Op 21 december krijg ik een appje van een vriend, met een Peugeot 404 coupé in een blauwe kleur die ik niet ken. We kennen de kleuren Bleu Foncé en Bleu Ciel of Bleu Clair métallisé. Ze zijn het allemaal niet. Niet veel later krijg ik een vriendschapsverzoek van ene Dick en een telefoontje. Het blijkt allemaal met elkaar te maken te hebben. Dick koopt een auto die al 10 jaar in een schuur staat te wachten op redding. Van een liefhebber met meer Peugeots, deze mag weg. Na 10 jaar stilstand is de eerste diagnose een vastzittend blok, remmen die aandacht verdienen en een waslijst kleine dingen. Uiteindelijk staat de auto bij Eastend aan de dijk boven Uithuizen. Een top restauratiebedrijf, en ze zitten er een beetje mee in hun maag. Het is niet echt een klus voor hen. Dick vraagt raad en komt via Eastend bij mij uit. Ik hoor op een vrijdagmorgen het verhaal aan en kan maar een iemand bedenken waarvoor dit de klus is. Gangbaar maken, een verse APK en dan maar lekker rijden. Frank Thunnissen. Ik beveel hem van harte aan bij Dick en onze wegen scheiden. Zaterdag 12 januari krijg ik een telefoontje van Frank, ik loop net over de beurs Interclassics. Of we voor komende zaterdag iets kunnen regelen. Hij neemt de klus aan en wil de 404 ophalen. We spreken af dat hij eerst bij mij thuis langskomt en we dan koers zetten naar het echte hoge noorden. En hij kan bij ons overnachten, want Eindhoven is een end van Eastend. We treffen het met het weer, het is een prachtige dag. De combinatie trekt de aandacht. Frank in zijn zelfgebouwde 504 break op LPG met een automaat, een autotransporter met een helblauwe 404 coupé. Met deze coupé gaat het weer helemaal goed komen. We houden u via deze pagina op de hoogte. Wim Noorman klik op de foto's voor een vergroting © Wim Noorman
0 Comments
Ik heb het gefikst. De benzinelekkage, eigenlijk een beklemmend probleem, is opgelost. Waarom dit beklemmend is komt door de beeldvorming. Een uitgebrande klassieker is geen onbekend beeld tegenwoordig en als er achter het schitterende dashboard de dreiging van een benzinelekkage is, zit je geen minuut rustig meer. Zeker niet als het geen vermoeden is. Met speciaal gereedschap, je kunt eigenlijk niet zonder bij een injection, is de leiding gedicht. Nu nog een paar losse benzineslangen preventief vervangen en een nieuw filter monteren. Maar nog even wachten op de 504, die houdt de brug met een al bijna nieuwe benzineleiding nog bezet. Rijden is het devies. En dat gebeurt nog steeds maar mondjesmaat. Alle excuses zijn voorhanden. Tijd is schaars en de spaarzame uren doorgaans goed gevuld. Het houtwerk van het huis verdient een schilderbeurt, het continue proces in de tuin. En er moet ook gefietst worden, en vele dagen per week gewerkt. Dat soort dingen. Maar gaandeweg verdwijnt de schroom. Een paar weken voordat we het 20-jarig samenzijn vieren (de 404 coupé en ik), doe ik een moedige poging tot het niet hypogonderen. Alle geluiden horen erbij, als de motor uitgezet wordt zal ze gewoon weer starten. En het voorkomende probleem dat ieder voorjaar terugkomt. Dat het blok niet snel aanslaat en dan onherroepelijk verzuipt in opgepompte benzine, kan ik eenvoudig tackelen door even een stekker kort te sluiten. Bij de injection wordt tijdens het starten via een elektromagnetische verstuiver die aan het einde van het inlaatspruitstuk is gemonteerd, extra benzine ingespoten. Door de stekker even los te halen voorkom je bij een aarzelend aanslaande motor die extra benzinetoevoer, die het blok gegarandeerd laat verzuipen. Dus met een grote broek aan rijd ik naar Groningen om daar Superbenzine te tanken. En zet de motor af. Het vloeibare goud stroomt weelderig naar binnen en na de tankdop afgesloten te hebben, steek ik de sleutel in het contactslot. De 404 slaat meteen aan. Bijna te enthousiast. Een week later rijden Mirte en ik een relatief lang rondje, elke brug over het Eemskanaal die we willen nemen, staat open, tot de derde aan toe. We komen inmiddels bij Appingedam uit en hebben Delfzijl in het vizier. De 404 doet geen slag verkeerd. Niet te warm, niet te koud. Ik kocht de 404 in Wijhe, na een tip van een collega-liefhebber. Zijn plaatsgenoot en stallingsmaatje had deze 404 te koop. Ik schrijf de 404 coupé op mijn naam in het postkantoor van het landerige plaatsje Raalte. Ze staat op mijn naam sinds 13 juni 1998. Helaas zijn de publieke reacties wat minder dan mijn eigen kijk op de 404 coupé. Ik oogst veel meer reacties met de net verkochte 404 berline van 1964. Het gemiddelde publiek kent en herkent de 404 coupé helemaal niet. Enkele weken eerder reed ik een plaatselijk opwarmrondje in Westerbroek, en die opwarming ging veel te snel. Het was 30 graden buiten, maar voor ik het dorp uit was, bleek de koelwatertemperatuur al dusdanig alsof ik de Mont Ventoux aan het beklimmen was. Ik wist niet hoe snel ik terug moest komen zonder de temperatuur hoger te laten komen. Kansloos, elke snellere ademtocht deed het koelwater stijgen. Thuis bleek het koelwater uit de radiateur zo goed als verdwenen. Ik zweette hete waterdruppels. Toch niet weer de koppakking? Nee, de olie is schoon, hoewel dat niet alles zegt. Maar de thermostaat lijkt goed. Als een ei in een steelpannetje heb ik deze gecontroleerd. De waterpomp is de volgende verdachte maar ik zie het nog even aan. We hebben nog geen grote reizen op het programma, eerst maar eens de kilometers vol maken om de kopbouten aan te trekken. En dat gaat nu heel snel lukken. Het rijden is weer een plezier. De remmen hoor je, alles komt weer los. Auto’s horen te rijden. Nu, na 20 jaar samen en een hoop lief gedeeld te hebben en weinig leed, doet me dat helemaal niets meer. Ik heb deze coupé voor ons, niet voor de buitenwereld. Over een paar honderd kilometer trekken we de kopbouten aan en schrijven we hopelijk een verse APK bij. Dat waren er slechts 1.000 kilometer in twee jaar. Dat gaat niet weer gebeuren.
Wim Noorman In 1998 koop ik mijn absoluut favoriete Peugeot 404, de coupé injection. In een prachtige donkergrijze kleur met de welluidende naam Gris Graphite. De 404 rijdt, maar wordt al jaren niet gebruikt. Roestschade zit er bij de voorspatborden onderaan de a-stijl. De benzinepomp lekt. Al met al best te overzien. Na enkele reparaties vliegt de v-snaar er tijdens de eerste rit af. Verkeerde zuinigheid om die niet meteen te vervangen. Maar de komende jaren beleef ik gouden tijden in de coupé. Met het prachtige Pininfarinalogo op de flanken rijd ik de automobile eredivisie in. Een korte dwarsdoorsnede. In 1999 zijn we in Noord-Frankrijk getuige van de zonsverduistering. Met de coupé nonchalant naast een hooirol geparkeerd. Diezelfde week nog weer ellende gehad met de benzinepomp. Het AEG-pompje is weigerachtig, en zonder benzinedruk geen injectie. In 2000 een heerlijk weekend met de l’Aventure Peugeot in Sochaux bij het net geheel vernieuwde Peugeotmuseum. Ik herinner me vooral ook de hartelijke ontvangst door Pierre Peugeot. Geheel onbesuisd rijden we weer duizenden probleemloze kilometers. Het terugkerende euvel met de benzinepomp neem ik niet langer op de koop toe, maar ik vervang in de winter het AEG-pompje voor de Boschpomp van de 504. Met retourleiding, en daarna nooit meer storingen op dat gebied gehad. Eigenlijk staat er in de jaren die volgen steeds wel een buitenlandse rit op de agenda. Vaak met als aanleiding l’Aventure Peugeot. Maar er zijn ook andere ritten. In 2007 hebben we de kans de Tulpenrallye te rijden met drie equipes. Uiteraard staat de 404 in de startblokken. Al tijdens de eerste rit (hoogmoed komt voor de val) verlies ik mijn dop van de radiateur, na het peil gecheckt te hebben. Ik had het gevoel dat ik bij de start ergens overheen reed, dat zou maar zo de dop geweest kunnen zijn. De rest van de dag geen problemen, maar bij de afsluitende heuvelklim begint de boel te koken. Ik blijk dan toch te veel koelvloeistof verloren te zijn. Het lastige met een heuvelklim, ik kan niet stoppen. Ik krijg een nieuwe dop van een van de deelnemers, er is veel solidariteit, en vul koelvloeistof bij. De reputatie van oververhitting, Peugeot en koppakking, ik wil er niet al te veel aan denken. De rest van de week gaat zeer voorspoedig. Zou het dan toch allemaal meevallen? In 2008 trouwt mijn Franse neef (oomzegger) en het feest is opgedeeld in drie dagen. In Carry le Rouet, het ouderlijk huis van zijn aanstaande met een fraai uitzicht over de zee, en in Aix-en-Provence. Het leek leuk dit met de 404 te vieren. Lekker in drie dagen naar het zuiden, overnachten in mooie B&B’s. De rit uitgekiend met een vriend die zijn Facellia in Zuid-Frankrijk wil hebben, om later een evenement op Corsica te kunnen rijden. Probleemloos drie dagen gezamenlijk gereden. Vanaf 2009 zijn de uitjes enigszins schaars. Dat ligt natuurlijk niet aan de 404, die staat altijd paraat. Het werken aan het boek over de 404, dat in 2010 verschijnt, lijkt het rijden in de weg te zitten. In 2010 hang ik met veel gewurg op de oprit een RVS-uitlaat onder de auto. Om in mei het Internationale Peugeotevenement mee te maken, weer in Sochaux, weer bij het museum en net na het verschijnen van mijn boek. Met trots kan ik melden dat Xavier en Thierry Peugeot een exemplaar voor mij getekend hebben. De omgekeerde wereld. Een volstrekt probleemloos lang weekend gehad met de 404. Gek genoeg is de 404 hierna niet meer in het buitenland geweest. Bij benadering heb ik er zo’n 70.000 kilometer mee gereden. Tot vorig jaar. Voor een artikel ga ik naar een specialist in Italiaanse automobielen, het leek me leuk daar met een Franse Italiaan aan te komen. Nog geen drie kilometer van huis strand ik met een oververhitte motor. De tank vol, de radiateur leeg. De oliepeilstok spreekt klare taal door het roomkleurige mengsel van olie en water. Koppakking lek. Volop in de afronding van het 504-boek komt me dit superslecht van pas. Ik koop de reparatie maar meteen in. Er worden ook nog een paar remzuigers vervangen, en de ventilator op de waterpomp. Ik rijd twee maanden later weer naar huis met een 404 die weer strak remt, en goed rijdt. En toch? Hoe ouder hoe gekker. Zit het tussen mijn oren? De eerste 1.000 kilometer moeten gereden worden om de kopbouten na te trekken. De stand is nu 350 kilometer. Eind juni 2016 is de 404 weer klaar. Afgelopen zaterdag reed ik weer eens, en hoor van alles. Tanken doe ik met draaiende motor, wat het gekke beeld geeft dat je door de achterruit de benzinemeter ziet oplopen. Door het spaarzame gebruik wil de 404 bij kleine stukjes soms slecht opnieuw starten en dan is een injectie zo verzopen. En dat wilde ik bij de pomp voorkomen. Het vertrouwen is te paard verdwenen. Er lekt benzine bij de injectiepomp, ik hoor bijgeluiden die ik niet ken. Maar rijden en remmen lijkt verder goed. Waarom lukt het dan niet? Wordt vervolgd.
Wim Noorman © Mark Hidding De kinderen weer naar school; de parkeerplaatsen en de campings weer leeg. Voor iemand die snel door Frankrijk wil reizen, zijn juli en augustus geen geschikte maanden. In september was de grootste drukte weer achter de rug. 't Was dus tijd om naar Belan sur Ource - in het noorden van de Bourgogne - te rijden. Bij de garage van de Gallet broers enkele foto's geschoten. Hier stond onder meer de VandenPlas Princess met het Parijse kenteken. Ook later op het binnenterrein van het Musee d'Automobiles in Reims wat foto's geschoten. Daarna met de HY op de trailer snel weer naar huis.
Mark Hidding |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|