© Kees-Jan Smit Na momenten van twijfel die ik snel wegdrukte was opeens, op een doordeweekse zaterdagochtend, de harde uitspraak daar: hij mag misschien maar eens naar iemand anders. Baf! Knal! Daar lag het, ik schrok er zelf van dat ik het gezegd had. Over wie hebben we het hier? Over mijn Break.
Mijn Grote Citroën staat voor de deur en moet altijd bedrijfsklaar zijn. Dat is de voorwaarde. Daarom laat ik 'm ook zo maniakaal onderhouden. Mijn Kleine Citroën (de 2cv) is een hobby-auto, daar rommel ik af en toe wat aan en soms staat 'ie een maand in mijn piepkleine schuurtje met de spatborden er af. Dat geeft niet. Bij de Grote kan dat niet, die staat buiten en moet het zoals gezegd altijd doen. In augustus stortregende het zowat de hele maand, ik reed rond in de Break met beslagen ramen en keek toe hoe hij altijd maar in de regen stond. Een triest beeld. Een grotere schuur waar 'ie zou passen zou ideaal zijn, maar daarvoor moeten we eigenlijk eerst een ander huis hebben. Toen kwam het idee dat het misschien tijd was voor een pauze want dit is niet de manier waarop ik geniet van zo'n mooie DS. Ik kreeg veel reacties en ook wel wat biedingen op de advertentie, maar er was niemand die écht voor de auto viel. Op de valreep voor de winterstalling kreeg ik een mailtje van mensen die eigenlijk al twee jaar mijn Break zochten. Hij zocht naar bouwjaar 1968 en zij wilde graag een zachtgele. Toen ze kwamen kijken zag ik het meteen, zij waren de mensen waar mijn Break op had gewacht. Ze snapten 'm en waren meteen net zo verliefd als ik drie jaar geleden. En zij hadden inderdaad die grote schuur waar 'ie fijn in kon staan. Dus mijn 1968 ID19 FA Break Ambulance mocht met hun mee. Toen ze de straat uit reden met mijn, nee hun Break was het wel even slikken… wat een ontzettend mooie auto is het toch. 10 jaar en 200.000 kilometer heb ik DS gereden. Eerst 7 jaar een DSuper5 en daarna 3 jaar de Break. Ik heb in die tijd ontzettend leuke mensen leren kennen die nu gelukkig ook heel goed reageren en zeggen dat als ik de DS mis, ik in hun auto mag meerijden. Ik blijf ook gewoon lid van de DS Club en als ik mijn grote schuur heb zal er weer een Snoek komen. Ik droom van een zeer oude en simpele ID19, eind vijftiger jaren. En daar mogen gebruikssporen aan zitten, een DS kan dat hebben want in welke verschijningsvorm ook, de DS blijft in mijn ogen de mooiste auto ooit! Alle lezers bedankt voor het volgen van mijn blog, graag tot ziens op de Route Nationale en als je ooit een beige 2cv6 of een donkergrijze Citroën C5 Break tegenkomt waarvan de bestuurder enthousiast op jouw oude auto reageert, zwaai je dan terug naar me? ;-) Kees-Jan Smit
1 Comment
© Kees-Jan Smit De zomervakantiereis is voor een auto vaak een flinke beproeving. Vooral voor een klassieker. Om zoveel mogelijk pechgevallen uit te sluiten bezuinig ik niet op onderhoud en laat ook twijfelachtige onderdelen preventief vervangen aan mijn '68-er Citroën ID19 Break. Toch kan het dan nog voorkomen dat er iets mis gaat. Zo lukte het vorig jaar niet om met mijn Break op zomervakantie te gaan. 10 minuten na vertrek ging 'ie stuk, naar later bleek was de hydrauliekpomp kapot. We zijn omgedraaid en met de Alfa Romeo van mijn vrouw opnieuw vertrokken.
Omdat de Break dit voorjaar nogal geplaagd werd door pech (lekkages, kortsluiting, et cetera) was het vertrouwen in de Break niet echt denderend (dat is zeg maar nog een understatement…) en zouden we met de nieuwe Alfa gaan. Het lukte de garage echter niet om die op tijd af te leveren, dus de Break kreeg plots toch de taak om ons te vergezellen naar Zuidwest Frankrijk. En daarmee de kans om dit jaar te bewijzen dat het tóch een betrouwbare auto is. Hij had recent een grote beurt gehad, er zat net een nieuw stuurhuis in, een nieuw remcommando en een paar verse voorbanden. Dus hij was er technisch klaar voor. Optisch had ik er een nieuwe hemelbekleding in gezet en uiteraard heb ik de dag voor vertrek de hele auto mooi gepoetst. Als je zo'n mooie auto terug rijdt naar zijn geboorteland moet je wel een beetje je best doen om 'm ook te laten shinen, vind ik. Uiteindelijk hebben we 4.500 km gereden en met volle teugen genoten van de vakantie en ook van de Break. Hij heeft flink af moeten zien bij Limoges waar we drie kwartier in een zinderend hete file stapvoets bergop reden. De temperatuurmeter van de koelvloeistof in het rood, maar hij hield het waar diverse moderne auto's de file uitgingen met kokende motor. Op de terugweg hadden we veel meer extra kilo's bij ons, oa. zes dozen wijn, een groot emaille Peugeot reclamebord voor een vriend, twee oude serviezen, 200 ansichtkaarten (…) en een fiets maar ook tijdens die twee dagen flink rijden bleef alles heel. Ging er dan helemaal niets stuk? Jawel, het spruitstuk is gebarsten. Resultaat was bij elke koude start een sportief geluid, maar na een minuut werd het spruitstuk heet door materiaaluitzetting sloot de barst weer. Oplossing is om het spruitstuk te vervangen, maar die operatie is niet zonder risico. Als er een tapeind zou afbreken zou ik pas echt een probleem hebben. Na overleg met de garage hebben besloten om de sportieve start voor lief te nemen en de reparatie pas weer in Amsterdam bij de DS garage te laten doen. Volgens de monteur braken er inderdaad twee tapeinden tijdens demontage. Conclusie: mijn Break is een geweldige wagen en ondanks het akkefietje met het spruitstuk heeft hij het fantastisch gedaan. Het is een ideale reiswagen met een comfort dat nog steeds op ongelofelijk hoog niveau staat. Het is ook een werkpaard waar je ontzettend veel in (en op) kan meenemen. Maar boven alles vier je je vakantie in een ander tijdperk, het reizen met een klassieker door het buitenland laat je het land op een andere manier beleven. Je zit niet in een geluidsdichte, klimaatgecontroleerde bubble. Door het open raam voel je de zon op je arm, ruik je de velden die in bloei staan en hoor je de krekels tsjirpen in de berm. Maar dat is niet uniek voor de DS, dat is met elke klassieke auto zo. Kees-Jan Smit © Mark Hidding Nog twee weken en Citro Mobile staat voor de deur. Gert Huiting van HOVC was de afgelopen dagen op pad in Zuid-Frankrijk om een mooie auto te zoeken voor de beurs. Helaas is de zoektocht (nog) niet geslaagd. Om te voorkomen dat leeg teruggereden moest worden, brachten Gert en Douwe een prachtige ID 19 Break mee terug voor ons. Een 61-er die stil staat sinds 1974. Een prachtig project voor de komende winter. Hieronder een fotoreportage van de speurtocht die Gert en Douwe hebben gemaakt. Mark Hidding © Gert Huiting
© Kees-Jan Smit Bij een aantal mensen die zich hebben gespecialiseerd in het opsnorren van onderdelen voor oudere Citroëns had ik mijn vraag uitgezet voor een set strapontins. Jullie weten wel, die gekke klapstoeltjes die achterin sommige uitvoeringen van een ID Break zitten. Mijn Break heeft ze niet (omdat het een Ambulance is geweest) maar ik wil ze er wel graag in. Ik kreeg van één van de specialisten een tip over een set die net op marktplaats verschenen was. En de aanbieder heet Daniël en hij woont in een dorp vlakbij mij. ’s Ochtends gemailed, ’s middags gehaald. Zo mooi kan het zijn. Nog mooier werd het toen bleek dat hij ook nog een goed bekledingspaneel voor de rechter voordeur had. Missie dubbel geslaagd dus!
Bijgaande foto’s geven een sfeerimpressie van ander moois wat ik daar tegen kwam. Een pracht van een Panhard Dyna, een Citroën HZ en her en der wat snoeken. Wat heerlijk dat dit zo nog bestaat, Franse sloperijromantiek in de polder. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit 's Winters staat mijn Break gestald in een grote schuur van mijn vaste DS garage. In die schuur staan een heleboel andere DS'en in diverse uitvoeringen en staten. Berlines, Breaks, Ambulances, eersteneuzen, tweedeneuzen en sommige hebben niet eens een neus, die wachten op restauratie. Het wegbrengen is altijd een ritueeltje op zich. Ik zet hem schoon weg, met volle tank en een beetje extra lucht in de banden. Een laatste klop op zijn zachtgele spatbord en de plechtige belofte dat ik 'm in het voorjaar weer kom ophalen.
Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Twee maal per jaar wordt in het Noordfranse Amiens een enorme brocantemarkt gehouden, de 'Réderie'. Omdat Amiens al bij Lille linksaf is, is het goed te doen. Bij voorkeur natuurlijk per auto waar ook wat in mee terug genomen kan worden. Tel daarbij op dat mijn ID19 Break dit jaar nog geen Frans asfalt onder de Michelins heeft gehad en de keuze was snel gemaakt. Je kan natuurlijk een poëtischer route kiezen voor het eerste gedeelte, maar wij gingen over de snelweg tot net onder Lille, afslag Bapaume en dan nog een stuk D929. Een lange rechte weg met veel oorlogsgeschiedenis van '14-'18. Maar wel een weg die ook de schoonheid van Le Nord laat zien. Glooiende heuvels met uitzichten die in de verte langzaam in de mist verdwijnen. In combinatie met de gele koplampen van mijn Break een beeld uit de Citroënfolder van 1968. Zaterdagmiddag komen we aan in Amiens en laten we onze hond Rakker lekker wandelen in een mooi modern stadspark aan de Somme. 's Avonds eten we in het prima restaurantje Le Bouchon in de Rue Alexandre Fatton, honden welkom mits ze onder de tafel passen. Onze zwartwitte kroko krijgt zonder dat de ober het ziet een stuk van mijn entrecôte met een dot merg er op, hmmm… voor Rakker is het immers ook feest.
Op zondagochtend om 6 uur de markt gaan we de markt op. Het is dan nog donker maar de échte verzamelaars hebben zo'n mijnwerkerszaklamp op hun hoofd. Het hele centrum is brocante, als je echt alles wil zien heb je eigenlijk twee dagen nodig. Wij gaan door tot een uur of elf, en drinken af en toe een koffietje in de kroeg of eten wat bij een bakkertje. We worden door een handelaar getipt over een groot Citroën reclamebord dat 500 meter verderop wordt aangeboden. Ik ben al een tijdje op zoek naar zo'n mooi emaille reclamebord met het Citroënlogo er op en hoop hier mijn slag te kunnen slaan. Grappig dat bij aankomst 500 meter verderop zeven donkerblauwe losse letters (in het correcte lettertype en per stuk een meter hoog) en een enorme goudkleurige Double Chevron staan. Helemaal niet wat ik zoek, maar wel heel erg leuk om te zien. Wat we wél vonden paste allemaal in jassen en tassen, ansichtkaarten, modelauto's, een ingelijste foto met kamelen, dat soort heerlijke meuk. En de lol van een weekendje weg. Voor mij persoonlijk ook de lol van een mooi stuk de wielen strekken met de Break. Wat een fantastische apparaten zijn de Breaks uit de D serie van Citroën toch. En wat komen ze toch prachtig tot hun recht op de lange Franse wegen, zowel qua schoonheid als qua techniek strijken ze alles glad. Veel enthousiaste reacties en misschien wel de mooiste is die van mensen die in de jaren '60 zelf een D hebben gehad. Ze lijken het bijna ademende motorgeluid en het gesis en getik van de hydraulique te herkennen want ze kijken om met een blik alsof ze een oude vriend terugzien. Vaak volgt een tussen de kijkmannetjes een gesprek met veel gebaren over hoe de hydraulique werkt, altijd gevolgd door het universeel geaccepteerde gebaar van de meedraaiende koplampen. Dus noteert u alvast in uw agenda: 27 april 2014 is de volgende Réderie in Amiens. U heeft tot april 2014 dus nog ruimschoots de tijd om uzelf te verwennen met de aanschaf van een Citroën ID of DS. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Om alle recent gemonteerde nieuwe onderdelen aan mijn Break even goed aan de tand te voelen, mocht 'ie meteen aan de volle bak. Mijn 2cv had een afspraak bij Le Garage om na een (te) lange winterslaap van drie winters technisch geheel nagekeken te worden. De eend ziet er na een flinke wasbeurt weer goed uit, maar de remmen doen het niet en de motor heeft al drie jaar niet gelopen, vandaar dat 'ie op een aanhanger weggebracht werd. De aanhanger woog al 500 kilo, de eend is 560 kilo dus de Snoek had 1060 kilo schoon aan de haak.
De hele weg van Haarlem tot Wassenaar schurkte de temperatuurmeter tegen het rood aan maar alles ging goed. Een mooie proef en tegelijkertijd natuurlijk een leuke actie want veel opgestoken duimen per kilometer, maar belangrijker... mijn eend is straks weer in orde. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Na enkele elkaar opvolgende frustrerende reparaties is de Break weer thuis en - ik moet het afkloppen - voelt alles weer prima aan. De sporen van de laatste weken laten zich raden: verzamelde viezigheid van het drie weken buiten staan onder een boom plus de vette vingers van de mécaniciens die de reparaties hebben uitgevoerd. Niet dat ik het erg vind hoor, ik heb groot respect voor monteurs. Maar nu was het toch echt ernstig tijd voor een grondige poetsbeurt.
Rubber laarzen aan, een emmer met sop (10 vingers schuim), een lukraak uitgerolde tuinslang, gieter (ach ja, waarom niet…), spons, zeem en diverse gesprekken met loslopende buurmannen. Het resultaat is uiteraard prachtig, maar een glimmende auto is niet het belangrijkste. Terwijl ik de vette vingers van het plaatwerk poets, spoel ik ook de frustraties weg. Samen met het gebruikte sop stromen die in het stoepputje weg. En zo wordt de auto langzaam weer van mij en zie ik waarom ik 'm zo mooi vind. Kees-Jan Smit © Kees-Jan Smit Een foto van mijn kapotte '68-er ID19 Break. Dat is een mooi begin van mijn blog over het wel en wee van mijn wagen (laat ik u meteen geruststellen, het is vooral erg veel wel en weinig wee).
Ooit had ik een zeer prettig gesprek met een Brit en we kwamen op onze gedeelde passie voor de DS en hij zei toen de mooie woorden "it gives me moments of intense joy and heartbreak". Daar moest ik drie weken geleden weer aan denken toen mijn Break kapot ging. We waren goed en wel vijf kilometer onderweg vanaf huis naar onze vakantiebestemming in zuidwest Frankrijk toen het gebeurde. Stank, rook en geen remwerking meer. Voorzichtig omgekeerd en maar naar huis gereden, alle spullen overgeladen in de moderne(re) Alfa van mijn vrouw en daarmee voor de tweede maal vertrokken op vakantie. Die vakantie was zalig en de Alfa heeft het prima gedaan en de Snoek heeft drie weken kapot voor de deur gelegen. Eenmaal thuis heb ik de autocarrier gebeld die de 'm heeft vervoerd naar de garage zodat 'ie gerepareerd kon worden. 25 km na deze reparatie ging er nog iets anders stuk, dus misschien is het maar goed dat 'ie destijds zo dicht bij huis de geest gaf. Anders hadden we in Frankrijk twee keer met een kapotte auto gestaan. Kees-Jan Smit |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|