In 1998 koop ik mijn absoluut favoriete Peugeot 404, de coupé injection. In een prachtige donkergrijze kleur met de welluidende naam Gris Graphite. De 404 rijdt, maar wordt al jaren niet gebruikt. Roestschade zit er bij de voorspatborden onderaan de a-stijl. De benzinepomp lekt. Al met al best te overzien. Na enkele reparaties vliegt de v-snaar er tijdens de eerste rit af. Verkeerde zuinigheid om die niet meteen te vervangen. Maar de komende jaren beleef ik gouden tijden in de coupé. Met het prachtige Pininfarinalogo op de flanken rijd ik de automobile eredivisie in. Een korte dwarsdoorsnede. In 1999 zijn we in Noord-Frankrijk getuige van de zonsverduistering. Met de coupé nonchalant naast een hooirol geparkeerd. Diezelfde week nog weer ellende gehad met de benzinepomp. Het AEG-pompje is weigerachtig, en zonder benzinedruk geen injectie. In 2000 een heerlijk weekend met de l’Aventure Peugeot in Sochaux bij het net geheel vernieuwde Peugeotmuseum. Ik herinner me vooral ook de hartelijke ontvangst door Pierre Peugeot. Geheel onbesuisd rijden we weer duizenden probleemloze kilometers. Het terugkerende euvel met de benzinepomp neem ik niet langer op de koop toe, maar ik vervang in de winter het AEG-pompje voor de Boschpomp van de 504. Met retourleiding, en daarna nooit meer storingen op dat gebied gehad. Eigenlijk staat er in de jaren die volgen steeds wel een buitenlandse rit op de agenda. Vaak met als aanleiding l’Aventure Peugeot. Maar er zijn ook andere ritten. In 2007 hebben we de kans de Tulpenrallye te rijden met drie equipes. Uiteraard staat de 404 in de startblokken. Al tijdens de eerste rit (hoogmoed komt voor de val) verlies ik mijn dop van de radiateur, na het peil gecheckt te hebben. Ik had het gevoel dat ik bij de start ergens overheen reed, dat zou maar zo de dop geweest kunnen zijn. De rest van de dag geen problemen, maar bij de afsluitende heuvelklim begint de boel te koken. Ik blijk dan toch te veel koelvloeistof verloren te zijn. Het lastige met een heuvelklim, ik kan niet stoppen. Ik krijg een nieuwe dop van een van de deelnemers, er is veel solidariteit, en vul koelvloeistof bij. De reputatie van oververhitting, Peugeot en koppakking, ik wil er niet al te veel aan denken. De rest van de week gaat zeer voorspoedig. Zou het dan toch allemaal meevallen? In 2008 trouwt mijn Franse neef (oomzegger) en het feest is opgedeeld in drie dagen. In Carry le Rouet, het ouderlijk huis van zijn aanstaande met een fraai uitzicht over de zee, en in Aix-en-Provence. Het leek leuk dit met de 404 te vieren. Lekker in drie dagen naar het zuiden, overnachten in mooie B&B’s. De rit uitgekiend met een vriend die zijn Facellia in Zuid-Frankrijk wil hebben, om later een evenement op Corsica te kunnen rijden. Probleemloos drie dagen gezamenlijk gereden. Vanaf 2009 zijn de uitjes enigszins schaars. Dat ligt natuurlijk niet aan de 404, die staat altijd paraat. Het werken aan het boek over de 404, dat in 2010 verschijnt, lijkt het rijden in de weg te zitten. In 2010 hang ik met veel gewurg op de oprit een RVS-uitlaat onder de auto. Om in mei het Internationale Peugeotevenement mee te maken, weer in Sochaux, weer bij het museum en net na het verschijnen van mijn boek. Met trots kan ik melden dat Xavier en Thierry Peugeot een exemplaar voor mij getekend hebben. De omgekeerde wereld. Een volstrekt probleemloos lang weekend gehad met de 404. Gek genoeg is de 404 hierna niet meer in het buitenland geweest. Bij benadering heb ik er zo’n 70.000 kilometer mee gereden. Tot vorig jaar. Voor een artikel ga ik naar een specialist in Italiaanse automobielen, het leek me leuk daar met een Franse Italiaan aan te komen. Nog geen drie kilometer van huis strand ik met een oververhitte motor. De tank vol, de radiateur leeg. De oliepeilstok spreekt klare taal door het roomkleurige mengsel van olie en water. Koppakking lek. Volop in de afronding van het 504-boek komt me dit superslecht van pas. Ik koop de reparatie maar meteen in. Er worden ook nog een paar remzuigers vervangen, en de ventilator op de waterpomp. Ik rijd twee maanden later weer naar huis met een 404 die weer strak remt, en goed rijdt. En toch? Hoe ouder hoe gekker. Zit het tussen mijn oren? De eerste 1.000 kilometer moeten gereden worden om de kopbouten na te trekken. De stand is nu 350 kilometer. Eind juni 2016 is de 404 weer klaar. Afgelopen zaterdag reed ik weer eens, en hoor van alles. Tanken doe ik met draaiende motor, wat het gekke beeld geeft dat je door de achterruit de benzinemeter ziet oplopen. Door het spaarzame gebruik wil de 404 bij kleine stukjes soms slecht opnieuw starten en dan is een injectie zo verzopen. En dat wilde ik bij de pomp voorkomen. Het vertrouwen is te paard verdwenen. Er lekt benzine bij de injectiepomp, ik hoor bijgeluiden die ik niet ken. Maar rijden en remmen lijkt verder goed. Waarom lukt het dan niet? Wordt vervolgd.
Wim Noorman
3 Comments
Koen
22/6/2017 19:43:28
Klinkt bekend. Bijgeluiden en humeurig gedrag na wat langer stilstaan. Misschien ook hier een kwestie van even wat meer rijden? Bij mijn auto verdwijnt alle humeurigheid daarna als sneeuw voor de zon.
Reply
Aarnout
23/6/2017 11:20:53
Bekend fenomeen, stilstand is achteruitgang, zeker bij een auto met vloeistofkoeling en een remsysteem met DOT-vloeistof. Regelmatig rijden doet goed.
Reply
Hans
1/1/2018 17:40:08
Tijd om de Peugeot te verkopen (aan mij....?) :)
Reply
Leave a Reply. |
BlogsBelevenissen met de Franse klassieker, ontmoetingen met liefhebbers, restauratie-projecten en trouvailles langs de route. Index
All
Archives
April 2020
|
|
© www.routenationale.com 2010-2017
|