© Gerco Vasse Het is begin december als Mark belt: "Zin om naar Niort en de Creuse te gaan? Ik weet alleen nog niet of we het rondje linksom of rechtsom maken". Uiteraard.
De vrije dagen waren op, dus we vertrokken op vrijdagavond en kwamen rond het ontbijt in Saint-Sébastien aan. Daar moest nog een Renautl5 4f4 bekeken worden. Het was even zoeken in het dorpje tot plots een witte Renault een garage uitreed. Het Renaultje was door de moeder van de huidige eigenaar nieuw gekocht. Tot een half jaar geleden bestierden deze broer en zus nog een boulangerie. Het Renaultje was origineel en hard, de vakken voor de stokbroden zaten er nog in. "C'est la voiture de nos parents". Facturen erbij, de koop was snel beklonken. Opladen en via de N20 verder naar het zuiden richting de Dordogne. Daar woont Albert sinds 1979. Hij vertelde dat hij meer dan honderd DS'en naar Nederland vervoerd heeft. Vier waren er blijven staan, alsmede wat onderdelen. Hoewel er al twee DS'en verkocht waren, was de beste blijven staan. Een Pallas in Brun Scarabée met 130.000 kilometer op de teller. In 1987 van de eerste eigenaar (een juwelier) gekocht. Na een goede lunch werden de onderdelen opgeladen en deels in het Renaultje geschoven. Op naar Niort. Daar moest een eerder gekochte HY opgeladen worden. De verkoper had in zijn schuur een grote verzameling van met name A-typen en in zijn huis 20.000 miniaturen. De 4f4 was inmiddels verzekerd en ruilde van plek met de HY. Door naar Partenay voor een overnachting. 23 uur in touw maar nog vol energie. Zondag via Sées en Abbeville terug. Het Renaultje had wat hoogtevrees, maar reed verder goed en kwam uiteindelijk om 22.30 uur in Zwolle aan. Kon mooi even in het weekend. Gerco Vasse
0 Comments
© Gabi Bertram Het kippendorp... Hoe het dorp echt heet, weten we nog steeds niet. Geen naambordje; alleen een zelfgemaakt bord met een kip en overal kippen op straat. Het kippendorp verbindt de blauwe auto route met de witte en met ons huis. Onderweg komen we van alles tegen... Allereerst een vervallen huis met ingestort dak en met als enige 'souvenir oublié' een lege fles wijn. Als we de weg vervolgen, de eerste wrakken; één blauwachtig en één beroest. We kunnen er helaas niet bij wegens behoornde witte koeien en een flinke stier. Geen zin in een wedstrijdje wie harder kan rennen. Een stukje verder het volgende wrak; wit en zelfs met inzoomen geen merk te zien. Ook hier kunnen we niet dichterbij komen. Daarna belanden we weer even in de 'bewoonde wereld' namelijk in het al eerder genoemde kippendorp. Hier woont onder andere de opper-jager. Hij heeft 2 Renaults 4. De witte is voor de jacht en de rode voor alledag. Bovendien staat er nog een oude tractor in een schuur. Na het kippendorp het volgende wrak: legergroenachtig met een bagagerekje. Net als de andere wrakken, alleen zichtbaar in winter/voorjaar en ook hier komen we niet dichterbij. Hopelijk kan de connaisseur nog vaststellen om welke auto's het gaat. Nog een klein stukje door het bos en dan zijn we weer bij ons huis aangekomen. In dit stuk bos, ligt ook volop oud ijzer. Een oud fornuis, spatborden, een frame en een heleboel blikken. Tot slot nog een auto: de mooie gele staat op een oprit in ons gehucht. Of die nog rijdt of bij de inboedel van het huis hoorde bij de koop, weten we ook niet. In het jaar dat we hier wonen, is die nog geen centimeter van de plaats af geweest. Gabi Bertram Le Connaisseur: Mike Schellekens over de auto's rond het kippendorp
De lichtblauwe auto is een Simca Aronde. Moeilijk te dateren, doordat er zo weinig van te zien is, maar ergens tussen 1951 en 1958. Wellicht kan een Simca-kenner aan de hand van de kleur zien welk jaar het is. Daarvoor staat een zwaar verroeste Peugeot 203 van vóór 1953, nog met de kleine achterruit en zonder tochtraampjes in de voordeuren. De witte auto is ook een Simca Aronde, maar van de serie P60. Gezien de sporen van een gebogen en verbrede strip op de flank zal het waarschijnlijk een Élysée uit 1959 of '60 zijn, waarvan de voorruit ooit vervangen is (want anders zou er nog een chroomstrip omheen zitten). De lichte bestel-Renault is een late jaargang, 1978+ vanwege de zwart plastic luchtklep onder de voorruit. Vanaf toen heette dit model 4 F4. De rode Renault is een late GTL Clan, vanaf 1987, maar het kenteken is van '88. Over de tractor durf ik zo niets te zeggen, alleen dat hij er vertederend uitziet... De lichtgroene auto met enorme imperiaal is een Renault Dauphinoise uit 1956-'60. Feitelijk een stationcar-uitvoering van de Juvaquatre die al eind 1937 werd uitgebracht (en die een beetje was afgekeken van de Opel Olympia). De vroege bestel-en stationcarversies hadden de achterdeur andersom open (klink links en scharnieren rechts), zodat het mogelijk is om hierin de Dauphinoise te herkennen. Overigens was die naam gekozen als verwijzing naar de 845cc motor uit de Dauphine. De fel geel geverfde auto is natuurlijk een Renault 4CV. Met de brede strips voorop en het wybertje niet meer omcirkeld is het een model 1955-'60, de bumper met rozetten duidt op de meest gangbare Sport versie. Dat Sport moet niet al te letterlijk genomen worden met slechts 1 pk... Mike Schellekens |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|