© Edward van Zanten | Peugeauto Half september 2014 heb ik de Peugeot D4A binnen gezet in verband met het loslaten van de lak en roestvorming op blanke delen metaal. Eerst wilde ik eens kijken hoe die lak er het gemakkelijkst af gaat. Ik begon met een electrische excentrische schuurmachine met korrel 80, maar dat slibte snel dicht door de wrijving en doordat de oude lak warm werd en begon te stropen. Daarom stapte ik over op een slijptol met staalborstel erop. Dit ging een stuk beter. Eerst steeds een deel borstelen en naschuren voor de hechting. Daarop rolde ik vervolgens hechtprimer voor blank metaal. Deel voor deel werd geborsteld, geschuurd, gegrond en afgelakt.
Ik was er snel over uit welke kleuren de D4A moest krijgen. Het dak moest wit/crème worden en de rest RAL 7016, donkergrijs, de originele kleur die onder de lichtblauwe verf zat. Maar ik wilde er een leuke, vrolijke bus van maken. Een bus die eigenlijk zo uit Parijs komt qua uiterlijk, stijl, kleuren en uitstraling van vroeger. Deuken, roest en gaten: allemaal geen probleem. Een service-auto van de lokale garage. Maar ja, hoe pak je zoiets aan? Gelukkig kreeg ik hulp aangeboden van Koen Beekmann, art-director bij Helder (communicatie en merkbeleving). Koen is een kundig photoshopper en een creatief ontwerper. We gebruikten het jaren '30 logo dat op het instructieboekje van de Peugeot 402 staat als basis voor een Peugeauto-logo. Heerlijk om zo'n ontwerp te zien. Koen werkte wat losse ideeën uit, allemaal leuk, mooi en keigaaf! Aangezien ik nog druk was met schuren, gronden en lakken, was er geen haast mee. Zo konden we rustig alles uitdenken. Ik mailde de blueprints van het ontwerp naar Koen. Hij paste ze aan tot een originele D4A met schuifdeur alias Fourgon Tôlé à Porte Laterale. Dat laatste klinkt veel beter dan schuifdeur toch? Nu kon Koen het originele ontwerp intekenen. Verhoudingen en verdelingen kwamen mooi in beeld. Daardoor werd ook meteen duidelijk welke ontwerpen het niet gingen worden. Op papier is zoiets geweldig, maar wat als je het in het echt gaat maken? Erg spannend allemaal. We besloten om er geen stickers op te gaan plakken, dat kan echt niet in 1956. Dus gewoon echt met kwast en roller. Maar hoe ging dat vroeger? Gewoon uit de hand? Koen's ontwerp was een beetje heel erg uit de hand gelopen. Om dat allemaal uit de hand te schilderen, zou weken kosten. Daarom lieten we het ontwerp omzetten naar mallen. Het mooie is dat Koen de bus en het ontwerp niet in het echt heeft kunnen bekijken. Alles is aan de hand van foto's en tekeningen gemaakt. Dat zegt wel wat over zijn vakkennis. Half december 2014 werden de eerste mallen geplakt. De kleuren moesten blauw, geel en crème zijn, en dan al een beetje verschoten en vaal. We kozen bewust voor matte lak. De donkere kleur grijs heb ik met een Scotch Brite (schuurspons) geschuurd voor de hechting van de eerste laklaag. De lak heb ik aangebracht met een rollertje. Even laten drogen tot de lak niet meer plakt, maar nog wel zacht is. Nu kon ik de eerste mal verwijderen. Er werden referentiepunten opgeplakt, zodat de tweede mal perfect op de juiste plek viel. De tweede set mallen werd een week later aangebracht. De andere kleuren werden weer ingerold. Nu was het effect pas goed te zien, omdat er een soort schaduw aan de hoofdletters van het woord Peugeauto is gemaakt. Dus geen verschuiving, maar een compleet andere mal en vorm. Het resultaat was geweldig! Ook het grapje op het logo achterop. Bij veel oude Franse bedrijfswagens zie je opschriften als 'NORD', 'SEINE', 'S&O', 'EURE' of 'Côtes du Nord'. Wij kozen voor 'NORD' voor Noord Brabant, NORD Paris. Achterop ook 'NORD' maar met 'Gar ste', afgeleid van garagist . En niet van 'Gare du Nord' wat er ook op lijkt . De raamrubbers en deurrubbers kocht ik op de Oldtimerbeurs in Rosmalen. Voor de achterdeurtjes moest ik nog iets passend zoeken. De verlichting was destijds vrij eenvoudig uitgevoerd. Dus geen richtingaanwijzers, alleen maar Marchal-armpjes aan de zijkant. Er werden bij dit type later lampjes bijgeplaatst voor de knipperlichten. Ik vond dat erg storend omdat de achterkant mooi origineel en rustig was. Dus kocht ik nieuwe achterlichtunits met een rood en een oranje deel. Ik monteerde een dubbele lamp in het rode deel voor remlicht en gewoon licht, in het oranje deel kwamen de knipperlichten. De originele reflectoren uit 1956 heb ik vervangen door nieuwe. Vooral veiliger in de avonduren met die lage snelheid. De D4B kreeg destijds richtingaanwijzers van de 403. Dat vond ik ook een mooie oplossing voor de D4A. Ook hierin heb ik dubbele lampen gemonteerd voor stadslicht en richtingaanwijzers. Omdat er nu een knipperautomaat is gemonteerd, zouden de Marchal-armpjes ook mee omhoog en omlaag gaan. Dit voorkom je door 2 knipperlicht automaten te monteren na de schakelaar. Je schakelt dan de linker- of rechterarm gewoon in en de rest gaat wel knipperen. Ik vond nog een setje Cibië koplampen, natuurlijk met gele lampen erin. De wisserarmpjes heb ik aangepast, zodat er 404-wissers op kunnen. Zo is het toch nog oud, maar wel een stuk beter . Volgende keer deel 3,over de techniek en de RDW . Edward van Zanten | Peugeauto
1 Comment
© Lars Schneider Het eerste weekend van mei ben ik samen met een vriend met de 204 (Louise genaamd) naar CILM3 op Autodrome de Linas-Montlhéry geweest. Dit was in de ring Parijs, dus we besloten er maar een lang weekend Parijs van te maken. Al snel werd duidelijk dat het helaas dankzij school niet mogelijk was om 's morgens met de groep van de PCN (Peugeot Club Nederland) mee te rijden naar Parijs. Deze zouden we alsnog zaterdagmorgen treffen bij CILM3. Op de ring Antwerpen ging het al mis. Na zo'n 10 minuten filerijden begon er een rood lampje te branden. Er was mij al bekend dat de koeling niet helemaal in orde is, en dat het lampje te vroeg gaat branden, dus zorgen waren overbodig. Proberen rijwind te vangen en het zou wel goed komen. Helaas bleek dit niet het geval. Na zo'n half uur file kwam er veel stoom onder de motorkap vandaan! Aangezien er geen vluchtstrook was en wij op de linker van 4 banen reden, heb ik de auto maar zo ver mogelijk naar links gestuurd, motor afgezet, gevarenlichten aan en de motorkap open. En dan? Rijkswaterstaat proberen te bereiken via 112 om de rijbaan af te kruisen en je van de weg af te begeleiden, zoals in Nederland? Nee, dat doen ze helaas niet in België. Wel kon er een takel komen à € 500,00. Vriendelijk voor bedankt, we komen op eigen houtje wel van de autosnelweg af. Louise rustig af laten koelen, er was toch nog steeds file om ons heen. Voorzichtig de dop van de radiateur losgedraaid, de 2 flessen koelvloeistof ingegoten die we bij ons hadden. Nog even gewacht en toen toch maar, met te weinig vloeistof, doorrijden. Iets verder bleek wel een vluchtstrook te zijn. De slang naar de radiateur had een scheur, vlak achter de slangenklem. De slang iets korter gemaakt, al het water dat we bij ons hadden erin gegoten en weer rijden! Het leek ons verstandig maar binnendoor verder te rijden, om op die manier Antwerpen uit te komen, want met nog meer file zou het waarschijnlijk weer mis gaan, dachten we. Ook in Antwerpen was het erg druk, dus de auto maar geparkeerd. Daar gewacht tot de drukte leek af te nemen. Om 23:50 uur waren we eindelijk in het hotel. Rond 20:00 uur was de planning. De volgende dag hebben we maar iets uitgeslapen, dat hadden we toch wel verdiend vonden we. Toen we aankwamen bij CILM3, konden we gelijk door het circuit op, wat een timing! Ondanks het weer was het een erg leuke dag, met veel leuke, mooie, klassieke Peugeots. Er was wel een taalbarrière, aangezien mijn Frans middelbare school niveau is, en ik daar geen denderende cijfers haalde. Ondanks dat toch met enkele Fransen leuke gesprekken gehad! 's Middags mochten we nog eens het circuit op. (zie video's!) 's Avonds zijn we met de groep van de PCN uit eten geweest, dit was een erg leuke, gezellige avond! De volgende morgen (zondag) zijn we Parijs ingegaan. Het plan was om de auto aan de rand van de stad achter te laten en verder te gaan met de metro, maar het bleek helemaal niet zo druk, dus waarom gaan we eigenlijk niet met de auto verder de stad in? Al snel hadden we de Eiffeltoren gevonden en tegen de tijd dat we bij de Arc de Triomphe waren, scheurden we al net zo hard mee! We hebben Louise tijdelijk achtergelaten in een klein straatje, om op ons gemak over de Champs-Elysées te wandelen. Vervolgens opzoek naar Montmartre, maar aangezien de 'geliefde' TomTom er voor Antwerpen al mee opgehouden was, hebben we die nooit gevonden. Uiteindelijk maar besloten om te proberen Parijs te verlaten. Daar zijn we zonder TomTom toch anderhalf uur mee bezig geweest. Voordat dat ding gemaakt was, zou Louise geen meter meer rijden! Toen na wat gepruts de TomTom het weer deed, bleken we al bijna buiten Parijs te zijn, zelfs in de richting van het hotel! De volgende dag zijn we op ons gemak tot aan Mons/Bergen, België binnendoor gereden en vervolgens zonder problemen naar huis gereden! Onderweg nog op een dorpspleintje geluncht. Tijdens een korte pauze bij een benzinestation, om even op de kaart te kijken en de ruit schoon te maken, kwam ineens een Brits duo achter ons staan. In een weekend tijd hebben we ruim 1300 kilometer gereden met de Peugeot. Al met al vond ik het een geweldig avontuur, dat veel mooie verhalen en herinneringen heeft opgeleverd! Lars Schneider
© CORSO / Wolfgang Groeger-Meier De oude Route Nationale 7 is populair. Met een aura dat vergelijkbaar is met dat van de Route 66 in Amerika. Boeken, websites en tijdschriften besteden er met regelmaat aandacht aan. Vaak met een automobiele invalshoek. Het Duitse boek In die Sonne, in die Ferne kiest een frisse en verrassende insteek. Auf einer Straße der Sehnsucht ans Mittelmeer, luidt de ondertitel. Over een weg van verlangen naar de Middellandse Zee. Dat verlangen is het leidende thema van het boek. Auteur Michael O.R. Kröher en fotograaf Wolfgang Groeger-Meier gaan op zoek naar de nalatenschap van de RN7. Ze zoeken naar tastbare overblijfselen uit en herinneringen aan de gloriejaren van deze vakantieroute. Ze willen weten of de passie voor en de betovering van een asfaltverbinding tussen twee punten nog levend is. Ze gaan op zoek naar de mensen rond en langs de aloude route. Bij een nostalgische zoektocht hoort een passend vervoermiddel. Een fraaie tweekleurige zescilinder Opel Kapitän uit 1956, die ze Käpt’n Kuck doopten, is de tijdmachine waarmee de auteurs hun route van Parijs naar Menton afleggen. In 10 etappes wordt in woord en beeld de zoektocht beschreven. Bij elke etappe wordt een andere invalshoek gekozen, zoals bijvoorbeeld automobielen, kunst, architectuur en gastronomie. Door bij elke dagrit van bril te wisselen, is dit boek veel meer dan alleen een beschrijving van de route. Een verfrissend concept. Regelmatig wordt geschakeld van verleden, naar heden en toekomst en weer terug. In elk hoofdstuk wordt op een pagina in een afwijkende kleur wat dieper ingegaan op bepaalde thema’s zoals pétanque, de Romeinen en de nieuwe trend om met in scène gezette vakantiefiles (embouteillages) met Franse klassiekers de historie levend te houden. Aan het eind van het boek concluderen de auteurs dat een zoektocht op de Straße der Sehnsucht een avontuur is en zal blijven. De rijke Duitse taal blijkt uitermate geschikt om deze oude Franse route in al haar facetten te schilderen. En een Opel Kapitän past ook prima op de Route Nationale 7. Grensoverschrijdend. Het fraaie fotowerk, de stijlvolle vormgeving en de verzorgde lay-out doen de rest. Een aanrader voor de liefhebber die de Duitse taal machtig is, of voor wie genoegen neemt met het mooie beeldmateriaal. Een aanvulling voor wat al eerder op het gebied van de Route Nationale 7 verscheen. Route Nationale | Henri Vermeer In die Sonne, in die Ferne
(auf einer Straße der Sehnsucht ans Mittelmeer) Michael O.R. Kröher & Wolfgang Groeger-Meier Duitstalig 170 pagina’s, 110 foto’s harde kaft met stofomslag, 17x24 cm Verlagshaus Römerweg, Corso Verlag, 2015 ISBN 978-3-7374-0712-0 € 24,90 www.verlagshaus-roemerweg.de © Collection Hent van den Elsen Eerder liet Hent van den Elsen ons al een deel van de dia's zien, die hij op een Franse rommelmarkt vond. Het ging toen om famiieportretten-met-auto. Vandaag een andere serie, waarop we taferelen rond een internationale motorrace zien. Verder informatie ontbreekt, maar misschien weet iemand waar en wanneer dit geweest is?
|
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|