© Henri & Linda Vermeer Dit jaar reden we voor het eerst zelf mee met de toertocht 'Toeren voor leven'. Deze tocht wordt jaarlijks georganiseerd door Ziekenhuis St Jansdal in Harderwijk. De opbrengst is geheel bestemd voor goede doelen. Een goed georganiseerde rit van 160 kilometer langs de mooiste plekjes van de Veluwe. Met 150 deelnemers ook een evenement van betekenis. Een mooi divers deelnemersveld en een prettige sfeer maakten het plaatje compleet. En Éclair? Die hield zich prima en reed vorstelijk.
Henri & Linda Vermeer
0 Comments
© Milan van Lange & Aldrin van Zanten Hoewel de technische staat van mijn vers aangeschafte Peugeot goed leek te zijn, bleek al snel dat de tand des tijds flink had geknaagd aan de onderzijde van de auto en een deel had omgetoverd tot iets dat nog het meest weg had van de Flintstone-mobiel. Jabadabadoo!
Hoewel, ondanks dit gaatje, de verleiding groot was om meteen met Bertrand op pad te gaan, wees het gapende gat achter het rechter voorwiel mij erop dat er toch echt eerst werk aan de winkel was. De Peugeot werd op de brug gereden, de wieltjes gingen eraf en met een ruwe borstel heb ik eerst de bodem schoongemaakt. Daarna werd er het nodige van de auto afgezaagd, een stuk blik werd van de rol geknipt, gevouwen, gepast, weer geknipt, nogmaals gevouwen en uiteindelijk degelijk vast gelast aan de auto. De rest van de bodempartij bleek overigens nog in een zeer goede staat. Met de nodige roestwerende middelen hoop ik dat ook zo te houden. Het aanbrengen van dergelijke anti-roestproducten is altijd weer een feest: lekker kliederen met dikke bruine drab onder je auto. Of, zoals een goede vriend het noemde: 'Nutella smeren voor gevorderden'. Als Peugeot-leek en Citroën-rijder ontdekte ik een opmerkelijke constructie. De buitenkant van de kokerbalk was met slechts enkele boutjes afneembaar en zo heel goed bereikbaar voor het roestpreventiewerk. Dit bleek doodgewoon te zijn bij oude Peugeots! Dit was meteen een mooie gelegenheid om ook de holle ruimtes te behandelen met een waxproduct. Dit laatste is geen vervelend klusje. Met een spuitbus en een slang via de afwateringsgaten zijn zelfs de binnenkanten van het plaatwerk goed te behandelen. Overigens is het voor de langharigen onder ons dan wel aan te raden een petje te dragen. Ik deed dat niet en loop nu rond met een –in wax geconserveerde- vetkuif. Nu de basis van de auto weer goed was, werd het tijd voor een uitgebreidere technische controle. Verder was het voor mij tijd geworden om te gaan nadenken over de buitenkant. Hoe houd je een auto van bijna 60 jaar oud goed, zonder het originele karakter van de eerste laklaag aan te tasten? Daarover in een volgende blogpost meer. Milan van Lange © Tibor van Lange Met een gepensioneerd werkpaard maak je geen zware ritten meer, maar uitstapjes. En wat is er dan leuker om juist die plekken op te zoeken, die ruiken naar vroeger.
© boerBon Tijdens een vakantie-uitje kwam ik deze Salmson tegen. Tot nog toe een voor mij onbekend merk, maar bij googlen las over de oorspronkelijk Franse vliegtuigbouwer.
boerBon http://bouwvalinfrankrijk.blogspot.fr/ © Milan van Lange Een buitenkansje. Zo moet ik het maar zien. Een Peugeot 403 uit 1957. Sinds kort mijn Peugeot. Een opmerkelijke keuze voor een geboren Citrofiel. Echt een keuze was het dan ook niet. Hoewel ik met mijn twijfelende aard wel een paar dagen nodig had om de knoop door te hakken, was 'het niet doen' eigenlijk geen optie meer. Deze ruim 56-jarige (ooit zo doodgewone) Franse berline kwam zomaar op m’n pad. Hoewel ik eerst nog twijfelde, voelde ik dat ik 'm moest redden. Ik kende de auto al jaren; mijn eerste rondleiding door mijn huidige woonplaats Nijmegen was in deze Peugeot. Structureel ongewassen en enigszins verwaarloosd zag hij er anno 2013 niet bijzonder florissant meer uit. Maar ik viel voor de mat geworden oude lak, de roestplekken her en der en de afgebladderde witte wangen op de banden en het feit dat de auto zo goed als onaangetast is. Patina dus. Of, zoals de Fransen het zeggen: 'Dans son jus'.
Allereerst nam ik de roestbak mee naar een bevriende en vertrouwde garagehouder. Op de heenweg schoof ik het standaard fabrieksschuifdakje open en luisterde naar het zachtjes gierende differentieel en de ritmisch klapperende hemelbekleding. Aangekomen bij de garage viel de eerste keuring heel erg mee. Op de brug bekeek ik met Edward de 403 en zowel hij als ik waren verrast. Positief verrast. Technisch was er weinig op aan te merken, op een gaatje of twee in de uitlaat na. Het grootste probleem was een gat onderin een kokerbalk. In een volgend bericht daarover meer. Milan van Lange |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|