gehad maar helaas is er op een gegeven moment veel opgeruimd en ook de Unic is verdwenen. Het was een vrij zachte, emmerplastic-achtige gele cabine op een rood houten chassis (plank) met rode houten bak en wielen. Reed voor geen meter en erg veel is er daarom niet mee gespeeld.
|
AlbumFranse voitures uit het familie-album. Auto's die u ooit zelf bezat, die een bijzondere rol speelden in uw familiegeschiedenis of die anderszins indruk hebben gemaakt. Index
All
Archives
June 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|