© Citrovisie Een nieuwe uitgave van Citrovisie doet het hart van menig Citroën-adept sneller kloppen. Na de gedetailleerde naslagwerken over respectievelijk de Citroën Visa, Axel en CX, verscheen onlangs Les Filles de Forest. Een lijvig boekwerk over de in het Belgische Vorst ('Forest' in het Frans) geproduceerde tweecilinder Citroëns tussen 1952 en 1980. De plaats van handeling is niet het enige verschil met de in Frankrijk geproduceerde tweecilinders. De modellen die in Vorst van de band rolden weken op talloze punten af van de in Frankrijk geproduceerde Citroëns. Juist deze verschillen in bijvoorbeeld de vorm van de achterspatborden, speciale verlichting, uitrustingsniveau, afwijkende kleuren of bekledingsstoffen, maken deze Citroëns interessant. Van elk in Vorst geproduceerd type worden per modeljaar alle technische, uiterlijke en detailwijzigingen beschreven met een bijna onwaarschijnlijke nauwkeurigheid. Ruim driekwart van het 360 pagina's tellende boek is gewijd aan de 2CV, het langst geproduceerde type in Vorst. De opsomming van de wijzigingen per modeljaar geeft een mooi en indrukwekkend beeld van de enorme evolutie van dit model, dat globaal beschouwd door de jaren nauwelijks gewijzgd lijkt. Naast de 2CV passeren onder meer de in Vorst geproduceerde Ami 6, Dyane, Méhari, LN en Visa de revue en maken we kennis met de minder bekende 2CV Radar en de Fardier Lohr FL500. Het boek is royaal voorzien van fotomateriaal. Zowel historisch beeldmateriaal als een keur aan detailfoto's, waardoor we intussen bijvoorbeeld weten hoe het nylon afdekkapje van de bouten van de AZAM 6 eruit ziet. Tenslotte een overzicht van de leverbare carrosseriekleuren, bekledingsstoffen en chassisnummers. Les Filles de Forest belicht een interessant stuk zeer specifieke Citroëngeschiedenis. Met zijn bijna encyclopedische nauwkeurigheid zal het boek de echte Citroënliefhebber zeker weten te boeien. Maar voor de minder uitgesproken aanhanger van het merk is er geen reden om af te haken bij de beschrijving van de zoveelste detailwijziging. Het vele beeldmateriaal, het geschetste tijdsbeeld, de fraaie vormgeving en de verzorgde uitvoering maken het een bladerboek bij uitstek. Route Nationale | Henri Vermeer Les Filles de Forest
Vincent Beyaert 360 pagina’s, harde kaft Citrovisie, 2015 ISBN 978-90-815208-3-6 prijs € 39,95 www.citrovisie.nl
0 Comments
© Edward van Zanten | Peugeauto Sinds mijn overbuurman hier is komen wonen/werken, ben ik geraakt door de schoonheid van een klassieke bedrijfswagen. Die stond vorig jaar in de zomermaanden als reclame-object bij de ingang van ons industrieterrein: een blauwe Volkswagen T1 met wit dak en reclame erop. Gewoon schitterend om te zien. Dus op zoek naar een Peugeot D4A of B of een soort van dat. Maar die droom werd niet zo makkelijk werkelijkheid. Marktplaats 0 hits, alleen een foldertje. Le Bon Coin, ook helemaal niks. Ik ben toen op Ebay gaan zoeken en daar stond er één in Engeland te koop; een rode brandweer-personenuitvoering. Maar door de oversteek, het transport en tijdgebrek was dat geen optie. Ik heb toen Henri Vermeer van Route Nationale geraadpleegd of hij ergens wat te koop wist staan. Hij kwam al meteen met een e-mailadres van een man in België, die een D4A uit 1956 met schuifdeur had staan om zijn huis te verbouwen. Gewoon als transportmiddel. De D4A heeft een laadvermogen van 1490 kg,. dus daar kun je serieus wat mee verplaatsen. Na wat mailwisseling en wat foto's is er een prijs afgesproken, inclusief een fles wijn. Ergens in augustus 2014 ben ik naar St. Niklaas gereden met een oprijwagen. De D4A stond al jaren achterin zijn garage en diende als opslag voor glaswol en bouwmaterialen. Het project was gestrand in verband met het vele werk aan het huis en veel werk aan de Peugeot. Hij had de bus van een Nederlander gekocht, ergens in 2011. Deze had de bus op zijn beurt weer gekocht in Frankrijk in Noisy Legrand, een buitenwijk van Paris. Hoe geweldig is dat?! Een Parijse Peugeot en 75 op je Franse kenteken… Ik heb de bus geïnspecteerd en eigenlijk was deze al goed bevonden voordat ik hem had gezien. De roest vorming viel gelukkig mee, de rest leek goed te doen. Toen ik thuis kwam, was mijn vrouw lichtelijk in shock…. De bus was origineel en zwaar gehavend, een vers project dat jaren stil had gestaan. Om te beginnen heb ik de hogedrukspuit door de binnenkant en over de buitenkant gehaald. Er zaten cementresten op. Waarschijnlijk is bij het storten van het plafond cement door de bekisting over de de D4A gelopen. Daar stond ze dan: helemaal schoon en eigenlijk weet je nog niet waar je aan begint. Het was mijn bedoeling om de bus origineel te laten, lekker in de Owatrol en klaar. Maar na een paar weken buiten vond er een mysterie plaats: de lak begon er spontaan af te krullen, tot op het blanke ijzer…daarna verscheen in rap tempo overal roest. De lak leek op latex, waarschijnlijk omdat de bus jaren binnen heeft gestaan en er daarna door zon een soort ontbinding plaats vond. De bus origineel laten was daardoor niet meer mogelijk . Het was mijn idee was om een uitstraling te creëren waardoor de D4A er oud en versleten uitziet, alsof ie ergens uit Zuid-Frankrijk komt, waar hij al jaren in de zon heeft gestaan. Vol deuken en roest. Half september 2014 heb ik de bus binnen gezet. Daarover de volgende keer meer. Edward van Zanten - Peugeauto © Collection Hent van den Elsen Ik vergeet het moment niet snel dat ik een aantal jaar geleden op een hete zomerdag in een Frans dorpje een bananendoos vol diadoosjes onder een kraam vandaan trek, een doosje open een dia tegen het licht houd en daarop onder andere motorracetaferelen*) zie uit het begin van de jaren zestig. Te enthousiast kan ik nauwelijks onderhandelen over de prijs. Eindeloos dia's scannen thuis. Een feest. Tja, wie gooit zoiets weg? Het doen me denken aan de boekjes van KesselsKramer 'In almost every picture'
Hent van den Elsen *) In deze serie de familiefoto's. Klik hier voor de motortaferelen. © Barbara de Bruin Op zaterdag 28 maart was het zover, onze eerste Oldtimershow van het seizoen!
Helaas werkte het weer niet mee en toen wij 's middags aankwamen, stonden er nog maar twee Franse auto's. Een zwarte Renault 4CV en een Peugeot 504 TI in een bijzondere lichtblauwe kleur. Naast de laatste was nog een plekje vrij, dus daar hebben we Seize neergezet. In een legertent werden broodjes en koffie verkocht en een blaasorkestje zorgde ondanks de regen voor wat sfeer. En natuurlijk hebben we de aanwezige auto's bekeken en foto's gemaakt. Barbara de Bruin © Lars Schneider Route Nationale heeft mij gevraagd om af en toe een blog te gaan schrijven over Louise, mijn Peugeot 204 Break. Ik hoop hier een afwisselende inhoud aan te kunnen geven, van foto's van leuke ritten, hopelijk zelfs van mooie reizen of van het sleutelen.
Twee weken geleden besloten mijn ouders en ik spontaan vanwege het mooie weer een stuk te gaan rijden met de Peugeot. Wat rondgereden op leuke landweggetjes in een omgeving die vlakbij was, maar waar we eigenlijk toch nog nooit geweest waren! Lars Schneider Lees ook over Louise in de rubriek La Vôtre. © Henri Vermeer | Route Nationale We deden al eerder verslag van de tweemaandelijkse grote internationale modelautobeurs van de NAMAC in Houten. Met een enorm groot aanbod aan modelauto's in alle denkbare schalen, pikken we er voor Route Nationale met de camera graag de grotere blikken modellen van merken als Joustra uit.
Henri Vermeer © Thorvald van der Westen Grappig hoe het soms kan lopen. Mooi ook vooral. Nadat de 504 groot onderhoud op motorisch vlak met succes had doorstaan, was het tijd voor een verwennerijtje. Eentje waar ikzelf ook baat bij had. Ik heb al flink wat kilometers doorgebracht op de doorgezakte stoel, maar nu was er ruimte voor verbetering. En wel in de vorm van een ander mooi interieur. Via het Peugeotforum ben ik, toevallig, bij een meneer terecht gekomen die, zoals hij zei; "nog wel wat had liggen". Een scheurloos dashboard, goede zonnekleppen, een puntgave achterbank én een mooie voorstoel, allemaal in de juiste kleur! Gris Ardoise en donkerblauw. Een naar mijn menig erg zeldzame combinatie. Samen met de carrosserie in Bleu de Nuit is het een prachtig geheel. Het puntgave setje zou geweldig staan in de 504. Maar daar hield het niet op. Er kwam nog een puntgaaf schuifdak in de goede kleur bij.
Op een mooie zomerdag heb ik tijd gemaakt het geheel te installeren. De bekleding heb ik van de frames af gehaald, nieuwe erop. Achterbank eruit, mooie erin. Dashboard eraf, nieuwe erop. Al met al een klusje van een paar uurtjes. Het resultaat mag er zijn. De doorgezakte stoel, waar ik zo aan gewend was, had plaats gemaakt voor een stevig, comfortabel exemplaar. Het schuifdak had meer voeten in de aarde. De bouten waarmee het dakpaneel aan het slotsysteem vast zat, waren allemaal vastgeroest. Twee kreeg ik los, één brak af, en de ander moest ik eruit slijpen. Dit was een nogal pijnlijk momentje, je slijptol in een mooi (maar wel verrot) dakje zetten… Het dak kon eruit. Ik kwam een aangename verrassing tegen. Een aftermarket optie die mij niet was opgevallen. Een zogenaamde 'valhemel' voor het schuifdak met de instructies, in Nederlands getypt op een inmiddels vergeeld A4'tje, erbij. Ook was er een datum vermeld. April 1971. Te bedenken dat de auto op 4 maart 1971 op kenteken is gezet, had de eerste eigenaar blijkbaar snel behoefte aan een dergelijke optie… Een andere mogelijkheid is dat de auto een tijdje in de garage is gehouden, alvorens de sleutels aan de nieuwe eigenaar te overhandigen, en in die tijd de optie geïnstalleerd heeft gekregen. Al met al een bijzondere vondst. De petits plaisirs houden niet op… Thorvald van der Westen |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|