© Tibor van Lange Het was een tijdje stil rond het werkpaard van Tibor. Maar dat betekent niet dat de 23RU stil heeft gestaan het afgelopen jaar. Hij nam, mèt enthousiaste navigator, deel aan de Rit voor Aveleijn, een rit voor mensen met een verstandelijke beperking. Ook tijdens de IJsselrit van PATAM gaf de Citroën acte de présence. Daarnaast werd het noodzakelijke onderhoud gepleegd: een achterlicht werd vervangen en de bodem in de ML gezet.
0 Comments
Na een prachtige road trip door Frankrijk, Spanje en Portugal, waar de verhalen nog van op papier gaan komen, ben ik heen en weer aan het pendelen tussen Milaan en Nederland. Dit halve jaar studeer ik in Milaan, een uitwisseling tussen twee universiteiten. Natuurlijk kan je in iets meer dan een uurtje vliegen, vliegen voor nog minder geld dan een treinkaartje Arnhem-Utrecht. Maar ja, wat ervaar je van een reis? Het is alsof je in een metro stapt, boven de wolken of onder de grond, het komt neer op het zelfde. Instappen, zitten en flink gedesoriënteerd uitstappen op een vreemde plaats. Ook in Milaan wilde ik zo goed mogelijk integreren, je moet de stad op je duimpje kennen en je voortbewegen als iedere Italiaan het liefst doet. Op twee wielen, smal, wendbaar, snel en vooral niet te groot, niet met de metro dus! Met dat idee heb ik besloten niet te vliegen maar met mijn Peugeot 404 op stap te gaan en met een Honda SS50 op het Portex imperiaal. Zo heb ik een mooie reis van een paar dagen naar Milaan. Daarbij kan ik de stad optimaal verkennen en voel ik me ook nog eens Italiaans, rond brommen op een “Motorino” . Zo gezegd zo gedaan! De voiture had zich goed bewezen, in de zomer heeft ze probleemloos 13000 kilometer afgelegd door zuid europa. Met een nieuwe schokdemper en een onderhoudsbeurt ben ik vol goede moet vertrokken. De auto was helemaal volgeladen. Een brommer frame op het dak, de rest van de brommer verspreid door de auto én natuurlijk mijn gehele inboedel om een appartement in Milaan te kunnen inrichten. Oh ja, en nog twee lifters! Ze boden me in ruil voor de brandstofkosten een slaapplek aan, in de omgeving van Epinal en Vittel. Een geweldige deal, twee aardige mensen die me naar een prachtige plek zouden brengen. Na een zes uur durende rit, begeleid met gitaarmuziek van 'Mau', de lifter, komen we door dichte bossen, over oude Romeinse wegen, aan in een sluimerend boerendorpje. Sommige huizen staan leeg en ik voel de verhalen die hier rondhangen. Het is of je terug in de tijd gaat. De gele koplampen glijden langs de oude schuurdeuren, van een hooibaal springt een kat. Daar is dan het huis, eveneens eeuwenoud. Ik ontferm me over de open haard terwijl Mau en Inge met een heerlijke maaltijd beginnen. De rust omarmt me, de omgeving, het dorp, het met muffe lucht gevulde huis, de lucht van een oud onbewoond huis. Het knapperende vuur verwarmt de ruimte en drijft de mufheid weg. Dit is stilte voor de storm realiseer ik me. Over twee of drie dagen zit ik in een miljoenenstad en zal ik in de verkeerschaos mijn Peugeot heel moeten houden. De volgende dag is mijn ontwaken of ik in een droom ben, het gekraai van een haan, dauw op de vensterbank en een nazomerzonnetje dat over de nok komt kijken. In het eerstvolgende dorpje gaan we wat boodschappen doen, ik zie een oude 'Plomberie' en kijk even door het raam. Wat een prachtige werkplaats! Ik zie het al helemaal voor me, hoe ik hier een hydrovac of cilinderkop sta te reviseren. Een oude plaat op, het kacheltje aan met de wind die door de oude kozijnen giert. Mijn reis vervolgt zich, nu richting de Alpen. Met een licht verdriet rij ik weg uit dit prachtige gebied. Al zijn de Alpen mooi, toch voel ik me het meest thuis in Frankrijk. In dit filmpje zweef je mee over de plattelandswegen. Hier hoort mijn Peugeot thuis. Het is toch een genot, door de Alpen heen te touren. Als hij niet gesloten is, neem ik graag de Gotthardpas. Ook wil ik nog een nachtje op een bijzondere plek slapen. Is er iets beters dan in je auto slapen op het dak van Europa? In de vallende duisternis zigzag ik omhoog de berg op. Richting de 2500 meter hoogte merk je dat de motor iets minder zuurstof krijgt, ze heeft het benauwd. Het gaspedaal druk ik steeds verder in om te proberen hetzelfde vermogen te krijgen. Je wilt niet terug naar de eerste versnelling in een haarspeld. Dan moet je bijna stilstaan. Dus een gezonde vaart erin en hopen dat mijn brommer vast blijft zitten tijdens het bochtenwerk. Wat heeft de auto toch een goede wegligging! Boven aangekomen zoek ik een plek om de nacht door te brengen. De kou slaat me om de oren als ik uitstap. Het waait hier bijna altijd, boven de wolken. Vorig jaar juli sliep ik hier ook en had ik koud bier door de sneeuw die er toen nog lag! Nu, eind september, is de sneeuw allemaal weg. Het zal niet lang duren voor de pas onbegaanbaar is, over een maand of anderhalf is het hier dichtgesneeuwd. De nacht is koud; op de bestuurdersstoel naar achter geklapt probeer ik een goede lighouding te vinden. Nu baal ik er van dat ik zo'n lange Hollander ben, anders zou het prima liggen. Het ontwaken is de mooiste reveille die ik ooit heb meegemaakt. De zon zit nog net achter een bergkam en maakt hele grimmige schaduwen. Alsof je op een andere planeet bent; kale rotsen zover het oog reikt. Een onherbergzame plek waar bijna geen leven is. Alleen bergmarmotten en vetplantjes gedijen hier. Die twee en de aanwezigheid van water zijn de enige tekens dat ik op onze planeet ben. Als je goed kijkt, zie je de Peugeot staan. De zon komt om de hoek kijken... Als je ooit je kampeer-gasstel vergeet… Blikje, watten en benzine. En het smaakt niet naar benzine! Na een kop koffie die ik heb gezet met behulp van een leeg blikje en benzine (survival benzinebrander) ga ik naar beneden. De brommer zit nog goed vast, nu is de laatste etappe aangebroken. Nog een filmpje van de afdaling. In Italië begint de eindeloze vlakte van Lombardije, tot ik de bebouwing van Milaan begin te zien. Aangekomen heeft de Peugeot haar plicht voldaan. Nu zet ik de brommer in elkaar en ga de stad in. Hendrik Helweg Als er geen smog is kan je vanuit mijn straat de berg zien waar ik die nacht sliep.
© Ambiance Morvan Wonen in één van de mooiste streken van Frankrijk is een voorrecht, en de Morvan is zo'n streek. Prachtige natuur, waar je heerlijk kunt wandelen en genieten van het heuvelachtige landschap en de meren. In de winter is het hier ook prachtig, zeker met een sneeuwdek. Het woordenboek geeft aan bij Frankrijk: wijn, kaas, genieten en 2CV. Alle vier de woorden zijn vertegenwoordigd hier bij ons in de Morvan. En als u onze chambre d'hotes komt bezoeken kunt u van al deze ingrediënten genieten. De 2CV is te huur voor een heerlijke rit door de Morvan, compleet met picknick mand voor een lunch onderweg. Een Dyane ontbreekt ook niet en voor haar 50ste verjaardag is ze even buiten geweest voor een foto sessie in de sneeuw. Geniet van de foto's zoals wij dat ook doen van onze stek hier met deze twee prachtige auto's. Graag tot ziens en kom eens toeren bij ons! Jacqueline en Paul Metsch © Barbara de Bruin Een koude zondagmiddag in januari. In het park rond huis Doorn was het mistig en er lag sneeuw. Het huis bezoeken zat er niet meer in, de laatste rondleiding was al vertrokken. In plaats daarvan maakten we deze foto's van Seize.
Barbara de Bruin © Wim Noorman Het is zaterdagochtend, iets later dan gepland. Ik stap in de dagelijkse auto en rijd op de wegen rondom mijn wereldstad Groningen. Op naar het aardbevingsgebied van de gemeente Loppersum. Het reisdoel is mijn oogappel, de in 2009 aangeschafte FACEL VEGA Facel III, de 87ste van de 432 ooit gebouwd. Opeens lijkt dat laatste veel, maar weet dat Peugeot meer 404’s bouwde, per dag. Dat maakt ook dat het werken aan deze auto meer voelt als het verwijderen van een oude vernislaag van een Rembrandt. Maar nu overdrijf ik. Want uiteindelijk is het ook gewoon een automobiel. En het werk van diverse vaklui. Want wat te denken van het prachtige dashboard dat eruit ziet als een plank hout, maar in werkelijkheid geschilderd staal blijkt te zijn? Met de filosofie dat hout versplintert bij een aanrijding en staal niet. Er zat tijdens het leven van Facel Vega een vakman te 'houten' in de fabriek, dag in, dag uit. Een eerbiedwaardig beroep. Maar ook gewoon werk. Schilders van vroeger tijden leerden marmeren en houten. Om armzalige panelen een rijkere uitstraling te geven. Een oom van mijn moeder was hier heel erg goed in, en dacht dus ook te kunnen schilderen. We hebben thuis een schilderij met een vogel er op, maar we durven er niet mee naar Kunst en Kitsch. Dit heeft kortom niets met kunst te maken, maar alles met vakwerk. Vakwerk is ook het op maat maken van stalen onderdelen. Het vervelende is, dat alles op die ene auto past, en niet op een andere. Als je na lang zoeken bijvoorbeeld een RVS bumper van een HK 500 hebt gevonden voor je eigen Facel, dan is het eerder een gegeven dan een vraag dat deze niet meteen zal passen.
Ondertussen draai ik het terrein van de Kwekerij Nimmer Dor op. Hier zit de autobekleder waar de Facel III nu al jaren onderdak vindt. Inmiddels is de bekleder een goede vriend en hebben we de afspraak dat we er alleen samen aan werken. En ik blijk al een tijdje de ontbrekende schakel. Ander werk ver weg, een nieuwe oude woning, een grote schuur. Er blijken net zoveel uren in een dag te zitten als er klussen zijn, alleen duren deze slechts zelden een uur. Is de Facel III bijna klaar? Dat durf ik te stellen, er zijn nog wel wat zaken, die te maken hebben met de pasvorm. Zo wens ik een Facel met Europese verlichting. En die heb ik in onderdelen al bij elkaar. Alleen… het past niet. En lijkt het achterlicht in onderdelen op het boze robotmannetje van Drs. P. Zo is er de puzzel met de Europese koplampen. Gelukkig wel gevonden, maar moeten deze nog pas gemaakt worden op de Amerikaanse potten. Dat ik dan beter Europese potten kan gaan zoeken? Dat denk ik niet, het is niet het meest roestvrije onderdeel van de auto. Is het dan nog leuk? Sinds ik heb besloten dat ik er geen stress meer van wil hebben, wel. Maar nu ben ik iets teveel doorgeslagen naar 'het bezit is het vermaak' en vind ik langzaam de modus weer naar 'het herstel is ook vermaak'. Stranden zal ik niet. Wim Noorman © Edward van Zanten | Peugeauto In 2015 mocht ik mee rijden in de Tour du Péloponnèse, een klassieke rally in Griekenland. Er stond een geweldige Peugeot 504 Coupé klaar. Aangezien dit een hele leuke week was, had ik in april 2016 een Peugeot Coupé uit 1972 gekocht. Een opknapper. Het plannetje was om deze Turijnse pony car een beetje te upgraden met een 505 Turbo inclusief onderstel, versnellingsbak en differentieel. Een ambiteus plan, aangezien er ook wat spuitwerk moest gebeuren en het interieur werd voorzien van leder. Helaas moest 2 weken voor de start van de rally het plan in de vriezer wegens een kapotte turbo en een lekke waterpomp.
Over naar plan B: mijn broer Aldrin van Zanten leende mij zijn Peugeot 504 Cabrio voor de rally in Griekenland. Maar daar moest ook nog het nodige aan gebeuren: een remrevisie, koppeling , waterpomp en nog wat kleinigheden. Een kwestie van even doorpakken en de auto was klaar voor de start. Samen met Arie-Jan Vreeken als co-driver zijn we in 2 dagen naar Ancona in Italië gereden om daar met de boot naar Patras te varen. Een mooie boottocht van 22 uur. We moesten weer in het rallyritme komen. De rally duurt een week en voert door de mooie Péloponnèse. De route telde 30 tijdritten over ongeveer 1.200 kilometer. In die tijdritten moesten we een bepaald gemiddelde rijden en soms ook 2 keer de snelheid veranderen. Dit kregen we pas na 2 dagen goed onder controle. In de tussenritten mocht het gas er op. Wat een geweldige wegligging heeft de 504 toch! De temperatuur is in oktober heerlijk. We werden verwend in luxe hotels en de routes waren fantastisch. Het deelnemersveld bestond uit een internationaal gezelschap: Belgen, Engelsen, Italianen, Amerikanen, Australiërs, Grieken en Nederlanders. Het leuke was dat er nog 2 Peugeots mee reden: een 404 Coupé en een 504 Coupé. Na een week vol spanning tot op de laatste tijdrit, hebben we een 3e plek in algemeen klassement kunnen halen en een 2de plek in eigen klasse. Het was een mooie rit van ongeveer 5.000 kilometer. Zo zie je maar dat een auto uit 1971 ook nog eens betrouwbaar is. We hebben geen enkel probleem gehad, alleen maar warme piepende remmen en een gebroken kofferklepscharnier. De motor heeft geen druppel olie verbruikt en dat mag best worden genoemd omdat die best wel eens moest brullen door alle heuvelachtige wegen. En dat met een 404 Coupé op de bumper en een Jaguar Drophead Coupé vóór ons. Dit jaar hoop ik met de 504 Coupé Turbo te kunnen gaan. Ik heb nu iets meer tijd om deze helemaal klaar te maken . Edward van Zanten |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|