© Citrovisie Citrovisie houdt de vaart erin. Na haar monografie over de Citroën BX verschijnt binnen een half jaar al het volgende deel. Deze keer staan de Citroën GS en GSA in de schijnwerper, waarmee Citroën vanaf 1970 niet alleen voor het eerst een middenklasser te bieden had, maar ook een nieuwe cliëntèle aan zich bond. Al vanaf begin jaren '60 werkt Citroën aan de ontwikkeling van een echte middenklasser, die het merk tot dan moet ontberen. 'Project F' komt om verschillende redenen niet van de grond. 'Project G' zal uiteindelijk leiden tot de introductie van de Citroën GS in 1970. Het boek besteedt ruim aandacht aan de ontwikkeling, introductie en productie van de GS, geïllustreerd met fraai beeldmateriaal. Zoals we gewend zijn van de eerder verschenen Citroën-monografieën, geeft het boek een chronologische beschrijving van de ontwikkeling van de GS en GSA per modeljaar in de royale productieperiode tussen 1970 en 1986. Niet alleen een opsomming van technische- en uiterlijke wijzigingen, maar ook interessante weetjes en vergelijkende testen met de concurrentie in de internationale pers. GS en GSA waren opvallend vaak onderwerp van dergelijke testen, waarbij ook met het klimmen van de jaren de vergelijking vaak met glans werd doorstaan. Maar er is in de periferie van de succesvolle middenklasser meer te vertellen. We lezen bijvoorbeeld over de GS Coupé, die er niet kwam, over het werkpaard GS Service, prototype GS M7 voor het Franse ministerie van Defensie en de GS Basalte. Een speciaal hoofdstuk wordt gewijd aan de legendarische GS Birotor, de eerste productie-Citroën met een wankelmotor. Verder onder meer aandacht voor publiciteit en documentatie, De GS en GSA in het buitenland en in miniatuur. Traditiegetrouw wordt afgesloten met een opsomming van prijzen, productie- en verkoopcijfers, kleuren en bekledingsstoffen. Citrovisie is er opnieuw in geslaagd: een heerlijk en aangenaam boek dat je niet alleen meeneemt in de geschiedenis van een Citroën-model, maar ook in het tijdsbeeld en de sfeer van de jaren '70 en '80. Prettig leesbaar, voorzien van veel feiten en wetenswaardigheden, mooi beeldmateriaal en voldoende afwisseling om te blijven boeien. Uitvoering, formaat en layout sluiten weer naadloos aan bij de eerder verschenen delen. Route Nationale | Henri Vermeer Citroën GS en GSA - Topklasse in het middensegment
Marc Stabèl 264 pagina’s, harde kaft Citrovisie, 2016 ISBN 978-90-815208-6-7 prijs € 37,50 www.citrovisie.nl
0 Comments
© Gerco Vasse Het is donderdag na Pasen, als ik een sms van Mark krijg. "Heb je volgende week zin en tijd om drie dagen naar Frankrijk te gaan? Ik moet wat auto’s ophalen". Na wat afspraken verzet te hebben, kan een week later de reis naar Frankrijk aanvaard worden.
Eerste stop is in Meaux, waar voor een collega een auto bekeken wordt. Verbazingwekkend wat er achter een deur van een hal in Frankrijk kan staan.. Na bij een particulier nog wat onderdelen bekeken te hebben, zetten we koers naar de Dordogne. In de buurt van Figeac gaan we vanavond een originele Citroën D-Spécial bekijken. Klantvriendelijk als hij is, heeft de Fransman geen zin om een paar auto’s te verplaatsen. De volgende morgen dan maar. De kleur is Gris Kandahar. De Citroën is van zijn vader geweest, die haar in 1985 kocht en haar als zondagse auto gebruikte. Door de week had hij een Peugeot 404… Hoe treffend is het kaartje dat in de DS ligt. 'G. Vaysse', maar één letter verschil met mijn eigen naam. De koopt wordt na wat verrassingen toch nog gesloten. Voor een Renault 5 Turbo is geen plek meer op de remorque. De auto wordt op zijn Frans naar buiten gereden: reservetank op de motorkap, laag aan de grond op de trailer. Het volgende doel is HY-onderdelen. Ondertussen is er genoeg te zien in dit deel van de Dordogne. Van verlaten garages tot halve autosloperijen. De onderdelen kunnen mooi in de bak van de onlangs aangeschafte Citroën Jumper. Na een bandenwissel zetten we koers naar een museum, waar een eerder aangeschafte Citroën GS Pallas 'verzekerd' werd. Zoals een goed Citroën betaamt, is het starten/lopen en koers naar het noorden. De voormalige eigenaar meldt nog even dat dit de grootste reis van de afgelopen jaren gaat worden. Het GS-je geeft, behalve wat kuren met de plafonnière, bougies en overloop benzintank, geen krimp. De Jumper kreunt en steunt intussen onder de last van een paar versnellingsbakken, HY-paarden en nog wat van dat kleine spul. Vrijdagavond zijn we weer thuis. Het kon mooi even, zo voor het weekend. Gerco Vasse |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|