Harderwijk, begin jaren zestig. De besteleend was de trots van mijn vader, zijn eerste auto. We reden met drie kinderen achterin elke twee weken naar Leeuwarden. Kussentjes achterin en drie uur rijden. Op de foto wordt mijn zusje Hilda door mijn vader achterin getild. Mijn vader verkocht de auto later voor 100 gulden aan een boer, die hem gebruikte voor het vervoer van zijn melkbussen.
Geeske Verhoeve
3 Opmerkingen
© Marcel Boyer Eerder haalde ik al herinneringen op aan mijn oude witte eend, gekentekend 68-24-MX, en aan mijn rode en eerste Méhari gekentekend BF-22-62 (klik hier voor mijn album). Bij de allerlaatste zolderopruiming vorige week stuitte ik op wat dia's - diep verborgen achter een knieschot - waarop nog een foto van mijn eend in Noorwegen te zien is en, HOERA, HOERA, ook twee dia's van de opvolger van mijn rode Méhari: een groene, gekentekend MB-21-48. Deze laatste was veel moderner (we schrijven het jaar 1975, maar hij zal vervaardigd zijn in ’73 of ’74), want hij had plastic deurtjes en een startknop. De rode had nog canvasdeurtjes en daar moest je het sleuteltje nog 'ouderwets' omdraaien om de startmotor aan het werk te zetten. Die groene Méhari heb ik maar enkele maanden gehad, want ik vond een Volvo Amazon toen nog aantrekkelijker. Het is daarom, dat ik maar 2 dia's heb kunnen achterhalen waar die groene op staat. En waar die dia's genomen zijn? In Zuid-Frankrijk, waar ik met mijn toenmalige vriendin van camping naar camping trok. Het was niet alleen met die Méhari van korte duur, maar ook de relatie met die vriendin was geen lang leven beschoren.
Marcel Boyer © Theo van Os 1975 praten we over, om precies te zijn eind juni. Samen met een schoolvriend besloten we om onze zomervakantie opnieuw aan de Côte d'Azur door te brengen. Maar dan wel met de auto, want de bus en de trein van de voorgaande vakantie-edities bevielen toch niet zo goed! Alleen...we hadden weliswaar net ons rijbewijs, maar geen van beiden een auto! Dus moest het een huurauto worden.
Bij Achilles Autoverhuur in Den Haag vonden we de goedkoopste, een 2CV4, zo groen als gras (letterlijk, want de auto had er net 125 km op zitten!). Om zoveel mogelijk van de 3-weekse huurperiode te genieten, moest de heenreis zo snel mogelijk afgelegd worden. Nou is dat voor 2CV-begrippen, wat je noemt, best een uitdaging, maar we gingen er voor! 's Morgens om 10 voor 5 vertrokken we vanaf mijn woonadres in Rijswijk, om ruim 1350 km en 18 uur later, om precies te zijn, 5 minuten vóór 12 bij de camping in Agay te arriveren! Lachen onderweg als je vrachtwagens moest inhalen; kwam je op gelijke hoogte met de cabine, dan lieten de luchtdruk en de rijwind het niet toe om er voorbij te komen - met max 90 km/u! - En die chauffeurs maar lachen! Pijnlijker werd het als we door een 2CV6 werden ingehaald met, (ja let op!) 4 nonnen!! Die werden van hogerhand een beetje geholpen.... In die 3 weken hebben we zo'n 4800 km bij elkaar gereden en de auto zelfs een servicebeurt laten geven! Maar wat was dat kicken met het open dakje langs de Zuid-Franse kust te rijden, wat in die tijd niet zo bijzonder was; het stikte van de Eenden, maar onze appelgroene 2CV4 viel wel extra op! De volgende dag 'bedwongen' we al diverse bergweggetjes in de heuvels achter de kust. Ik geloof niet dat we veel op het strand hebben doorgebracht! Maar indruk maakte het wel, vooral op de meisjes! Een 'eigen' auto had toch wel wat! We kregen de smaak te pakken, dus besloten we om de terugweg niet via de Route Nationale 7 te rijden, maar via de N202, de Route des Grandes Alpes. Over de hoogste Alpenpassen te rijden. Het liefst 's morgens heel vroeg, dan was het licht het mooist om foto's te maken. En je reed niemand in de weg, ook heel belangrijk. Het was trouwens een hele sport om helling-op te rijden en dan te moeten schakelen van 2 naar 1: in z'n vrij, een heleboel tussengas en net voordat-ie stil kwam te staan, in z'n 1 trekken! Na een aantal keren kregen we het onder de knie en bedwongen we de hoogste passen: Col de l'Iseran, Col d'Isoard, Col de Galibier, Col de Lauteret. Daarbij was de Col du Bonhomme in de Vogezen maar kinderspel! Slapen deden we overigens in de openlucht, naast de auto. Sterren kijken, boven op die Col du Bonhomme, zo mooi heb ik het nooit meer gezien. De verhuurder was stomverbaasd dat hij de auto met bijna 5000 km op de teller terugkreeg! "Ja goed ingereden!" De ervaring met de 2CV4 was uniek, maar toch hebben we er nooit een zelf gehad. Het was wel het begin van wat later een Citrofiel-gevoel zou blijken, gelet op de rij DS-sen, CX-en en BX-en die we allebei hebben gehad (en deels nog hebben!) Theo van Os © Archives Marcel Boyer In de jaren ’80 van de vorige eeuw woonden we in Amsterdam, maar togen we regelmatig met de fiets naar familie in Uithoorn. Het gebeurde soms, dat we de terugweg liever met de auto aflegden. Gelukkig was mijn schoonzuster erg behulpzaam. Zij leende ons haar Eend waar onze twee fietsen 'makkelijk' in pasten. Onderweg niet eens aangehouden door oom agent….
Marcel Boyer © Marcel Boyer Een foto uit mijn beginjaren '70. Het had een platenhoes kunnen zijn!
Onze Eend bij Bergen(N-H), lekker dichtbij de duinen gereden, ernstig kijken en dan maar poseren met de zelfontspanner als fotograaf. De drager van het John Lennon-brilletje luistert naar de naam Marcel Boyer. Mijn zus en haar vriend en mijn toenmalige vriendin waren er ook bij. Het was winter, want het beschermhoesje zat nog op het front van de motorkap. Marcel Boyer © Henri Vermeer Vriend Quai-Jean ontdekte haar, ver weg gezeten achter zijn computer, op www.leboncoin.fr. In 1960 nieuw gekocht door een patissier in Cahors. Zij lag hier niet ver vandaan in een schuur. Aangetast door de tand des tijds en de lokale geit. Maar keihard en ijsblauw. Eindelijk een bijna rijdbare eend 'dans son jus' die zonder de door het leven getekende koets aan te tasten weer de weg op kon. Dacht ik. En ja, zo geschiedde. Wij hebben van haar genoten, en met ons vele gasten. Tot er een verse witte 2CV6 op het oorlogspad verscheen. 'Maak gebruik van de crisis voor hij voorbij is' riep Boomerang in 2003 (de vorige crisis nvdr), dus La Bleue rijdt binnenkort vrolijk rond over de wegen van 'Le plat Pays qui est le vôtre'. Henri van Route Nationale maakte in de zomer van 2012 bovenstaande fotografische hommage aan La belle de Lafargue. Niet wetend dat het de laatste keer zou zijn dat hij haar hier zou treffen. Erik Verhaest © Erik Verhaest
Marcel Boyer stuurde al eerder foto's van de Citroëns in zijn leven. Zie ALBUM Marcel Boyer. In zijn foto-album vond hij nog wat leuke aanvullingen, die hij met ons deelt. © Archives Marcel Boyer Tijdens de herfstvakantie in een sneeuwbui in het bergdorpje Gol in Noorwegen (begin jaren '70) Niet veel later: één van de bougies is uit de behuizing gesprongen en er moet provisorisch een nieuwe schroefdraad worden aangebracht in een Noorse garage. Gevolg: twee dagen oponthoud en te laat terug op school. Weer terug in Nederland, tijdens een van de vele weekendritjes. Hier op het pontje naar Oude Wetering(Zuid-Holland). De Méhari met vriendin op de Peer Gynt-veien in Noorwegen. Ik zit in mijn Méhari voor ons gehuurde huis in Hundorp (midden Noorwegen).
© Koen Beekmann Vakantie in 1959, in een tijd dat lang niet iedereen een auto had en een groot deel van het wagenpark bestond uit kleine auto's. In die jaren was een 2cv geen geinig tweede autootje, maar een serieus bezit van hele gezinnen. Mijn vader was destijds pas 29 en de 2cv zijn grote trots. Als jong en waarnemend fysiotherapeut werd hem door de oudere collega op het hart gedrukt vooral niet met de auto voor te komen rijden bij de mensen, maar 'm een paar straten verder te parkeren. Men zou eens de verkeerde indruk kunnen krijgen... In 1959 ging de vakantie naar het Lago di Garda. Vier volwassen en hun bagage en dat allemaal bergop-bergaf met maar 18 pk. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat dit niet als een hele onderneming werd ervaren, want de Brenner en de Grossglockner waren voor zo'n eendje met volle bepakking een hele beproeving. De bovenop de top gekochte plaquettes die later op de gril geschroefd werden, zijn naast de foto's het stille bewijs van een tijd dat de heen en terugreis voor minstens zoveel verhaal zorgden als de tussenliggende dagen aan het meer. Onderweg werd overnacht in een hotel of pension en af en toe moest je wel eens langs de garage voor olie of een andere kleinigheid want de auto werd vol belast.
Deze 2cv uit Belgische productie was twee jaar oud toen mijn vader hem kocht en een ex 'Bierwacht' auto in donkerblauw met lichtgrijs. De Belgische Citroën fabriek leverde ook tweekleurige deux chevaux voor zover ik weet, maar of dit een fabrieksuitvoering is geweest of, zoals veel gebeurde, later door een carrosseriebedrijf is voorzien van de tweede kleur, is niet meer te achterhalen. Uiterlijke 'Belgische details' waren de langere stalen achterklep, waarachter onderin het reservewiel lag met daarop een vlakke vloer, de achterlichten op de achterschermen, de grotere derde zijruiten in een tijd dat Citroën Frankrijk die extra zijruiten nog helemaal niet leverde, de trapezium-vorm van de achterruit, de alu wieldoppen en bumpers. Het lijkt of die voorbumper wat scheef hangt, maar ik heb nog geen enkele andere foto gezien van een Belgische 2cv waarbij ze niet net zo scheef hingen. Koen Beekmann © Archives Boerbon _BoerBon woont niet alleen in Frankrijk, hij omringt zich ook graag met gerijpte Franse voitures. Ook in het verleden waren er Franse klassiekers in zijn leven, zoals de 2CV van pa, waarvan hier een paar mooie filmbeelden van de eerste vakantie in 1961. Jaren later, in 1976, had pa een flinke caravantrekker nodig. Het werd een Renault 30 V6, waarvan gelukkig ook een foto bewaard bleef. BoerBon zelf reed later 2 Peugeots 305 Break Diesel, gevolgd door een Citroën C15, later gevolgd door de C15, waarin hij nu nog rijdt. Ook een zeldzame Renault Caravelle behoorde ooit tot zijn wagenpark.
|
AlbumFranse voitures uit het familie-album. Auto's die u ooit zelf bezat, die een bijzondere rol speelden in uw familiegeschiedenis of die anderszins indruk hebben gemaakt. Index
All
Archives
June 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|