© Archief Rendert Vermeer Toen ik nog maar een paar turven groot was, hadden mijn ouders een 16 TL. Een azuurblauwe. Ik kan me herinneren dat er een LPG-tank in zat. Het was een comfortabele auto met soepele vering. Roesten deed ie echter al als je er naar keek
Ongeveer in 1982 is de auto van de hand gedaan aan een kennis die 'm binnen een week total loss wist te rijden. De R16 eindigde op z'n dak. De inzittenden zijn er goed van af gekomen gelukkig. Rendert Vermeer
1 Reactie
Dit zijn de enige 2 fotootjes die we hebben van de eerste auto van mijn ouders, een Simca 1000 uit vroeg-1966 met het kenteken 23-24-DE. Op de eerste foto zien we (van links naar rechts) mijn vader, verstopt achter de auto, mijn kleine zus op de voorstoel, mijn grote zus op de schommel en mijn moeder, die vorig jaar overleden is. Deze foto moet ik wel gemaakt hebben met een Agfa-boxje. Het was in Duitsland, niet zover over de grens, waar we een weekje vakantie vierden. Het jaartal weet ik niet precies maar zal vroeg 70-er jaren geweest zijn. De werkgever van mijn vader had toentertijd een caravan aangeschaft waar het personeel gebruik van mocht maken. Deze caravan werd elk vakantieseizoen op een andere plaats gestationeerd, hier dus in Duitsland maar meestal gewoon in Nederland. De Simca zal hier rond 8 jaar oud zijn. De auto had érg weinig kilometers op de teller daar de eerst eigenaar er nauwelijks mee reed. Na 3 jaar stil gestaan te hebben in een goed geventileerde garage, liefdevol toegedekt met een aantal AaBe-dekens, heeft mijn vader hem gekocht van de eerste eigenaar. Dit zal in 1968 of 1969 geweest zijn. Doordat de Simca 3 jaar niet gereden had was de koppeling vast gaan zitten en heeft mijn vader, samen met een technische collega, na veel gedoe de auto op een zaterdagmorgen weer wakker geschud. Op deze foto staan mijn moeder en vader trots met hun aanwinst op de foto. Deze moet gemaakt zijn rond laat jaren '60, vroeg jaren '70. De foto is genomen achter ons toenmalige huis door familie uit Noorwegen, die op bezoek was. Een zus van mijn vader was getrouwd met een Noor, vandaar. Ik weet vrijwel zeker dat mijn Noorse oom de foto heeft genomen. Ook weet ik nog wat zijn merk camera was, een Polaroid OneStep.
Natuurlijk kreeg de Simca uiteindelijk ook met het roestspook te maken en wel zodanig dat de voorspatborden er bijna afvielen. Toen vond mijn vader het tijd worden voor wat anders en kocht een tweedehands witte Fiat 128 uit 1970, welke naar verloop van tijd nèt zo bruin werd als de Simca. Maar sinds die tijd heeft hij altijd Fiat gereden en nu nog, op 91 jarige leeftijd! Rien Kijl © Archives Marcel Boyer Ik heb nog een oude teamfoto uit de jaren zeventig van mijn school gevonden! Het hele team, bestaande uit 13 leerkrachten, van wie er één het hoofd der school was, had zich in en om een Eend geschaard voor de jaarlijkse teamfoto. De fotograaf vond onze opstelling wel erg origineel, want dat had hij nog niet eerder meegemaakt. De meeste teams die hij voor zijn lens kreeg zaten of stonden keurig opgesteld, de gezichten strak in de plooi, want een leerkracht moest gezag uitstralen natuurlijk. De meesten van ons waren echter zo niet en daarom kozen we voor de Eend van een van onze collega's. De Eend: een toonbeeld van eigenzinnigheid, eenvoud en vrijheid. En die eigenschappen probeerden wij ook op onszelf en onze leerlingen over te brengen.
Marcel Boyer © Koen Beekmann Mijn eigen wagenpark bestond voor een belangrijk deel uit Franse auto's. Dat werd natuurlijk ook een beetje gestuurd door mijn vader's voorkeur. En met een nieuwe Ami 6 voor de deur had ik uiteraard ook een Ami. Ik had er zelfs 2, een Dinky en een Norev. En ik was er zuinig op. Elke avond werden ze voor het slapen gaan netjes naast elkaar in de kast geparkeerd en tijdens het eten werd de Ami niet zomaar vergeten maar zorgvuldig aan de rand van het bord geparkeerd.
In de jaren zestig hadden we thuis nog geen tv en al helemaal niet wat nu bij mijn eigen zoon voor afleiding zorgt. Ik speelde buiten of binnen met de auto's. Deze groen-gele Dinky Toys Ami heeft het nog best lang volgehouden, ondanks de versleten banden en assen van het rijden, maar ik ben hem ergens uit het oog verloren. De motorkap vond ik een tijd geleden terug en krijgt nu een tweede leven op een identieke Dinky Ami van een verzamelende vriend, want daar hoort hij thuis, niet in een rommelbak... Koen Beekmann © Kristof van Dooren M'n ouders zochten in 1988 naar een ruime auto in Occasie. Destijds hadden ze een Renault R4 GTL die aan vervanging toe was. Na enkele garages af te lopen kwamen ze op de 2 jaar oude Renault 11 1.6D Broadway uit en hij voldeed aan hun eisen.
Ik heb toch zeer mooie herinneringen aan deze leuke auto. Ik vond het heerlijk om altijd mee te reizen als klein jongetje op de achterbank. We maakten destijds mooie uitstappen of 't nu naar de Belgische Kust was of naar Antwerpen. Het was toch elke keer feest om mee in deze leuke auto te zitten. De auto bleef tot het najaar van 1996 bij ons. In de zomer maakten m'n ouders op een zekere dag een foto van mij waar ik naast de Renault 11 Broadway sta. Eind van die zomer verliet deze zeer leuke Renault ons omwille van zware motorproblemen en ouderdom uiteraard. Anno 2016 heb ik nu die leuke foto in bezit gekregen en deze zit mooi in m'n foto album geborgen als herinnering. Kristof van Dooren © Theo van Os ik kwam weer een leuke foto tegen uit mijn dienstreisarchief. Een plaatje uit 1977 van Argenton-sur-Creuse, gelegen in de Limousin, tussen Châteauroux en Limoges. Ongeveer dezelfde plek van de oude brug over de Creuse heb ik van internet gehaald. Zoals zoveel plekken in Frankrijk, nauwelijks veranderd en in veel opzichten zelfs mooier.
In 1977 maakte ik voor de ANWB, afdeling reisgidsen en route-informatie, een dienstreis door de Limousin en de Dordogne, voor de herziening van de gelijknamige reisgids van de ANWB. Mijn collega was de schrijfster en ik chauffeur. In een Renault R6 850 cc hebben we in 2 weken tijd ruim 5000 km gereden! Elke dag hadden we 2 beleefdheidsbezoekjes bij een plaatselijke Office du Tourisme en dat betekende 2 keer per dag uitgebreid op z'n Frans déjeuneren, respectievelijk dineren. Want elke directeur van de VVV was zeer vereerd met ons bezoek en interesse in 'hun' dorp of stad. Voor mij betekende het 5 kg aankomen in 2 weken en waren we op een gegeven moment de gastvrije etentjes wel een beetje zat! Theo van Os © Theo van Os In zijn vakantie-album van 2002 vond Theo van Os een foto van dit schilderachtige plekje in de Drôme. Een oude loods met reclameschildering en daarin geparkeerd een Renault 8. Na enig speurwerk op Google-Earth blijkt er na al die jaren niet zoveel veranderd te zijn. Alleen de R8 is even een blokje om.
© Museum The Henry Ford *) De stad Le Mans, hoofdstad van het département Sarthe, dankt ondanks een fraaie Cathédrale en andere bezienswaardigheden zijn naam en faam bijna alleen aan de 24 Heures du Mans. Samen met de Grand Prix van Monaco en de Indianapolis 500 waarschijnlijk de bekendste autorace ter wereld en zeker de meest tot de verbeelding sprekende. En als dan het beroemdste deel van het circuit, de ligne droite des Hunaudières, wordt gevormd door de Route Nationale 138 naar Tours, dan mogen we op een website die Route Nationale heet natuurlijk wel aandacht aan die 24 Heures besteden. Al sinds 1923 rijdt men hier jaarlijks op racetempo rondjes op voornamelijk openbare weg, met onderbrekingen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Al ver voor die oorlog vestigt de 24 Heures zijn internationale naam, niet in de laatste plaats geholpen door de nadrukkelijke Britse aanwezigheid en de zegereeks van Bentley. Ook de bijzondere Dunlop boog en de start waarbij coureurs rennend de baan naar hun auto moeten oversteken dragen bij aan de beeldvorming. De manier waarop de organiserende Automobile Club de l'Ouest de reglementen soms Frans-chauvinistisch toepast en aanpast versterkt de mythe nog verder. Er gebeurt meer goeds en slechts rondom de 24 Heures, maar vriend en vijand zijn het er over eens dat de gouden jaren bestaan uit de zestiger jaren van de vorige eeuw, gesymboliseerd door de verbeten strijd tussen Ford en Ferrari. Ik weet het, beide geen Frans merk, maar doordat fotograaf Andy Friedman het team van Shelby American (Ford) jarenlang gevolgd heeft, kunnen we nu wel beschikken over een prachtige fotoreeks van de 24 Heures du Mans van 1967. Werk van Andy Friedman is hier al terug te vinden in het artikel over het circuit van Reims-Gueux, trouwens. Ik zal straks de context van de race schilderen, maar uit de 900 foto's hebben we met name geprobeerd de sfeer van 1967 naar voren te halen. Natuurlijk was racerij toen veel gevaarlijker, maar zeker laagdrempeliger en publieksvriendelijker. En ook in zo'n internationale raceomgeving kun je moeiteloos de Franse sfeer uit de foto's halen. Enzo Ferrari, bouwer van straatauto's om raceauto's te kunnen maken, had zich in 1963 de woede van Henry Ford II op de hals gehaald. In geldnood verkerend had Ferrari lang de indruk gewekt zich aan Ford te willen verkopen, maar hij haakte op het laatste moment af. Henry Ford II nam zich voor Ferrari te verslaan daar waar het de meeste pijn zou veroorzaken: het circuit en dan vooral Le Mans. In 1964 en 1965 lukte dat nog niet, maar in 1966 lukte het overtuigend. Voor 1967 leek Ferrari met een volledig nieuw ontwerp (de 330 P4) de betere kansen te hebben, maar Ford/Shelby American won uiteindelijk toch met de eveneens nieuwe GT40 MkIV en twee Amerikaanse coureurs, de eerste en tot nu toe enige 'all-American' (auto, team en rijders) overwinning op Le Mans. Vooraf werden topcoureurs Dan Gurney en A.J. Foyt slechte kansen toegedicht, de zorg was dat ze elkaar tot schade of overbelasting van de GT40 zouden opjutten. In zijn euforie aan de finish was het hier Dan Gurney die voor het eerst de hem aangereikte Moët & Chandon Champagne opende en over iedereen, Henry Ford II en zijn vrouw inclusief, uitspoot. Een traditie werd geboren … Bekijk de foto's op details, startnummer 1 is natuurlijk de winnende Ford GT40 MkIV, maar zie ook de diverse Franse raceauto's zoals de Matra-BRM, de Alpine-Renault, de Panhard CD met Peugeot motor, enz. Nog steeds zijn de 24 Heures du Mans een aanrader, de tweejaarlijkse Le Mans Classic misschien nog meer, maar even virtueel terug kunnen naar 1967 is het mooist! Marc Noordink *) Met dank aan het museum The Henry Ford in Dearborn voor het mogen gebruiken van deze unieke zwart/wit foto's! Als gezegd volgde fotograaf Andy Friedman het team van Shelby American tijdens de topjaren met Ford. De winnende Ford GT40 MkIV bevindt zich overigens ook in het Henry Ford museum in Dearborn.
© Marc Noordink 1956, een andere tijd, een andere wereld. Optimisme en opbouw. Zo ook voor mijn jonge ouders die nog ver verwijderd waren van kinderzorgen en andere beslommeringen. Mijn vader 'voer' zoals dat toen genoemd werd en was in die tijd makkelijk een half jaar of langer van huis. Eigen autobezit was daarom nog niet aan de orde, maar tijdens een periode van 'verlof' waren er tijd en financiële armslag. En zo werd in juni 1956 een serieuze Ford Consul van toen nog degelijke Britse makelij gehuurd voor een heuse 'roadtrip' door Normandië en Bretagne. Dat was aanmerkelijk avontuurlijker dan tegenwoordig: een snelweg, om maar eens iets te noemen, was ten zuiden van Breda-Princenhage niet meer te vinden. Het ontbreken van die latere snelwegen maakt ook dat de logische routes anders liepen: in het geval van Normandië reed je over Brussel en Mons, ging je bij Quiévrain de grens over en was Cambrai een geschikte overnachtingsplaats.
In de fotoserie volgen we mijn (in 1956 nog toekomstige) ouders op hun tocht met overnachtingen in Cambrai (59), Bernay (27), Saint-Malo (35), Le Conquet (29), Port-Louis (56), Guérande (44), Louverné (53), Gacé (61), Honfleur (14) en Rue (80). Naar schatting toch wel zo'n 2200 kilometer, met een wat langer verblijf bij bekenden in Honfleur. Met de huidige toeristische inzichten zitten hier wat opvallende plaatsen tussen, maar bezien vanuit 1956, met het toerisme in Normandië en Bretagne nog in de kleinste maat kinderschoenen, is dat anders. De hotels natuurlijk allemaal even kleinschalig en door man en vrouw of gezin gedreven. Mijn moeder heeft me vaak genoeg verteld dat ze nooit meer zulke lekkere kreeft heeft gegeten als die door de 'mémé' van het hotel in Le Conquet was klaargemaakt. De foto's zijn helaas niet allemaal van even goede kwaliteit, maar wel leuk is dat er van iedere overnachting een kaart naar huis werd gestuurd. Kijk vooral ook naar de volledig lege wegen, de rust en de ruimte. Op een paar locaties kan ik het contrast met de moderne tijd al laten zien, maar in het achterhoofd zit het plan om deze trip nog eens in zijn geheel over te doen. De reden: nostalgie, al zullen we de sfeer van 1956 nooit meer terug kunnen vinden… Marc Noordink © Koen Beekmann Gingen we op vakantie, dan ging er niet een kast vol speelgoed mee maar zocht ik wat auto's bij elkaar die netjes naast elkaar pasten in een lege schoenendoos. Je was met weinig tevreden toen. Waarom de ene auto wel en de andere niet meeging? Dat hing af van hoe fijn de auto reed, want auto's waren om mee te rijden.
Op de plek in de Dordogne werd overdag één van de kussens uit de caravan voor me buiten gelegd en dat was een heerlijke ondergrond om op te spelen. Het plastic randje rondom dit bloemetjeskussen was een denkbeeldige stoeprand waar je prachtig langs kon parkeren. De Norev's trokken onder invloed van de warmte langzaam aan krommer en krommer, zoals bijvoorbeeld de motorkap van de rode Ami Break, hier helemaal links. Spelen met auto's was toen vooral nog zo leuk omdat elke auto zijn eigen bijbehorende motorgeluid had. Een 2CV klonk met z'n luchtgekoelde tweecilinder en het korte uitlaatje heel anders dan een DS, waarbij je bovendien ook altijd even moest wachten tot hij op rijhoogte was, of een Austin Seven met z’n typische jankende versnellingsbakgeluid bij het optrekken... Koen Beekmann |
AlbumFranse voitures uit het familie-album. Auto's die u ooit zelf bezat, die een bijzondere rol speelden in uw familiegeschiedenis of die anderszins indruk hebben gemaakt. Index
Alles
|