Mijn werk bestaat uit het draaiend houden van twee bedrijven. Hoofdmoot is absoluut voor mijn grafisch ontwerpbureau Studio Kees-Jan Smit BNO. Ik prijs mij gelukkig dat ik het lekker druk heb met hele uiteenlopende opdrachten. De andere tak is onze antiekwinkel Perche & Forgeron. Een uit de hand gelopen hobby die we doen in de vrije tijd die we niet hebben. Onze voorraad is een eigenwijze mix van antieke Franse gebruiksvoorwerpen en vintage design items. Om onze klanten af en toe wat nieuws te bieden is een constante aanvoer nodig. Net als de Salvage Hunters van Discovery Channel springen we dan in onze Peugeot bus en gaan we op jacht. Tijdens één van die tripjes kwamen we bijgaande Jouet Citroën tegen. Een blikken modelauto die door André Citroën werden gemaakt om kinderen al vroeg vertrouwd te maken met zijn automerk. En voor kinderen is het natuurlijk prachtig om de auto die pap in het echt heeft als miniatuur te hebben. Onze Jouet Citroën hebben we laten determineren door Wouter Jansen van het Citroën liefhebberstijdschrift CitroExpert (u bent toch ook abonnee?). Het is een C6 cabriolet 2 places van omstreeks 1930. Met 40 cm een groot model en eigenlijk een wonder dat het toch kwetsbare blik de 90 jaar redelijk ongeschonden is doorgekomen. De linker voordeur kan open, de besturing werkt en op de bodemplaat is plek voor een batterij waarmee de koplampen elektrisch aan kunnen. Het bijzondere is dat de vorige eigenaar de auto heeft voorzien van Nederlandse nummerborden.
Ik denk dat ik binnenkort maar even langs ga bij Garage Johan Oldenhage in Nieuw-Vennep. Ik weet dat hij veel kennis heeft van Jouets Citroën en op zijn site staat dat hij Citroën C6 specialist is. Dus dat moet. Kees-Jan Smit
0 Comments
Het was alweer te lang geleden dat ik op mijn Solex had gereden. Maar vandaag was het droog en windstil, dus ging ik. Maar omdat het altijd te lang geleden is dat ik er op gereden heb, moet ik eerst even de tweetakt opschudden en het carburateurtje doorblazen. Dat is gedoe en met een moderne tweetaktbenzine op alkylaatbasis heb je dat gedoe niet. Bijkomend voordeel is dat het veel schoner verbrandt (conventionele tweetakt is behoorlijk vies) en minder schadelijke stoffen uitstoot. Dus het ritje was ook meteen een proefrit voor de Aspen 2 alkylaatbenzine waar ik vanaf nu mijn Solex op laat lopen. Voor de zekerheid neem ik een literfles Aspen mee onder de snelbinders. Om de statistieken van afstand en tempo een beetje bij te kunnen houden, schakel ik mijn wandel-app in op de telefoon. Dat ik na 15 km ongeveer 1.000 calorieën heb verbruikt, tikt lekker af. Mijn Solex is van Franse afkomst dus ik hoef gelukkig niet een lange leren jas en klompen aan. Dat weerhoudt mensen er niet van om (soms heel) enthousiast te reageren op de Solex. Toen ik in Aerdenhout even stopte bij het schooltje had ik meteen een gesprek met twee hondenwandelaars. "Welk bouwjaar" en "oh ja meetrappen" brengt veel herinneringen boven. Altijd leuk om te horen. 15 km, een topsnelheid gehaald van 28 km/u en als ik niet overal met iedereen had staan kletsen, had ik een beter gemiddelde gehaald. Maar daar gaat het niet om met een klassieker. Met mijn oude auto’s heb ik ook altijd veel aanspraak en dat zorgt ervoor dat de liefhebberij menselijk en zichtbaar blijft. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit
© Kees-Jan Smit Het begint bijna een traditie te worden. Elk jaar koop ik tijdens de zomervakantie in Frankrijk wel een fiets. Ik bedoel geen omafiets of racefiets, maar zo’n heerlijk eind jaren ’60 / begin ’70 ultiem Frans toerfietsje. Zoééntje met een derailleur en veel versnellingen, velgremmen, dun zadeltje en van die dingen die voor ons Hollanders een beetje raar zijn, maar o zo mooi. Bijvoorbeeld een dynamo op het achterwiel, een bagagedrager zo dun dat je er je lief niet op kan meenemen en vleugelmoeren op de wielen.
En overal staan merknamen op, zo ook op mijn paars metallic Régina Sport waar ik het nu over heb. Alu-Dur kettingkast, Sport 48 remmen, Simplex derailleur en Onleesbaar trappers. Mooi detail is gek genoeg de bandenmaat: 650B. Dat is een beetje een cult-maat onder randonneurs. Er liggen nu nog twee oude Hutchinson banden op, zwart loopvlak en beige wangen. Er zijn van GrandBois ook nieuwe leverbaar, zwart met rood… oei... Maar wat eigenlijk nog het allermooiste is, zijn de twee tasjes die aan de begagedrager hangen. Vlammend rood vinyl met witte biezen afgezet en onderop hetzelfde dessin wat je gisteren, toen je nog zes was, op je kojboj-laarzen had. Even schoonmaken, de remmen en versnellingen nalopen, het achterwiel recht afstellen en een testrit naar het zwembad maken. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Laatst zette ik het internet aan en kwam een advertentie tegen waarin magazijnbakken uit een voormalige Citroëngarage werden aangeboden. Een mailtje eraan gewaagd en het bleek dat ze uitgedeeld werden onder de liefhebbers. Dus ik heb mij in laten schrijven en gisteren werd er opeens een groot jaren ’70 pretpakket bezorgd.
Negen houten bakken die door middel van tussenschotjes zijn onderverdeeld in vier vakken per bak. Aan de voorzijdes zitten eenvoudige plastic etikethouders waar een beschreven of bedrukte strook papier in geschoven kan worden. Die zitten er gelukkig nog in en brengen mij direct terug naar een andere tijd. Een tijd die mijn jeugd zou kunnen zijn. 2cv’s, Dyanes en GS-en in de werkplaats bij Dereumaux, de Citroëndealer in Waalre waar mijn vader al zijn auto’s kocht en waar mijn 2cv ook vandaan komt. Je ziet het voor je, in het magazijn stellingen vol met dit soort bakken. De volgorde gerangschikt op type, of misschien op onderdeelnummer, dat weet ik niet. Een monteur die voor een reparatie aan een Ami8 vier veertjes AY 9182-230 A nodig had terwijl er nog maar drie in het bakje liggen. Of een linker raamslotmoer AY 961-113 voor een Dyane nodig heeft maar in de bak liggen alleen maar rechtse. Ay ay ay… Negen is een prachtig getal, een priemgetal bovendien. Maar door de slechtste bak er uit te halen zijn het er acht en kan ik eerlijk delen. Van die ene bak gebruik ik de tussenschotjes en de bedrukte labels om de andere bakken weer compleet te maken. Ik hou er zelf vier, dat is genoeg. Anders neigt het naar hoarden en die zijn er al genoeg in 2cv-land. De andere vier gaan naar mijn maatje Jorn. Maar… behalve dat de bakken heel erg mooi zijn… wat moet ik er eigenlijk mee? Alle losse schroefjes, veertjes en klemmetjes voor mijn 2cv bewaar ik in een Rolykit en dat is superhandig. Ik denk dat ik mijn speelgoedautootjes maar in de bakken gooi. Maar dan wel de juiste types bij de juiste labels natuurlijk. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Garage Johan Oldenhage B.V. in Nieuw-Vennep organiseert vandaag de Citroën Verzamelbeurs. Modelauto's, boeken, folders, ansichtkaarten, sleutelhangers, onderdelen, emaille reclameborden en wat al niet meer wisselen van liefhebber. En daarbij wordt breder gekeken dan Citroën alleen. Een bijna-live-impressie van Kees-Jan Smit.
© Kees-Jan Smit Na een verhuizing en verbouwing waren we bot toe aan een busreisje. Even geen spannende nieuwe dingen ontdekken, maar een bekende plek herontdekken. In de jaren ’90 kwamen we al vaak in de Lot en de laatste jaren is het wederom een favoriete plek geworden, met een vakantiehuisje als uitvalsbasis voor culinaire en nostalgische dagtrips. Onze Frankrijkreizen hebben altijd een dubbel doel, enerzijds is het vakantie dus ontspannen en bijkomen van drukke tijden. Anderzijds is het de bron van spullen voor onze brocantewinkel.
We reizen met onze bus, een Peugeot Boxer 2.2 HDI uit 2008. Deze heerlijke reismakker had na de verhuizing en de verbouwing ook wel even wat pretkilometers verdient. Twee voorstoelen met daarachter een grote reisbench voor onze hond Max, voor de rest alleen maar laadruimte. 'Leeg heen, vol terug' is het motto en dat geldt zowel voor de bus als voor ons want culinair laten we onderweg ook niks liggen. Tijdens de reis ligt er altijd wel wat patisserie of een stokbrood op het dashboard. En van die harde Franse zuurtjes. En wat bananen, een zak zoute chips voor als we melig worden, drop voor de gastheer en -vrouw (sorry dat die ene zak de heenweg niet overleefd heeft)… We rijden over de A20 naar beneden met de cruise op 130, in de zesde versnelling en met airco aan. Vroeger reden we met de 2cv over de RN20, 90, in z’n vier en met het dak open. Soms zie je vanaf de snelweg nog een oud stuk N20, in gedachten zie ik ons daar dan nog rijden in mijn beige eend. De goede kijker ziet nog steeds het oude Frankrijk. Een boer met zijn Renault 4 bestel, een Peugeot J7 veewagen op de rommelmarkt, twee barbecuende Dyanes op een heuvel of oud speelgoed op een rommelmarkt. Het is er gewoon, je moet het alleen even zien. En open staan voor het moment, de verrassing, het verdwalen of toch die vreemde uitnodiging aannemen. Wat een land, wat een lieve vrienden, en wat zit de bus op de terugweg heerlijk vol. Tafels, stoelen, kasten, ladders, fietsen… als binnenkort de website van onze brocante live gaat zullen we het ook hier meteen melden. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Op de rommelmarkt van Castelneau-Montratier (46, Lot) stond een Peugeot J7 bétaillière met 8 fietsen. De oudste te roestig, de tweenaoudste perfect en de rest te nieuw. Wacht even, dat kleine oranje fietsje dan? Och ja, voor een klein prijsje mocht die ook mee. Nou vooruit, omdat 'ie oranje is en omdat er Peugeot op staat. Eenmaal op ons vakantieadresje aangekomen, pompte ik de banden op en reed ik er zo de helling mee af. Dat het natte gras er voor zorgde dat de velgremmen niks deden wist ik toen nog niet. Nu wel :)
Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit We hebben sinds de aanschaf een paar maanden geleden veel pret van de groene eend, hij is echt een welkome aanvulling op de collectie en een graag geziene kleur in de straat. Even de boodschappen of naar het strand, maar ook kan ik er bij mijn klanten gewoon mee voor komen rijden. Iedereen reageert bijzonder positief op een groene eend! Onlangs stonden er een ouder echtpaar naast toen ik aan kwam lopen. De man met Alzheimer en zijn vrouw die met hem een rondje door de buurt liep. De man had opeens een heldere herinnering toen hij de groene eend zag, 'zo'n auto hadden wij vroeger ook'. Moooooi toch als een auto zoiets kan doen.
Ik heb de groene eend met wat gebreken gekocht. Er was een olielek, een startprobleem, een kapot dak en een paar optische issues. Het olielek wilde ik als eerste oplossen. Het bleek de olievulpijp te zijn, één van de twee bouten waarmee die pijp aan het motorblok zit was dolgedraaid. De olievulpijp bleek ook inwendig stuk te zijn want hij gaf geen onderdruk meer. In mijn andere eend heb ik een topkwaliteit olievulpijp van de Eindhovense eendengarage (www.eendengarage.com), die ziet er wat anders uit dan een originele, en is ook vier keer zo duur, maar je krijgt er dan ook levenslange garantie op. Dus oude vulpijp er af gesleuteld, de dolle schroefdraad uitgeboord en een nieuwe schroefdraad er in getapt, een helicoil M7 van Burton er in en de nieuwe vulpijp gemonteerd. Het startprobleem is de laatste tijd niet meer aanwezig, het lijkt iets te maken te hebben met hoe koud het is. Blijkbaar is het nu warm genoeg want ze start 'au quart d'un tour'. Ik verdenk echter de elektronische ontsteking van muiterij, er zit een eerste serie 123-ontsteking in en daar heb ik op het 2cv forum soortgelijke problemen over gelezen. Volgt. Het dak was al gescheurd bij aanschaf en begon steeds verder te scheuren. Zowel links als rechts had ik er ducktape op en het was op die manier nog wel dicht, maar geen gezicht. Er moest dus een nieuwe op. Ik heb lang getwijfeld of ik een zwart of groen dak er op zou zetten. Zwart dak ziet er lekker basic uit, een dak in kleur - en vooral in zo’n felle kleur - geeft de eend een jaren '70 uitstraling. Bij Burton kocht ik een nieuw groen kwaliteitsdak. Officieel is het dak Vert Tuileries, maar dat ligt zo dicht bij Vert Bamboo dat je het verschil niet ziet. Het is altijd even een klusje om dat dak te vervangen, die ellendige schroefjes in de aluminium dakhoekjes kunnen zo ongelofelijk vast zitten, maar uiteindelijk staat het 'm geweldig! En verder heb ik de voor- en achterbumper vervangen voor nieuwe originele grijze bumpers. Wat een verschil, de hele auto knapt er zichtbaar van op. De lak is nu aan de beurt, een grondige wasbeurt en daarna poetsen met cleaner haalt het verweerde groen heel goed op. Een dikke laag wax als slagroom op de taart houdt 'm de komende tijd weer goed groen. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Omdat we deze kleur nog nooit hebben gehad. Of omdat mijn zus en zwager vroeger zo'n groene hadden. Of omdat je elkaar vroeger mocht knijpen als je deze kleur eend zag. Hoe dan ook, deze eend in de legendarische kleur Vert Bamboo is nu van ons. En ja, dat maakt dat we naast de beige en de rode dus nu drie eenden hebben. Wat veel zegt u? Bwoafff… zeg nou zelf: een eend in zo'n kleur laat je toch niet staan?!?
Hij is afkomstig van vriend Maarten, die over gaat stappen op een Renault 4 bestel. Mijn eerste DS kocht ik ook van Maarten en dat was een prima wagen, dus reserveer ik de eend ongezien. Een paar dagen later ga ik met de trein naar Tilburg en rij ik met de groene eend terug naar Heemstede. Maarten heeft nog even een verse apk er op gezet en de tank volgegooid voor me dus ik kan zo in één keer naar huis rijden. Wat een topper! Vaartje tussen de 110 en de 120, deze eend rijdt subliem. Snel en stil, nou ja… voor een eend dan hè. Met een eend heb je altijd wel bekijks, maar met een groene eend is het aantal duimen omhoog ongekend. Ook nu ‘ie hier een weekje op de oprit staat zie ik dat mensen omkijken naar het autootje. Kinderen reageren altijd blij ("papa, kijk eens wat een 'cute' autootje!") en er zijn uiteraard de onvermijdelijke referenties aan de film Flodder ("hé Sjakie!"). Even googlen op het nummerbord leverde een aantal hits op. Zo leerde ik dat deze eend oa. van Martijn-van-de-besteleendjes is geweest. En tussen Martijn en Maarten is 'ie nog een paar keer van eigenaar gewisseld. Het lijkt of elke eigenaar wat van zijn of haar persoonlijke smaak aan de eend heeft toegevoegd. Opeens heeft ‘ie wieldoppen met sierringen, bestickering, een lichtbeige interieur en als laatste toevoeging: voorstoelen van een BX GTI. Die zitten subliem, maar voor mijn eendbeleving zijn de originele hangmatjes essentieel. Plan is om van deze aangeklede eend weer een lekker basic eendje te maken. Het moet eigenlijk een kleur zijn, waar dan toevallig een eend aan vast zit. De wieldoppen zijn er al af, dat is niet zo moeilijk. De chrome bumpers gaan ook vervangen worden door de gewone grijze exemplaren en voor de chrome koplampen ben ik nog op zoek naar groene. Tevens zoek ik twee achterdeuren en een achterklep in kleur. Mocht iemand het hebben en ze aan mij willen overdoen, stuur maar even een berichtje naar Route Nationale, dan komen we er wel uit. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Na het optische werk van velgen en interieur, was er nog wat techniek aan te pakken. Doorsmeren had ik al gedaan, rest nog de ontsteking, kleppen stellen en olie verversen.
In mijn vorige DS’en had ik een electronische ontsteking laten inbouwen. Veel voordelen, betere vonk en minder omkijken naar. Dus die moest er nu ook weer in komen en wat een verschil bracht het. Veel rustiger stationairloop en de motor pakt nu veel beter op. DS garage Herman Jansen in Bennekom bouwde de ontsteking in en stelde hem perfect af. Ik heb de ballen verstand van elektronica, dus de ontsteking echt heel netjes op tijd zetten is iets dat mij nog nooit is gelukt, ook niet met een 2cv. De kleppen stellen daarentegen vind ik bij de 2cv een leuk klusje. En een DS is eigenlijk gewoon een een hele grote 2cv. Het is lekker priegelen en meten en iets met een steeksleutel, een schroevendraaier en voelermaatjes. Kortom: echt iets voor mij om lekker even mee te klooien. En terwijl je wat onderdelen weghaalt voordat je bij de kleppendeksel kan, zie je ook weer ergens een losse slangenklem die je dan meteen goed vastzet. Je pakt meteen weer een boel kleine dingen mee waar je niks van merkt, maar toch is het een fijn idee dat het nu beter zit. De kleppen stonden eigenlijk bijna allemaal wel bijna goed, maar allemaal net iets anders. Alleen de uitlaatklep van de vierde cilinder (die onder de voorruit zit, je kan er echt lastig bij) stond veel te ruim. En de inlaatklep van de eerste cilinder stond veel te krap. Alle kleppen heb ik wel wat aan gesteld, toen ik klaar was na twee rondes stellen en drie keer controleren stonden ze allemaal perfect. En dat vertaalde zich in een stillere motor, dus op dat vlak is het ook winst want DS'en (en al helemaal de simpele versie zoals ik heb) zijn nou eenmaal een beetje herriemakers. Restte nog de olie die ververst moest worden. Omdat ik bij gebrek aan een garage buiten op straat sleutel en het niet geweldig weer was, heb ik dat laten doen bij DS garage Auto Renaissance. Bovendien is de vijf liter afgewerkte olie die uit het carter komt dan niet mijn probleem. En daarmee is de grote onderhoudsbeurt uitgevoerd. Weliswaar verdeeld over een paar weken en locaties, maar och. De snoek is er een stuk beter van geworden, kroon op het werk was een vlekkeloze APK waar hij fluitend doorheen rolde. Op de remmenbank zelfs nul procent verschil tussen links en rechts, zowel voor als achter. "daar kan menig moderne auto nog een voorbeeld aan nemen", aldus de keurmeester. Dus wat mij betreft mogen het voorjaar, de meetings, de plezierritjes en clubuitjes nu snel beginnen! Ondertussen dienen zich alweer ideeën aan voor nieuwe klusjes. Het zou een mooier gezicht zijn onder de motorkap als de nieuwe bedrading eens mooi omwikkeld wordt tot één draadboom in plaats van de wirwar van losse draden die het nu is. En de dorpelbekleding zou eigenlijk ook mooier kunnen, vooral omdat ze tegenwoordig weer het originele materiaal leveren. M'enfin, dat is dan weer voer voor een volgend blog. Kees-Jan Smit |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|